Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 11 oktober 2016
[X] , h.o.d.n. [D] , te [Z] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Doetinchem, verweerder.
Procesverloop
- Met dagtekening 27 december 2014, voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag IB/PVV (aanslagnummer [000] .H.87), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.605, alsmede bij beschikking een boete van € 5.539. Tevens is bij beschikking € 4.526 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 27 december 2014, voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag ZVW (aanslagnummer [000] .W.87), berekend naar een (gemaximeerd) bijdrage-inkomen van € 31.231. Tevens is bij beschikking € 325 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 27 december 2014, voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag IB/PVV (aanslagnummer [000] .H.97), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 113.407, alsmede bij beschikking een boete van € 12.121. Tevens is bij beschikking € 7.696 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 27 december 2014, voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag ZVW (aanslagnummer [000] .W.97), berekend naar een (gemaximeerd) bijdrage-inkomen van € 32.369. Tevens is bij beschikking € 211 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 31 januari 2015, voor het jaar 2010 een navorderingsaanslag IV/PVV (aanslagnummer [000] .H.07), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 49.096 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 680, alsmede bij beschikking een boete van € 4.161. Tevens is bij beschikking € 2.063 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 24 januari 2015, voor het jaar 2010 een navorderingsaanslag ZVW (aanslagnummer [000] .W.07), berekend naar een (gemaximeerd) bijdrage-inkomen van € 33.189. Tevens is bij beschikking € 199 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 14 februari 2015, voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag IB/PVV (aanslagnummer [000] .H.17.01), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.519 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 789, alsmede bij beschikking een boete van € 2.706. Tevens is bij beschikking € 1.229 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 7 februari 2015, voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag ZVW (aanslagnummer [000] .W.17.01.4), berekend naar een (gemaximeerd) bijdrage-inkomen van € 33.427. Tevens is bij beschikking € 144 aan heffingsrente in rekening gebracht.
- Met dagtekening 27 februari 2015, voor het jaar 2012 een aanslag IB/PVV (aanslagnummer [000] .H.26.01), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 71.016. Tevens is bij beschikking € 1.414 aan belastingrente in rekening gebracht alsmede € 2.897 aan revisierente.
- Met dagtekening 27 februari 2015, voor het jaar 2012 een aanslag ZVW (aanslagnummer [000] .W.26.01.4), berekend naar een (gemaximeerd) bijdrage-inkomen van € 50.064. Tevens is bij beschikking € 140 aan belastingrente in rekening gebracht.
Overwegingen
IB/PVV 2010 en de ontvankelijkheid van de voorliggende beroepen behandeld. Naar het
oordeel van de rechtbank is – kort gezegd – de brief van verweerder van 3 juni 2015 een
uitspraak op bezwaar, nu daarin alle elementen van een uitspraak op bezwaar, waaronder een
rechtsmiddelenverwijzing, zijn opgenomen, en voldoende kenbaar is dat verweerder
uitspraak heeft gedaan op alle voorliggende bezwaren. Uitgaande van een uitspraak op
bezwaar van 3 juni 2015, is het beroepschrift van eiser van 2 oktober 2015, ontvangen door
verweerder op 5 oktober 2015, buiten de beroepstermijn ontvangen. De brief van eiser aan
verweerder van 9 juni 2015 had door verweerder echter aangemerkt moeten worden als een
beroepschrift en op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
doorgestuurd moeten worden naar de rechtbank. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de
beroepen van eiser ontvankelijk zijn.
ter zitting alsnog het standpunt ingenomen dat het bezwaar van eiser ontvankelijk is. De
rechtbank ziet geen aanleiding hierover anders te oordelen en zal partijen in dit eensluidende
standpunt volgen.
Informatiebeschikking
Verweerder betwist het bestaan van deze afspraak.
Beslissing
2012, de (navorderings)aanslagen ZVW 2010 en 2011, de boetebeschikkingen en de
beschikkingen heffings- en belastingrente gegrond;
IB/PVV 2008 tot en met 2012, de (navorderings)aanslagen ZVW 2010 en 2011, de
boetebeschikkingen en beschikkingen heffings- en belastingrente;
belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.117;
belastbaar inkomen uit werk en woning van € 88.039;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 tot een berekend naar een
belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.293 en een belastbaar inkomen uit
sparen en beleggen van € 680;
- vermindert de navorderingsaanslag ZVW 2010 tot een berekend naar een
bijdrage-inkomen van € 31.293;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2011 tot een berekend naar een
belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.871 en een belastbaar inkomen uit
sparen en beleggen van € 789;
bijdrage-inkomen van € 20.871;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2012 tot een berekend naar een belastbaar inkomen
- vermindert de boetebeschikkingen tot 25% van de verschuldigde belasting op de
overeenkomstig de hiervoor vastgestelde navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 tot en
met 2011.
bezwaar;
voldoen aan eisers gemachtigde;
mr. A.F. Germs-de Goede, rechters, in tegenwoordigheid van mr.drs. O.D. Heitling, griffier.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;