ECLI:NL:RBGEL:2016:516

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 januari 2016
Publicatiedatum
2 februari 2016
Zaaknummer
05/780052-15, 05/114132-15, 05/120839-15, 05/121133-15, 05/132704-15, 05/142467-15 en 06/940411-12 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor overval en meerdere winkeldiefstallen in Apeldoorn

Op 26 januari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man, die werd beschuldigd van een overval op een filiaal van Primera Westra in Apeldoorn op 18 juli 2015, waarbij hij met een nepwapen dreigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man ook meerdere winkeldiefstallen heeft gepleegd in Apeldoorn en Beekbergen. De verdachte heeft de feiten bekend en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte na zijn straf moet worden opgenomen voor behandeling en dat hij niet in de buurt van de filialen van Primera in Apeldoorn mag komen. Daarnaast is de man verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van zijn daden. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de verslavingsproblematiek van de verdachte en de impact van zijn daden op de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, maar heeft desondanks een stevige straf opgelegd, gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/780052-15, 05/114132-15, 05/120839-15, 05/121133-15, 05/132704-15, 05/142467-15 en 06/940411-12 (tul)
Datum uitspraak : 26 januari 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte 1]
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. J. Zevenboom, advocaat te Almere-Haven.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 27 oktober 2015 en van 12 januari 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is onder
parketnummer 05/780052-15ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 18 juli 2015 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of zijn mededader(s) en/of een ander
wederrechtelijke te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] te Apeldoorn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mederdader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de [benadeelde 1] in de
richting van voornoemde [slachtoffer] is/zijn gelopen en/of daarbij een dreigende houding heeft/hebben aangenomen en/of (vervolgens) een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, voor zich heeft/hebben gehouden en/of een rode plastic tas aan die [slachtoffer] heeft/hebben gegeven en/of opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Het is een overval, geef mij geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 18 juli 2015 te Apeldoorn (in/uit een winkelpand [benadeelde 1] , gevestigd aan [adres 7] te Apeldoorn), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 775,-- Euro, althans enig geldbedrag, en/of sigaretten, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] te Apeldoorn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen A [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) de [benadeelde 1] in de richting van voornoemde [slachtoffer] is/zijn gelopen en/of daarbij een dreigende houding heeft/hebben
aangenomen en/of (vervolgens) een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp, voor zich heeft/hebben gehouden en/of een rode plastic tas aan die [slachtoffer] heeft/hebben gegeven en/of opzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Het is een overval, geef mij geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) om de
toonbank is/zijn heengelopen en/of geld uit de kassalade heeft/hebben gepakt en/of één of meerdere pak(ken) sigaretten van het merk Camel heeft/hebben gepakt.
Aan verdachte is onder
parketnummer 05/114132-15is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 juni 2015 te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een winkel (supermarkt [benadeelde 2] ) een aantal
levensmiddelen/winkelgoederen (ter waarde van in totaal ongeveer 66,75), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Onder
parketnummer 05/120839-15is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 19 juni 2015 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fustje bier (merk Heineken), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 2] , op of aan de [adres 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 19 juni 2015 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vier, althans een of meer flesje(s) parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , op of aan de [adres 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 19 juni 2015 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een broek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , op of aan de [adres 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Aan verdachte is onder
parketnummer 05/121133-15ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 juni 2015, te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel, gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen
levensmiddelen, althans winkelgoederen (ter waarde van in totaal ongeveer 28,60), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Onder
parketnummer 05/132704-15is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 juli 2015 in de gemeente Apeldoorn, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer vleesproducten en/of een doosje kauwsticks (voor honden), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] (op of aan de [adres 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Ten slotte is onder
parketnummer 05/142467-15aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 juli 2015 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere tube(s) tandpasta, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7] (gevestigt aan de [adres 6] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte de feiten heeft bekend. Daarom zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Parketnummer 05/780052-15
Bewijsmiddelen [1] :
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , pagina’s 23-24;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , pagina’s 87-88;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina’s 101-102 en 113-114.
Parketnummer 05/114132-15
Bewijsmiddelen [2] :
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 1] (namens [benadeelde 2] ), pagina’s 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , pagina’s 9-10;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina’s 15-16.
