Uitspraak
[veroordeelde](hierna te noemen: veroordeelde),
1.De inhoud van de vordering
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.De beoordeling van de vordering
4.De toegepaste wettelijke bepalingen
5.De beslissing
nihil;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 4 juli 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering van de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Nederland tegen de veroordeelde. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de officier van justitie een bedrag van € 366.259,84 heeft gevorderd. De zitting vond plaats op 20 juni 2016, waarbij de veroordeelde en zijn raadsman, mr. M.P.T. Peters, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. H.C.C. Berendsen, heeft de vordering gehandhaafd. De rechtbank heeft kennisgenomen van het vonnis van 4 juli 2016, waarin de veroordeelde is veroordeeld voor verduistering en oplichting, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft genoten, dat geschat wordt op € 380.077,77. Echter, omdat de rechtbank ook een schadevergoedingsmaatregel heeft opgelegd van € 442.916,-, die hoger is dan het genoten voordeel, heeft de rechtbank de terugvordering vastgesteld op nihil. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de vordering van de officier van justitie is afgewezen.