ECLI:NL:RBGEL:2016:2861

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 mei 2016
Publicatiedatum
27 mei 2016
Zaaknummer
300881
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging van een distributieovereenkomst en de gevolgen daarvan in het kader van contractsvrijheid en mededingingsrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [eiser], en SHURE DISTRIBUTION BENELUX B.V., hierna Shure. De eiseres vorderde een veroordeling van Shure tot voortzetting van de distributieovereenkomst die op 9 april 2015 was getekend. De achtergrond van het geschil ligt in de opzegging van de distributieovereenkomst door Shure per 1 april 2016, welke opzegging door eiseres als onterecht werd bestreden. Eiseres stelde dat de opzegging niet op een voldoende zwaarwegende grond was gebaseerd en dat er een bestendige handelsrelatie van 11 jaar bestond, wat een langere opzegtermijn rechtvaardigde. Shure voerde aan dat eiseres haar contractuele verplichtingen had geschonden door producten via niet-geautoriseerde kanalen te verkopen en dat de opzegging in overeenstemming was met de contractuele afspraken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opzegging van de overeenkomst per 1 april 2016 rechtsgeldig was en dat er geen aanleiding was om een langere opzegtermijn te hanteren. De vorderingen van eiseres werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/300881 / KG ZA 16-165
Vonnis in kort geding van 13 mei 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser],
gevestigd te [plaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. J.J. Blaak-Looij te Goes,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHURE DISTRIBUTION BENELUX B.V.,
gevestigd te Buren ,
gedaagde,
advocaat mr. J. Staab te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Shure genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 26 april 2016
  • de antwoordakte, tevens akte overlegging producties
  • de e-mail d.d. 2 mei 2016 met een aanvullende productie van [eiser]
  • de mondelinge behandeling d.d. 3 mei 2016
  • de pleitnota van [eiser]
  • de pleitnota van Shure .
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een onderneming die via internet en in winkels onder meer muziekinstrumenten, geluidsinstallaties, microfoons en dj-gear verkoopt.
2.2.
Shure , opgericht in november 2009, is producent van hoogwaardige professionele audioproducten, zoals microfoons, draadloze microfoonsystemen en koptelefoons. Om de kwaliteit van haar producten te waarborgen hanteert Shure een systeem van selectieve distributie.
2.3.
[eiser] heeft vanaf juni 2010 rechtstreeks producten geleverd gekregen van Shure . Per 1 april 2013 zijn partijen een distributieovereenkomst aangegaan voor de duur van een jaar.
2.4.
Per 1 april 2014 zijn partijen wederom een distributieovereenkomst voor de duur van een jaar met elkaar aangegaan. Op 25 maart 2014 heeft Shure [eiser] de betreffende overeenkomst toegestuurd. In de begeleidende brief bij deze overeenkomst staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“In de bijlage ontvangt u onze nieuwe RETAIL distributieovereenkomst 2014.
Alle bestaande overeenkomsten/afspraken worden automatisch beëindigd met ingang van 31 maart 2014.
Mocht u er voor kiezen om met onze producten te blijven werken, dan verzoeken wij u vriendelijk de ondertekende exemplaren (contract in tweevoud en productoverzicht) van deze overeenkomst aan ons te retourneren vóór 10 april 2014. (..)
Vanaf 1 april 2014 kunnen we alleen zaken doen gebaseerd op deze RETAIL distributieovereenkomst. Het is daarom belangrijk dat u tijdig het contract ondertekent terug stuurt vóór 10 april 2014 om te voorkomen dat uw account wordt gesloten. (..)”
2.5.
Per e-mail van 26 februari 2015 heeft Shure [eiser] de distributieovereenkomst voor 2015/2016 toegestuurd. Deze e-mail luidt, voor zover van belang, als volgt:
“De huidige Distributie- of Samenwerkingsovereenkomst is met ingang van 1 april 2014 tot stand gekomen en heeft een looptijd van één jaar.Deze overeenkomst en voortvloeiende afspraken worden automatisch beëindigd met ingang van 31 maart 2015.
Ter kennisgeving sturen wij u hierbij de nieuwe, digitale overeenkomst voor 2015. (..)
