Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde], handelend onder de naam [gedaagde] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 september 2016
- de op 11 oktober 2016 ter griffie ontvangen brief met één productie van [gedaagden]
- de mondelinge behandeling van 11 oktober 2016
- de pleitnota van [eiseressen]
- de pleitnota van [gedaagden] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.5. Voor het beantwoorden van de vraag of in casu sprake is van onrechtmatige concurrentie is allereerst van belang dat partijen, zoals aangegeven, voormalige zakenpartners zijn en dat [eiseres] een bedrag van € 100.000,00 aan [gedaagden] heeft betaald voor de overdracht van de aandelen. Ter zitting is gebleken dat een belangrijk deel van de activa van [eiseres] ten tijde van de aandelenoverdracht bestond uit het klantenbestand en de goodwill en met de betreffende betaling heeft [eiseres] dus een aanmerkelijk bedrag voor dit klantenbestand betaald om zo het recht te verwerven met deze klanten verder te gaan. Met een bonafide naleving van de strekking van deze overeenkomst verdraagt zich niet dat [gedaagden] direct na het verstrijken van de duur van het relatiebeding de klanten van [eiseres] actief per brief gaat benaderen om te proberen hen over te halen klant bij hem te worden.
Zelf hebt u wellicht aan den lijve ondervonden dat de meldkamer nooit contact opneemt met de politie” is het de vraag of deze niet een verkeerd beeld geeft en of deze wel juist is. Tussen partijen staat immers vast dat een particuliere alarmcentrale alleen in geval van een geverifieerd alarm contact mag opnemen met de politie en volgens [eiseressen] gebeurt dit in een dergelijk geval ook altijd. De [gedaagde] suggereert met de betreffende zin bovendien dat de meldkamers waarop de alarmsystemen van [eiseres] zijn aangesloten tekortschieten in hun dienstverlening en dat klanten dus niet veel profijt hebben van de producten van [eiseres] . Daarnaast geldt dat de vergelijking die de [gedaagde] in de brief maakt tussen zijn systeem en de alarmsystemen van [eiseres] ook een verkeerd beeld geeft, aangezien het systeem van de [gedaagde] niet inhoudt dat er wel altijd contact met de politie wordt opgenomen, terwijl dat door de tegenstelling die in de brief besloten ligt, wel wordt gesuggereerd.
816,00