Parketnummer 05/120839-15
Bewijsmiddelen [3] :
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 2] (namens [benadeelde 2] , feit 1), pagina’s 8-9;
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 3] (namens [benadeelde 3] , feit 2), pagina’s 25‑26;
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 4] (namens [benadeelde 4] , feit 3), pagina 33;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina’s 22-23
Parketnummer 05/121133-15
Bewijsmiddelen [4] :
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 5] (namens [benadeelde 5] ), pagina’s 3-4
- het proces-verbaal van het verhoor van verdachte, pagina’s 9-10.
Parketnummer 05/132704-15
Bewijsmiddelen [5] :
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 6] (namens [benadeelde 6] ), pagina’s 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , pagina 15;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 13.
Parketnummer 05/142467-15
Bewijsmiddelen [6] :
- het proces-verbaal van aangifte door [belanghebbende 7] (namens [benadeelde 7] ) en het daarbij
gevoegde Landelijk aangifteformulier winkeldiefstal, pagina’s 4-9;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , pagina’s 12-13;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 17.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/780052-15:
1.
hij op
of omstreeks18 juli 2015 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of zijn mededader
(s)en/of een ander
wederrechtelijke te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer] heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 1] te Apeldoorn,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mederdader(s), welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)de [benadeelde 1] in de
richting van voornoemde [slachtoffer] is
/zijngelopen
en/of daarbij een dreigende houding heeft/hebben aangenomenen
/of(vervolgens)
een pistool, althanseen op een pistool gelijkend voorwerp, voor zich heeft
/hebbengehouden en
/ofeen rode plastic tas aan die [slachtoffer] heeft
/hebbengegeven en
/ofopzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] heeft
/hebbengezegd: "Het is een overval, geef mij geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
hij op
of omstreeks18 juli 2015 te Apeldoorn (
in/uit een winkelpand [benadeelde 1] , gevestigd aan [adres 7] te Apeldoorn), tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft
/hebbenweggenomen
een geldbedrag van 775,-- Euro, althansenig geldbedrag, en
/ofsigaretten,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 1] te Apeldoorn,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen A [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat verdachte
en/of zijn mededader(s)de [benadeelde 1] in de richting van voornoemde [slachtoffer] is
/zijngelopen en
/of daarbij een dreigende houding heeft/hebben
aangenomen en/of(vervolgens)
een pistool, althanseen op een pistool gelijkend voorwerp, voor zich heeft
/hebbengehouden en
/ofeen rode plastic tas aan die [slachtoffer] heeft
/hebbengegeven en
/ofopzettelijk dreigend tegen die [slachtoffer] heeft
/hebbengezegd: "Het is een overval, geef mij geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
/of(vervolgens) om de
toonbank is
/zijnheengelopen en
/ofgeld uit de kassalade heeft
/hebbengepakt en
/of één of meerdere pak(ken)sigaretten
van het merk Camelheeft
/hebbengepakt.
Parketnummer 05/114132-15:
hij op
of omstreeks11 juni 2015 te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
in/uit een winkel (supermarkt [benadeelde 2] ) een aantal
levensmiddelen/winkelgoederen (ter waarde van in totaal ongeveer 66,75),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de [benadeelde 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Parketnummer 05/120839-15:
1.
