ECLI:NL:RBGEL:2016:5207

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
306559
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot levering van aandelen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 september 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen AppyKnows Group B.V. en [gedaagde], met betrekking tot de levering van aandelen in AppyCare B.V. AppyKnows Group vorderde dat [gedaagde] zou worden bevolen om de levering van aandelen in AppyCare te aanvaarden, als gevolg van betrokkenheid van [gedaagde] en zijn directeur-groot aandeelhouder [naam 3] bij een strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat [gedaagde] of [naam 3] verdachte zijn in een strafzaak, en dat de doorzoekingen die hebben plaatsgevonden niet direct verband houden met hen. De rechtbank oordeelde dat AppyKnows Group niet voldoende heeft aangetoond dat zij acuut in financiële problemen verkeert als gevolg van de doorzoekingen, en dat de vorderingen van AppyKnows Group niet toewijsbaar zijn. De rechtbank heeft de vorderingen van AppyKnows Group afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.

De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandeling, waarbij de advocaat van AppyKnows Group, mr. H. Waling, de vorderingen toelichtte. De rechtbank heeft de feiten en de betrokkenheid van de partijen in detail onderzocht, inclusief de oprichting van AppyKnows Group en de betrokkenheid van [gedaagde] en [naam 3] bij een strafrechtelijk onderzoek. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van AppyKnows Group niet voldoende onderbouwd waren en dat er geen spoedeisend belang was om de vorderingen toe te wijzen. De uitspraak werd gedaan door mr. R.J.B. Boonekamp en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/306559 / KG ZA 16-342
Vonnis in kort geding van 12 september 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APPYKNOWS GROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. H. Waling te 's-Gravenhage,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] ,
advocaten mrs. R.A.W.J. van Eijck en L. Geldof te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APPYCARE B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs te Nijmegen,
gedaagden.
Partijen zullen hierna AppyKnows Group, [gedaagde] en AppyCare genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van AppyKnows Group
  • de wijziging van eis
  • de pleitnota van [gedaagde]
  • de pleitnota van AppyCare
  • het proces-verbaal van de zitting van 23 augustus 2016, alwaar de zaak voor twee weken is aangehouden ten behoeve van schikkingsonderhandelingen
  • het faxbericht van de advocaat van AppyKnows Group van 6 september 2016 waarin hij verzoekt om vonnis te wijzen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
AppyKnows Group is op 14 november 2014 opgericht. Voorwaarts Limited (een vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk) en Winber B.V. (hierna: Winber) waren aandeelhouders van AppyKnows Group. Bestuurder van Voorwaarts Limited is de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ). Bestuurder en enig aandeelhouder van Winber is de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ). [naam 1] en [naam 2] waren bestuurders van AppyKnows Group. Op diezelfde dag heeft AppyKnows Group twee dochtervennootschappen opgericht, genaamd AppyKnows B.V. (hierna: AppyKnows) en AppyThings B.V. (hierna: AppyThings).
2.2.
De “Appy-groep” houdt zich bezig met de ontwikkeling van digitale platformen met gebruikmaking van Application Programming Interfaces (API’s), waarmee softwaresystemen onderling informatie kunnen uitwisselen. Ook levert zij consultancy diensten en cloud-beheertoepassingen voor deze systemen.
2.3.
AppyKnows Group is een startende onderneming met inmiddels vijftien personeelsleden.
2.4.
De heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde] en verzorgde via Onyx Financieel Advies B.V. (hierna: Onyx) de administratie van [naam 1] en zijn vennootschap Voorwaarts Limited.
2.5.
Op 25 augustus 2015 hebben Winber, Voorwaarts Limited, [gedaagde] en Onyx een overeenkomst gesloten, die inhield dat [gedaagde] 600 (300 van Winber en 300 van Voorwaarts Limited) niet stemgerechtigde aandelen in AppyKnows Group zou kopen tegen een bedrag van € 50,00 per aandeel (en daarmee in totaal
€ 30.000,00 zou investeren in AppyKnows Group). Het geplaatst aandelenkapitaal bestond in totaal uit 12.000 aandelen. Daarnaast zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde] en Onyx werkzaamheden voor AppyKnows Group zouden verrichten als financieel manager en financieel adviseurs en dat zij de eerste 500 gewerkte uren niet zouden factureren. De feitelijke levering van de aandelen heeft tot op heden nog niet plaatsgevonden. Wel is het bedrag van € 30.000,00 in AppyKnows Group ingebracht.