Wij verzoeken u vriendelijk om deze originele documenten (inclusief de bijlage en de algemene voorwaarden) in tweevoud te ondertekenen en beide getekende exemplaren, inclusief de bijlage en algemene voorwaarden, retour te sturen vóór 1 april 2015. (..)”
De betreffende distributieovereenkomst is op 9 april 2015 getekend.
2.6.
In laatstgenoemde distributieovereenkomst staat, voor zover relevant, het volgende vermeld:
ARTIKEL 4
Internet en postorderverkoop
(..)
4.8
Verkoop van producten via internetpagina’s van derden
Deze distributieovereenkomst geeft geen recht op directe verkoop of verhuur van de in bijlage A genoemde producten via internetpagina’s van derden (bijvoorbeeld Ebay/Marktplaats.nl). Het is de Geautoriseerde handelspartner verboden deze producten zelf of door derden, direct of indirect via internetplatformen van derden of via een middels dergelijke internetplatformen toegankelijke shop die het logo en/of de naam van de platvorm van derden draagt, te verkopen en/of op andere wijze in de handel te brengen.De directe verkoop of de verhuur van deze producten via dergelijke internetpagina’s van derden vormt een ernstige schending van de overeenkomst en geeft SHURE het recht de overeenkomst overeenkomstig artikel 11.2 van deze overeenkomst te beëindigen.
4.9
Promotie van de producten
De Geautoriseerde handelspartner is bevoegd de contractproducten op internetpagina’s / in catalogi van derden actief te promoten.
ARTIKEL 5
Plichten van de Geautoriseerde handelspartner
5.1
Algemene plichten
Naast de bovengenoemde voorwaarden is de Geautoriseerde handelspartner gedurende de duur van deze overeenkomst verplicht
(..)
5.1.2
in het geval van distributie binnen de Europese Economische ruimte (hierna: EER) de in bijlage A genoemde producten slechts aan eindgebruikers of aan voor het betreffende contractproduct geautoriseerde handelspartners (gespecialiseerde detail- en/of groothandelaren) alsmede aan voor de contractproducten Geautoriseerde handelspartners te verkopen respectievelijk te leveren; indien de Geautoriseerde handelspartner twijfelt of de koper een Geautoriseerde handelspartner is, dient hij onmiddellijk navraag te doen bij SHURE , voordat hij de producten levert;
(..)
ARTIKEL 11
Duur van de overeenkomst en beëindiging
11.1
Deze overeenkomst treedt in werking op 1-4-2015 en heeft een looptijd van één jaar. De overeenkomst kan door beide Partijen zonder opgaaf van redenen schriftelijk worden opgezegd aan het einde van elke kalendermaand met een opzegtermijn van drie maanden. Indien de overeenkomst niet uiterlijk drie maanden vóór het einde van haar looptijd wordt opgezegd, wordt zij telkens automatisch met één jaar verlengd.”
2.7.
Namens [eiser] zijn er jarenlang bijna dagelijks lange e-mails aan Shure gestuurd met als onderwerp
“My competitor decreased his price, is there a better price available?”
In deze e-mails werden producten van Shure opgesomd die onder de adviesprijs verkocht werden en werden de websites vermeld waar de betreffende producten te koop waren. Op 5 juni 2014 en 3 september 2014 zijn namens [eiser] eveneens mails gestuurd aan Shure met verwijzingen naar websites van concurrenten met daarbij de opmerking:
“Waarom is thomann weer gezakt? Wederom uitdagen?”en
“Wil jij deze eens bij de les houden.”
2.8.
Shure heeft op de hiervoor onder 2.7 genoemde e-mails herhaaldelijk, onder meer op 6 en 16 juni 2014, 5 september 2014 en 12 september 2015 als volgt gereageerd:
“Wij als fabrikant/directe distributeur van Shure in de Benelux kunnen alleen de inkoopprijzen bepalen en de aanbevolen verkoopprijzen definiëren.Wettelijk is het ons niet toegestaan verkoopprijzen te bepalen.”
2.9.
Op 14 mei 2014 is binnen het bedrijf van Shure een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:
“See below. [eiser] Shop is offering Shure products on Amazon.de. Can you please handle this?”
2.10.