hij op
of omstreeks19 juni 2015 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fustje bier (merk Heineken),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de [benadeelde 2] ,
op ofaan de [adres 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op
of omstreeks19 juni 2015 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vier
, althans een of meerflesje
(s
)parfum,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 3] ,
op ofaan de [adres 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op
of omstreeks19 juni 2015 te
Beekbergen, gemeenteApeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een broek
, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 4] ,
op ofaan de [adres 3]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Parketnummer 05/121133-15:
hij op
of omstreeks20 juni 2015, te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een winkel, gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen
levensmiddelen, althans winkelgoederen (ter waarde van in totaal ongeveer 28,60),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 5]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Parketnummer 05/132704-15:
hij op
of omstreeks6 juli 2015 in de gemeente Apeldoorn, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meervleesproducten en
/ofeen doosje kauwsticks (voor honden)
, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 6] (op
of aande [adres 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Parketnummer 05/142467-15:
hij op
of omstreeks16 juli 2015 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een ofmeerdere tube
(s
)tandpasta,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde 7] (gevestigt aan de [adres 6] ),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/780052-15: afpersing en diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
Parketnummer 05/114132-15: diefstal;
Parketnummer 05/120839-15: diefstal, meermalen gepleegd;
Parketnummer 05/121133-15: diefstal;
Parketnummer 05/132704-15: diefstal;
Parketnummer 05/142467-15: diefstal.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Drs. [psycholoog] , psycholoog, heeft in het rapport van psychologisch onderzoek van 6 januari 2016 uiteengezet dat bij verdachte sprake is van langdurige verslavingsproblematiek en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De afhankelijkheid van drugs heeft hem afhankelijk gemaakt van zijn dealer. In combinatie met een gebrekkig normbesef en een gebrek aan verantwoordelijkheid was verdachte onvoldoende in staat de controle over zijn eigen gedrag te behouden. Geadviseerd wordt om verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel zouden enkele bijzondere voorwaarden moeten worden verbonden, te weten de meldplicht, een klinische behandeling, een ambulante behandeling en verblijf in een instelling voor begeleid wonen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat een lange detentie verdachte niet zal baten. Het is noodzakelijk dat hij wordt behandeld en daarom zou hij per 26 januari 2016 moeten worden overgeplaatst naar de [kliniek 1] .
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan winkeldiefstallen, die al genoeg overlast en irritatie opleveren, en hij is er uiteindelijk toe overgegaan tot het plegen van een overval op een winkel waarbij hij een (nep)wapen heeft getoond. Feiten als deze hebben een enorme impact op het slachtoffer en leveren gevoelens van onveiligheid op in de samenleving.
Uit de reclasseringsadviezen van 21 juli 2015, 28 september 2015 en 23 oktober 2015 komt het volgende naar voren. Verdachte kent een verleden met verslavingsproblematiek. Gedurende een toezichtstermijn, die duurde van 22 februari 2013 tot en met 15 maart 2015, woonde hij bij [kliniek 2] , een beschermde woonvorm. De eerste negen maanden viel verdachte nog regelmatig terug in harddrugsgebruik, maar sinds eind 2013 had hij zijn gebruik onder controle. Verdachte heeft tijdens het toezicht een grote vooruitgang geboekt en zijn leven draaide niet meer om drugs. In juni 2015, na beëindiging van het toezicht, is verdachte echter teruggevallen in gebruik van cocaïne en heroïne. Hij is ook weer in beeld gekomen bij Omnizorg, de opvang voor dak- en thuislozen met psychiatrische of verslavingsproblemen. Onder invloed van middelen heeft hij diefstallen en een overval gepleegd.
Het recidiverisico is hoog, omdat verdachte volledig is teruggevallen in drugsgebruik en daarmee samenhangend delictgedrag.
Verdachte heeft spijt en berouw getoond bij de reclassering en staat open voor een nieuw klinisch behandeltraject. Hij wil zelf abstinent worden van de drugs en wil uiteindelijk zelfstandig gaan wonen. Er is gesproken over een traject met een klinische opname, gevolgd door uitstroom naar begeleid of beschermd wonen.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met een meldplicht, een verplichte klinische behandeling (die naar verwachting 6 tot 24 maanden zal duren), een verplichte ambulante vervolgbehandeling, een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod voor de [benadeelde 1] aan het [adres 7] in Apeldoorn.
Op 11 januari 2016 heeft de reclassering per e-mail bericht dat verdachte per 26 januari 2016 kan worden opgenomen bij [kliniek 1] . De klinische behandeling zal naar verwachting negen tot twaalf maanden duren. In dezelfde e-mail is aangegeven dat op 18 november 2015 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen verdachte en het slachtoffer van de overval, mevrouw [slachtoffer] , waarbij verdachte zijn excuses heeft aangeboden. Ter zitting is de eindovereenkomst van de Slachtoffer in beeld-mediation van
18 november 2015 overgelegd.
