In deze zaak vordert [eiseres] de vernietiging van de franchiseovereenkomst met DIJG op grond van dwaling. [eiseres] heeft lange tijd als franchisenemer gefunctioneerd en stelt dat de door DIJG verstrekte vestigingsplaatsanalyse (VPA) onjuist en misleidend was, wat heeft geleid tot een onjuiste voorstelling van zaken bij het aangaan van de overeenkomst. De rechtbank oordeelt dat de VPA op verschillende punten onjuist, onduidelijk of onvolledig is, waaronder het inwonertal, de locatie van de vestiging en de concurrentieanalyse. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat de franchiseovereenkomst vernietigbaar is wegens dwaling. De vordering tot vernietiging wordt toegewezen, wat betekent dat partijen hun prestaties ongedaan moeten maken. De rechtbank verwijst de zaak naar de rol voor nadere aktewisseling over de financiële afwikkeling van de gevolgen van de vernietiging van de franchiseovereenkomst. In reconventie vordert DIJG betaling van de rekening-courantschulden, maar de rechtbank houdt de beslissing hierover aan tot de financiële afwikkeling is inzichtelijk gemaakt.