Op 14 augustus 2015 is namens Shure een e-mail gestuurd aan de heer [eiser] (hierna te noemen de heer [eiser] ) met de volgende inhoud:
“Jij staat met [eiser] -shop.de (..) met de gehele QLXD lijn op Amazon. Dit is niet afgesproken in het contract. Kun jij dit graag spoedig eraf halen?(..)”
2.11.
De heer [eiser] heeft als volgt op laatstgenoemde mail gereageerd:
“Ik verkoop niet op amazon. Het zijn ads zoals google adwords. (..)”
2.12.
Een interne e-mail van Shure d.d. 11 november 2015 luidt als volgt:
“Wie besprochen, [eiser] verkauft direkt auf Amazon. Also nicht nur die Werbung mit Link zu seinem Webshop, sondern man kann direkt auf Amazon bestellen, der Link zum dem Store: (..) und der Screenshot. ”
2.13.
De heer [naam 1] heeft namens Shure in november 2015 een testaankoop gedaan bij [eiser] via de website Hitmeister.de. De betreffende bestelling is via [eiser] geleverd.
2.14.
Shure heeft op 2 december 2015 een testaankoop geïnitieerd bij [eiser] via een tussenhandelaar die geen geautoriseerde handelspartner is. [eiser] heeft deze verkoop uitgevoerd.
2.15.
Per brief van 4 december 2015 heeft Shure de distributieovereenkomst met [eiser] opgezegd. In deze brief staat, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(..) Shure wenst de overeenkomst te beëindigen. Daartoe zegt Shure de overeenkomst op met inachtneming van een termijn van drie maanden (na het einde van deze maand). Dit betekent, gelet op artikel 11 van de overeenkomst, dat de overeenkomst per 1 april 2016 zal zijn beëindigd.
Shure wijst uw firma op de in artikel 12 van de overeenkomst omschreven gevolgen van de beëindiging (een kopie gaat hierbij).
Voor de volledigheid voeg ik toe dat wij bereid zijn om uw voorraad van Shure -producten tegen de factuurprijs terug te nemen, zoals bedoeld in artikel 12.1 van de overeenkomst. (..)”
2.16.
De heer [eiser] heeft per e-mail van 8 december 2015 als volgt op deze opzegging gereageerd:
“Vandaag de opzegbrief ontvangen. Is dit een formaliteit of moet ik hem serieus nemen?”
2.17.
Op 17 maart 2016 heeft de heer [naam 2] , managing director van Shure Distribution GmbH (hierna te noemen [naam 2] ), de heer [eiser] een e-mail gestuurd waarin het volgende vermeld staat:
“I have to apologize. While I promised at ISE to visit you, I have to say, I can’t make it.My calendar is do heavily booked with appointments in the US and in Asia, there’s simply no time slot left.These appointments are due to a new organizational structure within the retail business of SHURE .
As a consequence of that new structure we have to stick to our termination letter.
This doesn’t mean that there’s no chance for a comeback - simply not now.”
2.18.
[eiser] heeft jaarlijks voor 2,3 miljoen euro exclusief btw bij Shure ingekocht en de betreffende producten voor een bedrag van circa 3,4 miljoen euro inclusief btw verkocht. De jaaromzet van [eiser] bedroeg in 2014 € 76.256.594,00.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis primair veroordeling van Shure tot voortzetting van de distributieovereenkomst met [eiser] op de voorwaarden zoals overeengekomen in de op 9 april 2015 getekende distributieovereenkomst en bijbehorende aanvullende overeenkomst betreffende o.m. bonussen, zulks conform de leveringspraktijk van de afgelopen periode met een servicelevel van gemiddeld 97% uit voorraad leverbaar en dus tot doorlevering aan [eiser] totdat tussen partijen na onderhandeling een nieuwe distributieovereenkomst tot stand is gekomen of in een bodemprocedure onherroepelijk uitspraak is gedaan over een al dan niet bestaande verplichting voor Shure om [eiser] toegelaten te houden c.q. toe te laten tot haar gesloten distributiestelsel c.q. met [eiser] een (nieuwe) distributieovereenkomst af te sluiten. Subsidiair vordert [eiser] veroordeling van Shure tot het hanteren van een redelijke opzegtermijn van een jaar. Zowel primair als subsidiair vordert [eiser] veroordeling van Shure in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Shure voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening gegeven.