2.6.
Door AppyKnows Group en [gedaagde] is op 15 oktober 2015 AppyCare B.V. opgericht (waarbij AppyKnows Group 35,08% van de aandelen verkreeg en [gedaagde] 64,92%) met als doel in te schrijven op een onderhandse aanbesteding van Inkoopbureau H10, een instelling van de overheid die zich bezighoudt met het automatiseren van jeugdzorg in de regio Haaglanden. Na inschrijving op die opdracht door AppyCare is deze aan haar gegund en heeft AppyCare het platform doen bouwen door het in opdracht te geven bij AppyThings. AppyKnows Group werd bestuurder van AppyCare.
2.7.
Op 26 februari 2016 hebben Winber, Voorwaarts Limited, [gedaagde] , AppyKnows Group en AppyCare een overeenkomst gesloten, die inhield dat AppyKnows Group 5200 stemrechtloze aandelen zou uitgeven en verkopen aan [gedaagde] , dat Winber en Voorwaarts Limited ieder 152 stemrechtloze aandelen in AppyKnows Group aan [gedaagde] , 172 stemrechtloze aandelen in AppyKnows Group aan [naam 4] en 172 stemrechtloze aandelen in AppyKnows Group aan [naam 5] zouden verkopen. Van de nieuw uit te geven aandelen zouden 2233 stuks (32%) worden geruild tegen 6492 aandelen van [gedaagde] in AppyCare, waardoor AppyKnows Group 100% eigenaar zou worden van AppyCare. De overige aandelen zouden worden verkocht tegen nominale waarde. De koopsom voor de aan [gedaagde] verkochte aandelen bedroeg € 65.000,00 en voor de aan [naam 4] en [naam 5] verkochte aandelen nihil. Aan de overeenkomst is nog geen uitvoering gegeven.
2.8.
[naam 3] is vervolgens, naast [naam 1] en [naam 2] , benoemd tot statutair bestuurder (met als portefeuille financiën) van AppyKnows Group.
2.9.
Op 19 april 2016 heeft een doorzoeking door politie en justitie plaatsgevonden in de kantoorruimte van AppyKnows Group, omdat [naam 3] aldaar statutair bestuurder van AppyKnows Group was. De doorzoeking maakte onderdeel uit van een grootschalige operatie van de landelijke eenheid van de politie in het kader van een justitieel onderzoek naar handel in harddrugs, excessief geweld, verboden wapens en witwassen. Op diezelfde dag werden meerdere huizen en bedrijven doorzocht, waaronder ook de woning van [naam 3] en de kantoorruimtes van [gedaagde] en Onyx. Justitie heeft bij doorzoeking delen van de administratie van AppyKnows Group en gegevensdragers in strafrechtelijk beslag genomen.
2.10.
Na deze doorzoeking is [naam 3] in overleg met [naam 1] en [naam 2] afgetreden als statutair bestuurder van AppyKnows Group. Voorwaarts Limited en Winber, die alle geplaatste aandelen in AppyKnows Group bezaten, hebben (formeel op 14 juni 2016) het besluit tot ontslag met onmiddellijke ingang van [naam 3] als statutair bestuurder genomen. Partijen hebben vervolgens gesproken over een herstructurering van AppyKnows Group.
2.11.
Bij brief van 27 mei 2016 aan [gedaagde] , [naam 3] en Onyx hebben AppyKnows Group, AppyCare, Winber en Voorwaarts Limited de overeenkomsten van 25 augustus 2016 en 26 februari 2016 buitengerechtelijk vernietigd en ontbonden.
2.12.
Bij brief van 3 juni 2016 heeft de advocaat van [gedaagde] AppyKnows Group, Voorwaarts Limited en Winber bericht dat er ten aanzien van [naam 3] en/of [gedaagde] geen sprake is van een verdenking of van een strafrechtelijk onderzoek en AppyKnows Group, Voorwaarts Limited en Winber verzocht uitvoering te geven aan de overeenkomsten van 25 augustus 2016 en 26 februari 2016.
