2.10.Bij brief van 29 april 2016 heeft BPD de VvE bericht wat de status was van de op grond van het arbitraal vonnis uit te voeren punten, te weten:
Punt 9, Geluidsoverlast liften
Zoals wij hebben toegelicht tijdens het overleg op 12 april jl., zijn hier in januari jl. – nadat voor de liften in gebouw B en C dezelfde aanpassingen zijn uitgevoerd als in gebouw A – zogenoemde nulmetingen verricht. De in gebouw B en C geconstateerde overschrijding is vergelijkbaar met die in gebouw A.
In alle drie de gebouwen zijn nu de conusgaten dichtgezet en zijn rubbers aan de ophanging van de lift toegevoegd om geluidsoverdracht door trillingen tegen te gaan. Tevens is de motor van de lift opnieuw ingeregeld en is de rem van de lift vertraagd.
In het rapport, dat door [bedrijf 1] werd opgesteld naar aanleiding van de eerste metingen in gebouw A, is nog een aantal andere aanbevelingen gedaan. Helaas zijn deze in deze situatie bouwkundig niet uitvoerbaar. De motor hangt nu op de betonwand tussen de liftschacht en de appartementen. De overige wanden zijn van kalkzandsteen en niet geschikt voor het uitvoeren van de door [bedrijf 1] voorgestelde aanpassingen:
• De motor kan niet op een andere wand worden gehangen dan de betonwand (tussen de
liftschacht en de appartementen);
• De voorgestelde aanpassing, waarbij een balk wordt bevestigd bovenin de liftschacht waaraan de liftmotor trillingsvrij zou moeten worden bevestigd, is niet uitvoerbaar omdat ook hier de ondergrond van kalkzandsteen is;
• In aanvulling daarop heeft [bedrijf 3] met [bedrijf 1] nog de mogelijkheid besproken om de
liftgeleiders trillingsvrij opnieuw te bevestigen met rubber ankers. Van deze mogelijkheid, waaraan een prijskaartje hangt van ca. € 40.000,- exclusief BTW per lift, gaf [bedrijf 1] echter aan dat er geen verbetering te verwachten zou zijn (bijlage).
Voor het vervangen van de liften treft u bijgevoegd de offertes aan. Deze zien toe op vervanging van de liften, de aanvullende bouwkundige kosten (geraamd op eenzelfde bedrag als voor de liften is geoffreerd) volgen zo spoedig mogelijk. Vanwege de vakantieperiode is het voor [bedrijf 3] helaas niet mogelijk gebleken de onderbouwing van de bouwkundige kosten op papier te zetten. Het totale kostenplaatje per gebouw komt, inclusief geraamde bouwkundige kosten, op ca. € 110.000,- exclusief BTW, wat voor drie liften uit zou komen op een bedrag van ca. € 330.000,- exclusief BTW. Het vervangen van de liften zou tevens een periode van 2 à 3 weken omvatten, gedurende deze periode kan door de bewoners van de liftinstallatie geen gebruik worden gemaakt.
Naar mening van BPD staan voornoemde kosten (alsmede de overlast welke de werkzaamheden met zich meebrengen) niet in verhouding tot de klacht.
Het is daarom dat wij u een minnelijk voorstel willen doen ter finale afhandeling van deze kwestie.
Tegen finale kwijting is BPD bereid de VvE een nader overeen te komen bedrag te vergoeden ten titel van vervangende schadevergoeding. In geval de VvE daarmee akkoord gaat, zal een en ander worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, waarin tevens finale kwijting is opgenomen.
Voornoemd voorstel doet BPD onder de voorwaarde dat alle overige eigenaars voor zichzelf eveneens instemmen met deze regeling en BPD terzake kwijting verlenen, zulks met uitzondering van de heer [eiser] ( [adres] te [woonplaats] ), vanwege zijn mogelijke aanspraken uit een eerder arbitraal vonnis, gewezen tussen hem en BPD.
Wij verzoeken u om ons uiterlijk binnen 3 weken na dagtekening te berichten of de VvE bereid is op basis van voornoemd voorstel met BPD in overleg te treden.