4.2.
[eiser] legt aan haar primaire vordering ten grondslag dat de opzegging van 4 december 2015 in de gegeven omstandigheden niet tot het einde van de distributieovereenkomst kan leiden. Zij voert daartoe ten eerste aan dat zij gezien de voorgeschiedenis er niet op bedacht was en hoefde te zijn dat deze opzegging werkelijk bedoeld was om tot een einde van de overeenkomst te komen. Volgens [eiser] is de distributieovereenkomst in de voorafgaande jaren telkens uiterlijk drie maanden vóór het einde van de looptijd op soortgelijke wijze opgezegd en is er vervolgens een nieuwe overeenkomst voor de duur van een jaar aangeboden.
4.3.
Shure heeft ter weerlegging van dit standpunt de hiervoor onder 2.4 en 2.5 genoemde brief en e-mail overgelegd. In deze brief en e-mail, die gedateerd zijn kort voor de expiratiedatum van de lopende overeenkomsten, is gewezen op het naderende einde van de overeenkomsten en is de mogelijkheid geboden een nieuwe overeenkomst te sluiten. Namens Shure is ter zitting verklaard dat er naast deze brief en e-mail geen andere opzeggingen zijn verstuurd. [eiser] heeft ter zitting aangevoerd dat de betreffende overeenkomsten wel drie maanden voor het einde van de looptijd formeel zijn opgezegd, maar heeft dit standpunt niet met bewijsstukken gestaafd. Nu niet is gebleken dat er sprake is geweest van eerdere formele opzeggingen, gaat de voorzieningenrechter er voorshands van uit dat de opzegging van de distributieovereenkomst in december 2015 anders is verlopen dan de opzeggingen in de daaraan voorafgaande jaren. [eiser] mocht er dus niet
zomaar op vertrouwen dat de opzegging d.d. 4 december 2015 louter een formaliteit betrof. Uit de hiervoor onder 2.16 genoemde e-mail d.d. 8 december 2015 volgt ook dat zij hier niet op vertrouwd heeft en navraag heeft gedaan naar de status van de opzegging. Ter zitting heeft de heer [eiser] verklaard dat hij als reactie op deze e-mail enkele dagen later te horen kreeg dat hij zich diende te wenden tot [naam 2] en dat hij toen wel het vermoeden had dat er iets aan de hand was. Voorshands wordt er daarom van uitgegaan dat [eiser] in december 2015 al wist, althans moest begrijpen, dat met de opzegging een daadwerkelijk einde van de overeenkomst werd beoogd. Hieraan doet niet af dat [eiser] pas in maart 2016 van [naam 2] te horen zou hebben gekregen dat Shure haar aan de opzegging van de overeenkomst wilde houden.
4.4.
[eiser] voert ten tweede aan dat voor de opzegging een onvoldoende zwaarwegende grond aanwezig is. In dit kader dient vooropgesteld te worden dat sprake is van een distributieovereenkomst voor bepaalde tijd die voorziet in een regeling voor opzegging. Op grond van artikel 11 kan de overeenkomst door beide partijen zonder opgaaf van redenen schriftelijk worden opgezegd aan het einde van iedere kalendermaand met een opzegtermijn van drie maanden en wordt de overeenkomst automatisch met een jaar verlengd indien niet uiterlijk drie maanden voor het einde van de looptijd wordt opgezegd. De opzegging d.d. 4 december 2015 is in overeenstemming met deze regeling, zodat de overeenkomst in beginsel per 1 april 2016 als beëindigd moet worden beschouwd.
4.5.
Ook in het geval er voorzien is in een regeling voor opzegging kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval echter meebrengen dat een opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat (HR 29 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1280). Het ligt op de weg van [eiser] om te stellen en te onderbouwen waarom in de gegeven omstandigheden slechts op grond van een voldoende zwaarwegende grond kan worden opgezegd.
4.6.