2.13.
AppyKnows Group heeft AppyCare en [gedaagde] bij brief van 10 juni 2016 bericht dat zij, vanwege de antecedenten van de meerderheidsaandeelhouder van AppyCare, [naam 3] , met ingang van 20 juni 2016 terugtreedt als statutair bestuurder van AppyCare. Tijdens de buitengewone vergadering van aandeelhouders op 20 juni 2016 was nog geen opvolger bekend.
2.14.
Op 14 juni 2016 is Appy Enterprise B.V. opgericht. Bestuurders en aandeelhouders van Appy Enterprise zijn Voorwaarts Limited en Winber. AppyKnows en AppyThings zijn met ingang van die datum niet langer de dochtervennootschappen van AppyKnows Group, maar van Appy Enterprise.
2.15.
Partijen hebben gecorrespondeerd en overleg gevoerd over de overname door [gedaagde] dan wel een derde partij van de door AppyKnows Group gehouden aandelen in AppyCare. Dit heeft niet tot een oplossing geleid.
2.16.
Rabobank heeft [naam 1] op 6 juli 2016 medegedeeld dat zij de rekeningen van AppyCare zal afsluiten.
2.17.
Op 12 juli 2016 heeft AppyKnows Group [gedaagde] gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, [gedaagde] – kort gezegd – veroordeelt tot overname en levering van alle aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare waarbij een deskundige de prijs van de aandelen zal bepalen en [gedaagde] beveelt het er toe te leiden dat de statutaire en handelsnaam van AppyCare zodanig wordt gewijzigd dat het niet langer het element “Appy” bevat en dat AppyCare zich van het gebruik van een handelsnaam die het element “Appy” bevat zal onthouden. In die procedure heeft AppyKnows Group ook verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat de rechtbank [gedaagde] beveelt tot onmiddellijke overname van alle aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare, alsook tot wijziging van de statutaire en handelsnaam van AppyCare, zoals hiervoor vermeld.
2.18.
Op 25 juli 2016 heeft [gedaagde] als meerderheidsaandeelhouder van AppyCare het besluit genomen om Workoptions Uitzendbureau B.V. (hierna: Workoptions) tot statutair bestuurder van AppyCare te benoemen.
2.19.
Op 5 augustus 2016 heeft [gedaagde] AppyKnows Group voorgesteld om haar aandelen in AppyCare aan Workoptions over te dragen. AppyKnows Group heeft hierop (nog) niet gereageerd.
2.20.
Workoptions wil thans aftreden als bestuurder. De heer [naam 6] , werkzaam bij Inkoopbureau H10, is nu beoogd bestuurder van AppyCare.

3.Het geschil

3.1.
AppyKnows Group vordert – na een wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter
I. [gedaagde] beveelt om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis de levering te aanvaarden van alle aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare, met bepaling dat bij gebrek aan zodanige aanvaarding dit vonnis in de plaats treedt van de notariële leveringsakte die benodigd is voor de overdracht van die aandelen, althans dat dit vonnis in de plaats treedt van de schriftelijke volmacht van [gedaagde] die is benodigd voor het passeren van zodanige notariële leveringsakte,
althans [gedaagde] beveelt om binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis de levering te aanvaarden van alle aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare, op straffe van verbeurte van een dwangsom groot € 5.000,00 per dag dat [gedaagde] na ommekomst van die termijn daarmee in verzuim is, althans op straffe van een door de voorzieningenrechter vast te stellen dwangsom,
zulks onder gehoudenheid van [gedaagde] tot betaling van een voorlopige koopsom voor die aandelen, groot € 1,00,
met het bevel aan [gedaagde] en AppyCare dat zij zullen meewerken aan vaststelling van de definitief door [gedaagde] voor die aandelen te betalen prijs door één deskundige, te benoemen door de voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, één en ander op straffe van een hoofdelijk door hen, althans ieder voor zich, te verbeuren dwangsom groot € 5.000,00 per overtreding van dit bevel en per dag dat die overtreding voortduurt, althans op straffe van een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] tot het betalen van de kosten van die prijsvaststelling inclusief het (tijdig) betalen van een eventueel voorschot daarop,
althans zonder dat bevel tot medewerking aan die prijsvaststelling,
met veroordeling van AppyCare om de levering van de AppyCare-aandelen door AppyKnows Group aan [gedaagde] in haar aandeelhoudersregister aan te (doen) tekenen,
