ECLI:NL:RBGEL:2016:5204

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
272391
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg op geschil over de verkoop van een sleepwagen en de voorasbelasting conform Duitse regelgeving

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen een Duitse eiser en de besloten vennootschap Falkom Kranen Import B.V. over de verkoop van een sleepwagen van het merk Scania, type 113. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Baltus, heeft de sleepwagen aangeschaft met het doel deze in te zetten voor sleep- en bergingsdiensten voor de Duitse politie. De gedaagde, Falkom, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.J. Brugge, heeft de sleepwagen geleverd, maar er zijn geschillen gerezen over de voorasbelasting van het voertuig en de naleving van de Duitse weegvoorschriften.

De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 4 mei 2016 al enkele beslissingen genomen, waaronder de verplichting voor de eiser om de Duitse regelgeving omtrent de weging van voertuigen in het geding te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser stukken in de Duitse taal heeft ingediend, maar dat deze niet vergezeld zijn van een vertaling in het Nederlands. De rechtbank heeft de eiser de gelegenheid gegeven om vertalingen over te leggen, zodat de zaak verder kan worden beoordeeld.

In het vonnis van 7 september 2016 heeft de rechtbank de koop van de sleepwagen ontbonden en Falkom veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de sleepwagen niet voldeed aan de verwachtingen die de eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben, met name met betrekking tot de voorasbelasting. De rechtbank heeft de kosten van het geding aan de zijde van de eiser begroot op een totaalbedrag van € 3.432,27, dat door Falkom moet worden vergoed. De rechtbank heeft de veroordeling tot betaling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/272391 / HA ZA 14-592
Vonnis van 7 september 2016
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] , Duitsland
eiser,
advocaat mr. J.J. Baltus te Landgraaf,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FALKOM KRANEN IMPORT B.V.,
gevestigd te Tiel,
gedaagde,
advocaat mr. D.J. Brugge te Apeldoorn.
Partijen zullen ook hierna weer [eiser] en Falkom genoemd worden. De sleepwagen merk Scania, type 113, VIN XLERM4X2B04357671, die onderwerp is van dit geschil, zal hierna weer worden aangeduid als de sleepwagen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 mei 2016 en de daarin genoemde gedingstukken;
  • de akte indienen stukken van [eiser] met producties;
  • de akte van Falkom met roldatum 1 juni 2016;
  • de akte van Falkom met roldatum 13 juli 2016.
1.2.
Ten slotte is weer vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank blijft bij wat in het vonnis van 4 mei 2016 is overwogen en beslist. Falkom heeft wel te kennen gegeven dat zij zich niet kan verenigen met verscheidene overwegingen uit dat vonnis, maar zij heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die kunnen leiden tot de conclusie dat een daarin opgenomen, niet in de einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, zodat zou moeten worden overgegaan tot heroverweging van die eindbeslissing teneinde te voorkomen dat op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou worden gedaan.
2.2.
Bij dat vonnis heeft de rechtbank:
1) [eiser] opgedragen de in Duitsland geldende regeling voor de weging van voertuigen van de categorie waartoe de sleepwagen behoort in het geding te brengen teneinde te kunnen onderzoeken of de weging met of zonder chauffeur moet plaatsvinden, welke hoeveelheid brandstof op het moment van weging in de tank aanwezig moet zijn, en welke minimumuitrusting niet behoort tot de door de fabrikant voor een standaardvoertuig van dit type (Scania 113) opgegeven specificaties, maar wel daarin, -op en -aan aanwezig moet zijn volgens de geldende Duitse regeling voor toelating tot het wegverkeer en het door [eiser] beoogde gebruik van dat voertuig als sleepwagen;
2) Falkom opgedragen opgaaf te doen van de uitrusting, onderdelen en/of accessoires die zij in opdracht van [eiser] na de levering in, op en aan de sleepwagen heeft aangebracht anders dan ter voldoening aan een verplichting krachtens de voor de sleepwagen geldende Duitse regeling voor toelating tot het wegverkeer, en van het gewicht van die uitrusting, onderdelen en accessoires;
3) ) [eiser] opgedragen opgaaf te doen van uitrusting, onderdelen en/of accessoires die hij na de levering in, op en aan de sleepwagen heeft aangebracht en welke zaken als los gereedschap en toebehoren in de sleepwagen aanwezig moeten zijn voor de uitvoering van de beoogde sleepwerkzaamheden voor de Duitse politie, en van het gewicht van die uitrusting, onderdelen, accessoires, los gereedschap en toebehoren.
2.3.
[eiser] heeft stukken in de Duitse taal in het geding gebracht. Falkom heeft bepleit dat de rechtbank daarop geen acht zal slaan omdat deze stukken niet vergezeld gaan van een vertaling in het Nederlands en omdat zij niet bekend is met de daarin gebruikte, specifiek juridische terminologie.
2.4.
De rechtbank deelt het standpunt van Falkom dat [eiser] geen gelegenheid meer behoort te krijgen om vertalingen over te leggen niet. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen teneinde [eiser] daartoe in de gelegenheid te stellen. Wat de hiervoor onder 1) bedoelde regeling betreft kan [eiser] volstaan met een vertaling van de tekst(gedeelten) waaruit blijkt welke wettelijke regels in Duitsland gelden voor de weging van voertuigen van de categorie waartoe de sleepwagen behoort.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.Beslissing