[eiser] voert in dit kader ten eerste aan dat er sprake is van een bestendige handelsrelatie van 11 jaar. Shure betwist dit, zij stelt dat er slechts sprake is van een handelsrelatie van 5 à 6 jaar, aangezien zij pas in november 2009 is opgericht en vanaf juni 2010 producten aan [eiser] heeft geleverd. Tegenover deze onderbouwde stelling van Shure heeft [eiser] onvoldoende duidelijk gemaakt dat er tussen partijen reeds eerder sprake was van een bestendige handelsrelatie. De voorzieningenrechter gaat er daarom van uit dat de handelsrelatie tussen partijen niet reeds vóór 2010 bestond en dat er tussen partijen slechts sprake is van een relatief korte handelsrelatie van 5 à 6 jaar.
4.7.
[eiser] voert daarnaast aan dat Shure voor haar een belangrijke leverancier is, aangezien zij met de producten van Shure een fors deel van haar omzet realiseert. In dit kader geldt echter dat vaststaat dat de jaaromzet van [eiser] over 2014 ruim 76 miljoen euro bedroeg. Ervan uitgaande dat de omzet van [eiser] in 2015 en 2016 niet fors lager was/is - [eiser] heeft hierover niets gesteld - kan niet gezegd worden dat [eiser] voor haar omzet in belangrijke mate afhankelijk is van de verkoop van de producten van Shure . De verkoopwaarde van deze producten bedraagt immers zo'n 3,4 miljoen euro per jaar, hetgeen neerkomt op minder dan 5 procent van de totale jaaromzet. De redenering dat de verkoopwaarde slechts moet worden afgezet tegen de omzet uit de verkoop van microfoons wordt niet gevolgd. Overigens is het wel aannemelijk dat het voor [eiser] lastig zal zijn als zij de producten van
Shure niet meer rechtstreeks bij Shure kan inkopen.
4.8.
[eiser] voert tot slot aan dat Shure steeds de verwachting heeft gewekt dat hun relatie langdurig zou worden voortgezet en dat [eiser] als gevolg hiervan in de verkoop van de producten van Shure heeft geïnvesteerd, welke investering zij nu niet terug kan verdienen. Ook deze omstandigheden zijn echter onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de distributieovereenkomst slechts op grond van een voldoende zwaarwegende grond kon worden opgezegd.
4.9.
Shure heeft overigens drie gronden aangevoerd voor het opzeggen van de overeenkomst. Volgens Shure heeft [eiser] haar contractuele verplichtingen geschonden door in strijd met artikel 4.8 van de distributieovereenkomst de producten van Shure herhaaldelijk via internetplatforms van derden, namelijk Amazon en Hitmeister, te verkopen. De voorzieningenrechter constateert dat [eiser] inderdaad producten van Shure via Amazon en Hitmeister heeft verkocht en dat er niet slechts sprake is geweest van het adverteren op die websites. Volgens [eiser] was er wat dit betreft sprake van een onduidelijk situatie, maar in de overeenkomst staat expliciet vermeld dat verkoop via internetpagina’s van derden niet is toegestaan en vast staat dat Shure [eiser] hier meerdere keren op heeft gewezen. Ter zitting heeft Shure toegelicht dat de reden achter het betreffende verbod gelegen is in het feit dat zij een hoog serviceniveau wil bieden en dat zij daarom alleen verkoop wil laten plaatsvinden via dealers die (ook) over een winkel beschikken, welke verklaring plausibel wordt geacht.
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan de door [eiser] aangehaalde Asics en Adidas uitspraken, aangezien deze gedaan zijn door de Duitse mededingingsautoriteit.
4.10.
Shure stelt dat de reden van opzegging ook is gelegen in het feit dat [eiser] haar jarenlang heeft bestookt met e-mails en dat [eiser] aldus voor haar een lastige klant is geweest. Vast staat dat [eiser] Shure gedurende langere tijd, zelfs na opzegging van de overeenkomst, inderdaad een aanzienlijk hoeveelheid e-mails heeft gestuurd en dat [eiser] hiermee door is gegaan terwijl Shure herhaaldelijk kenbaar had gemaakt dat zij niets met de betreffende
e-mails kon. Het is begrijpelijk dat Shure dit als lastig heeft ervaren.