II. [gedaagde] en AppyCare beveelt het er binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis toe te leiden dat de statutaire en handelsnaam van AppyCare zodanig zal zijn gewijzigd dat deze niet langer het element “Appy” bevat, en AppyCare verbiedt zich nadien te bedienen van een handelsnaam die dat woord-element (“Appy”) bevat,
alsmede [gedaagde] en AppyCare beveelt het er binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis toe te leiden dat AppyCare niet langer te Arnhem, althans niet langer op het kantooradres van AppyKnows Group, zal zijn gevestigd en die adreswijziging in het handelsregister te laten aantekenen,
één en ander op straffe van een hoofdelijk door [gedaagde] en AppyCare te verbeuren dwangsom van € 5.000,00 per overtreding van dit bevel en per dag dat die overtreding voortduurt, althans op straffe van een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom,
III. met veroordeling van [gedaagde] en AppyCare, althans [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2.
[gedaagde] en AppyCare voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

de vordering tot voeging

4.1.
De advocaat van [gedaagde] verzoekt de onderhavige zaak (kort geding) te voegen met de bodemzaak (voor zover daarin is gevorderd een voorlopige voorziening te treffen) met zaaknummer C/05/305560 van AppyKnows Group tegen [gedaagde] , die (ook) aanhangig is bij de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, en op de rol van 21 september 2016 staat voor antwoord in het incident. Volgens [gedaagde] betreft het twee zaken die voor dezelfde rechter, tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp aanhangig zijn. Uit oogpunt van doelmatigheid en om te voorkomen dat op twee identieke vorderingen bij wege van voorlopige voorziening verschillend wordt beslist, verzoekt [gedaagde] om de zaken te voegen.
4.2.
Voeging van zaken op grond van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan onder meer worden toegestaan indien bij dezelfde rechter tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn.
4.3.
In dit kort geding wordt door AppyKnows Group nagenoeg hetzelfde gevorderd als in de gevorderde voorlopige voorziening in de bodemprocedure die ook aanhangig is bij de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem. In die bodemprocedure is als gedaagde enkel [gedaagde] en niet ook AppyCare betrokken. Wat hier verder ook van zij, het verzoek tot voeging houdt in, zoals ter zitting is toegelicht, dat het onderhavige kort geding wordt aangehouden en te zijner tijd verder wordt behandeld tegelijk met de gevraagde voorlopige voorziening, nadat daarin voor antwoord is geconcludeerd. Het aanhouden van de uitspraak in dit kort geding totdat in de bodemprocedure op de provisionele vordering kan worden beslist, is in strijd met het spoedeisende karakter van een kort gedingprocedure, temeer nu de zaak thans nog voor antwoord in het incident op de rol van 21 september 2016 staat. Een (tussen)vonnis in het incident wordt normaliter op een termijn van vier weken nadat het antwoord is ingediend, gewezen. Voeging van de zaken leidt dus tot te veel vertraging van de onderhavige zaak en zal reeds daarom worden afgewezen.
het spoedeisend belang
4.4.
Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen gegeven.
De vorderingen van AppyKnows Group strekken er immers toe dat zij niet langer een belang zal hebben in een vennootschap waarin ook wordt deelgenomen door een partij die door justitie is betrokken (geweest) in een strafrechtelijk onderzoek naar ernstige misdrijven.
de inhoudelijke beoordeling
4.5.
AppyKnows Group stelt dat van haar niet kan worden gevergd dat zij met [gedaagde] en haar directeur-groot aandeelhouder [naam 3] in het kapitaal van AppyCare blijft deelnemen, nu [gedaagde] en [naam 3] door justitie zijn betrokken in een grootschalig onderzoek naar handel in harddrugs, excessief geweld, verboden wapens en witwassen. AppyKnows Group voert aan dat zij hierdoor zodanig in haar rechten en belangen is geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in AppyCare niet langer van haar gevergd kan worden. Omdat de statuten geen regeling aangaande een geschillenbeslechting bevatten, is AppyKnows Group aangewezen op de wettelijke geschillenregeling ex artikel 2:343 BW en vordert zij dat een uittreding en naamswijziging zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd.
