Uitspraak
[X] , wonende te [Z] , eiser(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
mr. drs. O.D. Heitling, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
5 augustus 2016.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak gaat het om een geschil over de WOZ-waarde van een woning en de vraag of de beslistermijn voor het indienen van bezwaar na terugwijzing door de rechtbank nog steeds geldt. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde van zijn woning voor het jaar 2015, maar dit bezwaar werd door de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 11 augustus 2015 het beroep gegrond verklaarde en de zaak terugwees naar de heffingsambtenaar voor een nieuwe uitspraak op bezwaar. Eiser stelde de heffingsambtenaar vervolgens in gebreke, maar de heffingsambtenaar deed op 19 december 2015 opnieuw uitspraak op bezwaar, waarbij het verzoek om een dwangsom werd afgewezen.
De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de beslistermijn van artikel 30, negende lid, van de Wet WOZ ook na de terugwijzing door de rechtbank van toepassing blijft, omdat de rechtbank geen termijn heeft gesteld voor de nieuwe uitspraak op bezwaar. Dit betekent dat de heffingsambtenaar binnen de wettelijke termijn heeft beslist en dus niet in gebreke is gebleven. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen recht heeft op een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar.
De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes, rechter, en is openbaar uitgesproken op 5 augustus 2016. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.