De rechtbank,
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van
5 oktober 2016voor overlegging van stukken door [eiser] als bedoeld in rechtsoverweging 2.3.2.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 7 september 2016.
Dat door of namens [eiser] werkzaamheden zijn verricht ter verkrijging van voldoening buiten rechte blijkt niet uit zijn stellingen en ook niet uit de overgelegde bescheiden. De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is dan ook niet toewijsbaar.
3.1.
Falkom zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De aan de zijde van [eiser] gevallen kosten worden begroot op € 102,27 voor de betekening van de dagvaarding, € 594,- voor griffierecht, 420,- voor getuigentaxe en vier punten à € 579,- volgens het liquidatietarief voor salaris advocaat, in totaal € 3.432,27.
ontbindt de koop van de sleepwagen, tussen [eiser] en Falkom gesloten op 8 februari 2013;
3.2.
veroordeelt Falkom om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen € 33.008,- inclusief BTW;
3.3.
veroordeelt Falkom in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 3.432,27;
3.4.
verklaart de veroordeling tot betaling en de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
__________________________________________________________________________
ter beantwoording van de vraag of de sleepwagen wel of niet toegelaten wordt de tekst van § 42 lid 3 Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung (StVZO) in het geding gebracht. Deze bepaling luidt:
“1 Das Leergewicht is das Gewicht des betriebsfertigen Fahrzeugs ohne austauschbare Ladungsträger (Behälter, die dazu bestimmt und geeignet sind, Ladungen aufzunehmen und auf oder an verschiedenen Trägerfahrzeugen verwendet zu werden, wie Container, Wechselbehälter) aber mit zu 90 Prozent gefüllten eingebauten Kraftstoffbehältern und zu 100 Prozent gefüllten Systemen für andere Flüssigkeiten (ausgenommen Systeme für gebrauchtes Wasser) einschließlich des Gewichts aller in Betrieb mitgeführten Ausrüstungsteile (zum Beispiel Ersatzräder und -bereifung, Ersatzteile, Werkzeug, Wagenheber, Feuerlöscher, Aufsteckwände, Planengestell mit Planenbügeln un Planenlatten oder Planenstangen, Plane, Gleitschutzeinrichtungen, Belastungsgewichte), bei anderen Kraftfahrzeugen als Kraftfahrzeugen nach § 30a Absatz 3 zuzüglich 75 kg als Fahrergewicht. 2 Austauschbare Ladungsträger, die Fahrzeuge miteinander verbinden oder Zugkräfte übertragen, sind Fahrzeugteile.”
3.5.1.
Deze bepaling houdt kennelijk in dat de weging van het voertuig in het kader van de toelatingseisen moet plaatsvinden met tot 90% gevulde brandstoftank, tot 100% gevulde overige vloeistofsystemen en inclusief alle voor het beoogde gebruik benodigde uitrustingsstukken. Het gemeten gewicht wordt vermeerderd met een forfaitair gewicht van 75 kg voor de bestuurder, waarbij het werkelijke gewicht van de bestuurder buiten beschouwing gelaten wordt.
3.5.2.
In het licht van wat in het voorgaande vonnis is overwogen leidt dit tot de volgende conclusie. Op het moment van weging moet de brandstoftank 270 liter brandstof bevatten. Uitgaande van het soortelijk gewicht van dieselolie van 0,84 mag, aangenomen dat gewogen is met een volle tank, maximaal 30 x 0,84 kg ≈ 25 kg worden afgetrokken van het gemeten voertuiggewicht en moet er 75 kg bij worden opgeteld voor de bestuurder. Met deze correcties komt geen van de vier weegresultaten tot een voorasbelasting van minder dan 7500 kg. Hierbij wordt nog in aanmerking genomen dat aan boord van de sleepwagen diverse losse gereedschappen aanwezig moeten zijn.
3.6.
Waar vast staat dat Falkom wist dat [eiser] de sleepwagen kocht om daarmee sleep- en bergingsdiensten te gaan verrichten voor de Duitse politie en dat hij gebonden was aan de maximum voorasbelasting van 7500 kg, en er gelet op hetgeen in de loop van dit geding te berde gebracht is van uitgegaan mag worden dat de werkelijke voorasbelasting hoger is en niet beperkt kan worden door eenvoudige ingrepen die geen invloed hebben op de inzetbaarheid van de sleepwagen, komt de rechtbank tot het oordeel dat de sleepwagen niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten en die nodig zijn voor het bijzondere gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
3.7.
Ad 2)
Door Falkom aangebrachte uitrusting, onderdelen en/of accessoires
3.8.
Ad 3)
Door [eiser] aangebrachte uitrusting, onderdelen en/of accessoires