4.6.
Om een voorziening te kunnen treffen als gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat deze - of een vergelijkbare - vordering zal slagen. Bij de onderhavige beoordeling zal dus daarover een (voorlopig) oordeel moeten worden gevormd op basis van hetgeen in deze kort gedingprocedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.7.
AppyKnows Group vordert dat [gedaagde] wordt bevolen om de levering te aanvaarden van de aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare. Het betreft aldus een gedwongen overname van de aandelen in een bedrijf dat onderdeel vormt van de zogenaamde “Appy-groep”. Dat bedrijf, AppyCare, heeft geen personeel, heeft slechts één contract/klant (Inkoopbureau H10) en is voor de uitvoering van dat (enige) contract afhankelijk van twee andere vennootschappen van de Appy-groep, te weten AppyThings en AppyKnows. Gelet daarop ligt het afzonderen/afsplitsen van AppyCare van de Appy-groep, dat bewerkstelligd wordt met de onderhavige vordering, niet direct voor de hand. [gedaagde] zou dan een vennootschap krijgen in een branche waarin zij zelf niet werkzaam is met een klant/contract die zij zelf niet kan bedienen zonder de medewerking van AppyKnows Group.
4.8.
Vast staat dat [gedaagde] de aandelen in AppyCare (liever) niet wil overnemen, omdat zij met de vennootschap onder de hiervoor genoemde omstandigheden niets kan. AppyKnows Group heeft ter zitting verklaard dat zij omgekeerd de aandelen die [gedaagde] houdt in het kapitaal van AppyCare niet kan overnemen, omdat zij financieel daartoe niet in staat is. De wil om de aandelen over te nemen, ontbreekt overigens ook bij AppyKnows Group, omdat de bestuurders van AppyKnows Group niet de ambitie hebben om het soort projecten dat AppyCare uitvoert voort te zetten.
4.9.
Kernvraag is of [gedaagde] in de gegeven omstandigheden gedwongen kan worden om de aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare over te nemen.
4.10.
In dit kort geding is niet komen vast te staan dat [gedaagde] en/of [naam 3] , verdachte is/zijn in een strafzaak dan wel dat zij/hij betrokken is/zijn bij een strafrechtelijk onderzoek dat tegen (een van) hen is gericht. Weliswaar hebben er op 19 april 2016 doorzoekingen, die onderdeel uitmaakten van een grootschalig justitieel onderzoek naar handel in harddrugs, excessief geweld, verboden wapenbezit en witwassen, plaatsgevonden in de woning van [naam 3] en op het kantoor van [gedaagde] , alsook ten kantore van AppyKnows Group, maar onweersproken is dat [gedaagde] , althans [naam 3] , vervolgens niet als verdachte is/zijn gehoord. [gedaagde] heeft een brief van de advocaat van [naam 3] mr. C.F. Korvinus van 1 juni 2016 overgelegd, waaruit volgt dat de doorzoekingen hebben plaatsgevonden in een zaak met een parketnummer dat geen betrekking heeft op [naam 3] , maar op een onderzoek en strafzaak tegen een derde. Dat de formulering in de brief de mogelijkheid zou openlaten dat er wel een onderzoek zou lopen naar [gedaagde] kan zo zijn, maar dat is in dit kort geding allerminst komen vast te staan.
4.11.