In het rapport van psychologisch onderzoek van 6 januari 2016 heeft drs. [psycholoog] , psycholoog, haar bevindingen neergelegd. Verdachte is een kwetsbare man met een tekortschietende impulscontrole. Hij beschikt over minimale zelfstructurerende vermogens en effectieve copingvaardigheden. Verdachte is geneigd zijn probleemgedrag te bagatelliseren en te externaliseren. Er is sprake van onvoldoende probleeminzicht, van onvoldoende introspectieve, empathische, zelfkritische vermogens en van een lacunaire gewetensontwikkeling. Verder is sprake van beperkte draagkracht en een hoge mate van impulsiviteit en angst. Verdachte probeert negatieve emoties hanteerbaar te maken door het gebruik van drugs en hij heeft een sterke behoefte aan controle. Verder stelt hij zich afhankelijk op en maakt hij weinig eigen keuzes. De persoonlijkheidsstoornis en de risicovolle leefsituatie maken, zeker als hij niet voldoende wordt begrensd, dat verdachte steeds minder in staat is zijn eigen gedrag in de hand te houden en te reguleren. Gebrekkige remmingen in combinatie met middelengebruik kunnen leiden tot (agressieve) impulsdoorbraken en delictgedragingen die in ernst zullen toenemen.
Om het recidiverisico te verminderd zal een breed en langdurig behandel- en begeleidingsaanbod moeten worden gedaan om een stabiele leefsituatie te kunnen bereiken. Binnen de behandeling zal moeten worden onderzocht in hoeverre verdachte zich op emotioneel, introspectief, empathisch, relationeel/interactioneel, zelfkritisch en zelfstructurerend gebied kan ontwikkelen tot een persoon met meer eigenheid en zelfstandigheid.
De rechtbank houdt er rekening mee dat in het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 27 november 2015 meerdere vermogensdelicten vermeld staan. De rechtbank heeft verder acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting en neemt in aanmerking dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot oplegging van een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, zoals door de officier van justitie is geëist. De rechtbank overweegt dat verdachte in zeer korte tijd een groot aantal winkeldiefstallen heeft gepleegd en op 18 juli 2015 het dreigen met geweld niet uit de weg is gegaan. Deze overval rekent de rechtbank verdachte in het bijzonder aan, ook gelet op de gevolgen daarvan voor de betrokken winkelmedewerkster. Hoewel de rechtbank (klinische) behandeling van verdachte belangrijk vindt, ook gelet op de adviezen van de reclassering en de psycholoog, kan en wil de rechtbank niet volstaan met een gevangenisstraf die beperkt in duur is, omdat het de rechtbank voorkomt dat dit niet (langer) afdoende is. Hierbij is van belang dat verdachte al meermalen behandeling heeft gehad, waaronder in het kader van de tenuitvoerlegging van twee ISD-maatregelen, en dat deze behandelingen kennelijk onvoldoende zoden aan de dijk hebben gezet. Gelet op het strafblad van verdachte en het feit dat hij nu is overgegaan tot het dreigen met geweld acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel na te melden bijzondere voorwaarden koppelen, die met name zien op de behandeling en begeleiding van verdachte. Voor een contactverbod, zoals door de reclassering geadviseerd maar niet door de officier van justitie geëist, ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding. Omdat [slachtoffer] , zoals aangegeven in de eindovereenkomst van Slachtoffer in beeld, prijs stelt op een winkelverbod voor alle filialen van [benadeelde 1] in Apeldoorn en het filiaal van [benadeelde 8] op de (naar de rechtbank begrijpt) [adres 8] in Apeldoorn, en verdachte hiermee ook akkoord is gegaan, zal de rechtbank dat locatieverbod als bijzondere voorwaarde opnemen.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/780052-15 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.030,-, bestaande uit een bedrag van € 30,- voor verlies arbeidsvermogen en een bedrag aan immateriële schade van € 1.000,-
De benadeelde partij [benadeelde 9] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/120839-15, feit 2, bewezenverklaarde. Gevorderd wordt een bedrag van € 134,40.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen volledig voor toewijzing in aanmerking komen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt over de vorderingen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van [slachtoffer] deels voor toewijzing in aanmerking komt, te weten voor zover vergoeding voor materiële schade wordt gevorderd. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. In de schriftelijke slachtofferverklaring heeft [slachtoffer] de gevolgen die de overval voor haar hebben gehad, beschreven. Hoewel de rechtbank zich goed kan voorstellen dat de overval voor [slachtoffer] zoals zij beschrijft impact heeft gehad, dient zij niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit deel van haar vordering. De enige grond uit artikel 6:106, eerste lid, Burgerlijk Wetboek die in dit geval, waarin geen sprake is van lichamelijk letsel, voor vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade aanleiding kan vormen, is aantasting van de persoon op andere wijze. Voor toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op aantasting van de persoon op andere wijze is volgens de Hoge Raad uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen (vgl. HR 29 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1519). Het dient daarbij te gaan om een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, waaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld (vgl. HR 22 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5356, NJ 2002/240, en HR 9 mei 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4606, NJ 2005/168). Naar het oordeel van de rechtbank biedt de onderbouwing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] onvoldoende aanknopingspunten dat bij haar door het bewezenverklaarde feit dergelijk geestelijk letsel is veroorzaakt.
