Uitspraak
Stichting [werkgever]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de werknemer, die in dienst was bij een stichting die inmiddels in staat van faillissement is verklaard, nakoming van een contractuele regeling uit zijn arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft eerder een tussenvonnis gewezen waarin de procedure is besproken. De werknemer stelt dat hij recht heeft op een schadevergoeding op basis van artikel 10 van zijn arbeidsovereenkomst, die betrekking heeft op de beëindiging van de overeenkomst. De werkgever, de stichting, voert verweer en stelt dat de werknemer niet ontvankelijk is in zijn vordering omdat de contractuele regeling al in een eerdere ontbindingsprocedure is behandeld. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer ontvankelijk is in zijn vordering, omdat de contractuele regeling in een afzonderlijke procedure kan worden ingediend. De werkgever heeft ook een beroep gedaan op de Zorgbrede Governance Code en de Beloningscode Bestuurders in de Zorg, maar de kantonrechter oordeelt dat de werknemer recht heeft op de schadevergoeding, tenzij het ontslag zijn uitsluitende of voornaamste reden vindt in verwijtbaar handelen van de werknemer. De kantonrechter houdt verdere beslissingen aan en stelt de werkgever in de gelegenheid om bewijs te leveren van de door haar gestelde dringende redenen voor het ontslag van de werknemer.