Er is tijdens de doorzoeking in de woning van [naam 3] wel een grote hoeveelheid contant geld en diamanten aangetroffen, maar ten aanzien daarvan heeft [gedaagde] verklaard (en met stukken onderbouwd) dat de echtgenote van [naam 3] goudsmid van beroep is en dat [naam 3] zelf gediplomeerd “Polished Diamond Grader” en “Rough Diamond Grader” is. Omdat [naam 3] met enige regelmaat diamanten inkoopt om deze te waarderen, zou hij (vaak) een groot bedrag aan contant geld in huis hebben. Tijdens de zitting is door AppyKnows Group ook nog op andere (curieuze) omstandigheden gewezen, waaronder de omstandigheid dat mevrouw [naam 7] , de twintigjarige dochter van een jeugdvriend van [naam 3] – die, zo stelt AppyKnows Group, volgens De Telegraaf woonachtig is op een woonwagenkamp waar op 19 april 2016 ook doorzoekingen hebben plaatsgevonden en die tevens de rechterhand zou zijn van de leider van een van de grootste drugsbendes van Europa – als bestuurder is benoemd van T&B Vastgoed B.V., een vennootschap waarin [naam 3] zijn onroerende zaken wilde inbrengen. Deze omstandigheden en de daaruit getrokken conclusie (dat [gedaagde] en/of [naam 3] betrokken is/zijn bij strafbare feiten, althans bij een strafrechtelijk onderzoek dat tegen (een van) hen is gericht) zijn evenwel niet nader onderbouwd en daarmee thans onvoldoende aannemelijk geworden. Bij de beoordeling van de voorliggende vorderingen kan hiermee dan ook geen rekening worden gehouden.
4.12.
Onder deze omstandigheden is er vooralsnog niet een goede grond om het probleem dat AppyKnows Group financieel niet in staat is de aandelen in AppyCare van [gedaagde] over te nemen, terwijl juist voor de hand ligt dat AppyCare geheel bij AppyKnows Group komt, op te lossen door [gedaagde] te belasten met overname van aandelen in een vennootschap waarmee zij zelf niets kan. Bij die stand van zaken moet het er voor gehouden worden dat thans niet met een redelijke mate van zekerheid aangenomen kan worden dat in een bodemprocedure de vordering tot veroordeling van [gedaagde] tot overname en levering van alle aandelen die AppyKnows Group houdt in het kapitaal van AppyCare zal worden toegewezen.
4.13.
Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. AppyKnows Group heeft nagelaten te onderbouwen dat zij acuut problemen ondervindt met de financiering van haar onderneming(en) als gevolg van de doorzoekingen. Dat Rabobank [naam 1] heeft medegedeeld dat de bankrekeningen van AppyCare zullen worden afgesloten, is daarvoor onvoldoende. Niet aannemelijk is geworden dat de doorzoekingen bij [gedaagde] en/of [naam 3] de oorzaak er van zijn dat het financieel slecht(er) zou gaan met AppyKnows Group en/of dat er klanten van AppyKnows Group zouden vertrekken dan wel dat AppyKnows Group geen investeerders meer kan vinden. Dat AppyKnows Group toegang heeft tot vertrouwelijke data van haar klanten en dat zij daarom melding aan haar klanten/opdrachtgevers/investeerders dient te maken van de gebeurtenissen, kan zo zijn, maar ook dat is in het kader van een belangenafweging onvoldoende om tot toewijzing van de vorderingen te komen. Tot slot is onweersproken dat de aandelen die AppyKnows Group hield in haar werkmaatschappijen AppyThings en AppyKnows (die de kennis en de knowhow bezitten met betrekking tot de software die voor Inkoopbureau H10, de enige klant van AppyCare, is/wordt ontwikkeld) inmiddels zijn ondergebracht in een nieuwe vennootschap genaamd Appy Enterprise B.V., waardoor er bij AppyKnows Group nog maar beperkt werkzaamheden plaatsvinden, er geen directe betrekking meer bestaat tussen de werkmaatschappijen en AppyKnows Group en het belang om de aandelen in AppyCare over te dragen (enigszins) gereduceerd lijkt te zijn.
4.14.
Dit betekent dat de vordering onder I. niet toewijsbaar is. Om die reden bestaat er thans evenmin aanleiding om het onder II. gevorderde (wijziging van de naam en het adres van AppyCare) toe te wijzen.
4.15.
Appyknows Group zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] en AppyCare worden ieder afzonderlijk begroot op:
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.435,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Appyknows Group in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.435,00,
5.3.
veroordeelt Appyknows Group in de proceskosten, aan de zijde van AppyCare tot op heden begroot op € 1.435,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 12 september 2016.