Als derde reden voor de opzegging voert Shure aan dat [eiser] de producten van Shure via een niet-geautoriseerde tussenhandelaar heeft verkocht. Vast staat dat dit inderdaad het geval is geweest en dat [eiser] ook wat dit betreft in strijd met haar contractuele verplichtingen heeft gehandeld. Vanwege het ontbreken van een nadere toelichting kan de ernst van deze tekortkoming thans echter niet vastgesteld worden.
4.11.
Gelet op het voorgaande heeft Shure naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter begrijpelijke redenen gehad om de overeenkomst met [eiser] niet voort te willen zetten. Op grond van de contractsvrijheid stond het Shure in beginsel ook vrij om er voor te kiezen de overeenkomst met [eiser] op te zeggen.
4.12.
[eiser] stelt zich tot slot op het standpunt dat de opzegging van 4 december 2015 ook niet tot het einde van de distributieovereenkomst kan leiden omdat Shure haar aldus in strijd met de regels van het mededingingsrecht uit haar distributiestelsel weert. [eiser] voert in dit kader het volgende aan. De werkelijke reden van de opzegging is gelegen in het feit dat [eiser] lagere prijzen dan haar concurrenten hanteert. Deze concurrenten willen net als Shure een bepaald prijsniveau hanteren en hebben Shure verzocht iets aan de lage prijsstelling van [eiser] te doen. Shure probeerde [eiser] verkoopprijzen op te leggen en omdat [eiser] zich aan deze
prijspolitiek onttrok, wilde Shure van haar af. De opzegging van Shure is aldus in strijd met artikel 6 van de Mededingingswet en daarmee nietig. Shure betwist de betreffende stellingen van [eiser] .
4.13.
[eiser] heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij lagere prijzen hanteerde dan haar concurrenten. De door haar in dit kader als productie 14 overgelegde screenshots zijn, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door Shure , onvoldoende. De betreffende stelling valt ook niet te rijmen met de stelling van [eiser] dat de reden achter het bestoken van Shure met grote hoeveelheden e-mails gelegen was in het feit dat haar concurrenten lagere verkoopprijzen bleken te kunnen hanteren dan zijzelf. De voorzieningenrechter heeft evenmin enig concreet aanknopingspunt om aan te nemen dat concurrenten van [eiser] Shure hebben verzocht naar aanleiding van de lage prijsstelling van [eiser] actie te ondernemen en dat Shure [eiser] verkoopprijzen probeerde op te leggen. Integendeel, uit de hiervoor onder 2.7 genoemde e-mails van 5 juni 2014 en 3 september 2014 lijkt juist te volgen dat [eiser] Shure aanspoorde de lage prijsstelling van haar concurrenten aan te pakken. Er kan thans derhalve niet vastgesteld worden dat Shure in strijd met artikel 6 van de Mededingingswet heeft gehandeld en dat de opzegging van de distributieovereenkomst om die reden nietig is.
4.14.
De conclusie uit het voorgaande is dat de overeenkomst tussen partijen met de opzegging van 4 december 2015 per 1 april 2016 is beëindigd. Dit betekent dat de primaire vordering van [eiser] wordt afgewezen.
4.15.
[eiser] vordert subsidiair veroordeling van Shure tot het hanteren van redelijke opzegtermijn van één jaar. Zij legt aan deze vordering ten grondslag dat de overeenkomst gelet op de bestendige handelsrelatie van 11 jaar niet zomaar, zonder enige daadwerkelijke opzegtermijn kon worden opgezegd. Volgens Shure heeft zij tijd nodig om een leverancier te vinden die het gat van de Shure -producten kan dichten en is een opzegtermijn van een jaar gelet op haar belang bij levering en het niet hoeven teleurstellen van consumenten alleszins redelijk.
4.16.
Partijen zijn contractueel een opzegtermijn van drie maanden overeengekomen. Alleen indien het hanteren van die termijn in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid tot onaanvaardbare resultaten leidt, kan de rechter bepalen dat er een langere opzegtermijn in acht moet worden genomen. Uit de stellingen van [eiser] volgt niet dat het hanteren van de overeengekomen opzegtermijn tot onaanvaardbare resultaten leidt. De subsidiaire vordering van [eiser] wordt derhalve ook afgewezen.
4.17.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Shure worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.435,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Shure tot op heden begroot op € 1.435,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2016.
Coll. MD