Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 december 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 18 maart 2016.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert eiser een verklaring voor recht dat gedaagde, een taxateur, onrechtmatig heeft gehandeld door bij de taxatie van een pand op 19 december 2006 niet de zorgvuldigheid in acht te nemen die van een redelijk handelend taxateur verwacht mag worden. Eiser stelt dat hij hierdoor schade heeft geleden en vordert een verwijzing naar de schadestaatprocedure. Gedaagde voert verweer en stelt dat de vordering is verjaard op grond van artikel 3:310 lid 1 BW. De rechtbank oordeelt dat eiser op het moment van het ontvangen van de contrataxatie op 5 juni 2007 bekend is geraakt met de schade, en dat de verjaringstermijn op dat moment is begonnen. De rechtbank concludeert dat de vordering van eiser is verjaard, aangezien er meer dan vijf jaren zijn verstreken tussen de aanvang van de verjaringstermijn en de aansprakelijkstelling van gedaagde op 9 september 2014. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten van gedaagde.