Naar het oordeel van de rechtbank komt de vordering van [benadeelde 9] volledig voor toewijzing in aanmerking.
7b. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, opgelegd door de politierechter in Arnhem op 7 februari 2013.
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte de onderhavige feiten heeft gepleegd na het einde van de proeftijd, zodat de vordering moet worden afgewezen.
De rechtbank stelt vast dat de proeftijd van bovenvermelde veroordeling, blijkens het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 27 november 2015, is aangevangen op
22 februari 2013. Als einddatum is 21 februari 2015 opgenomen. De onderhavige vordering is door de officier van justitie ingediend op 28 juli 2015.
De rechtbank overweegt dat verdachte in deze periode nog enkele geweken gedetineerd is geweest, te weten van 6 augustus 2013 tot 27 augustus 2013 en van 30 juni 2014 tot 21 juli 2014. Ook met inachtneming van deze periodes komt de rechtbank tot de conclusie dat de vordering later dan drie maanden na het verstrijken van de proeftijd is ingediend. Dit betekent dat het Openbaar Ministerie, gelet op het bepaalde in artikel 14g, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, niet-ontvankelijk wordt verklaard.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
1 (één) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op
drie jarenwordt bepaald;
 de algemene voorwaarden dat verdachte:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Victas Reclassering en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling laat opnemen in [kliniek 1] of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, voor een periode van maximaal 12 maanden, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- zich aansluitend aan de klinische behandeling laat behandelen voor zijn verslavings- en psychische problematiek in combinatie met het delictgedrag bij een nader te indiceren instelling voor ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling zullen worden gegeven;
- aansluitend aan de klinische behandeling verblijft in een nader te indiceren 24-uurs voorziening of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld en zolang de reclassering dit nodig acht;
- zich niet zal bevinden in of in de directe omgeving van de filialen van [benadeelde 1] in Apeldoorn dan wel in of in de directe omgeving van het filiaal van [benadeelde 8] op de [adres 8] in Apeldoorn, zolang de reclassering dit nodig acht;
- Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht);
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van
parketnummer 05/780052-15tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[slachtoffer] , van een bedrag van
€ 30,- (dertig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] een bedrag
te betalen van € 30,- (dertig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
één daghechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van
feit 2 van parketnummer 05/120839-15tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 9]van een bedrag van
€ 134,40 (honderdvierendertig euro en veertig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan verdachte de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 9] een bedrag
te betalen van € 134,40 (honderdvierendertig euro en veertig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
twee dagenhechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijkin de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn, voorzitter, mr. N.C. van Lookeren Campagne en mr. W.F. Roelink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2016.
mr. Roelink is buiten staat dit
vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, districtelijk Overvallenteam, onderzoek ‘Hazelaar’, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015351708, gesloten op 24 augustus 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden en het stand van zaken proces-verbaal met betrekking tot de eindstand van onderzoek ‘Hazelaar’, verdachten [verdachte 1] en [medeverdachte] , tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost‑Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015281510, gesloten op 11 juni 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Oost‑Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015301746, gesloten op 22 juni 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
4.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] van de politie Oost‑Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015298451, gesloten op 22 juni 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 5] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015327417, gesloten op 8 juli 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 6] van de politie Oost‑Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015347896, gesloten op 16 juli 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.