Uitspraak
[verdachte]
Gezien
- het verzoek van de raadsman van verdachte gedateerd 10 maart 2016;
- de afwijzing van de officier van justitie gedateerd 22 maart 2016;
- het bezwaarschrift van de raadsman van verdachte gedateerd 22 maart 2016;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechter-commissaris op 29 maart 2016 een beschikking gegeven naar aanleiding van een bezwaarschrift van de raadsman van de verdachte. De raadsman had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de officier van justitie om geen afschrift te verstrekken van auditieve opnamen van verhoren van getuigen. De officier van justitie had het verzoek van de raadsman afgewezen, stellende dat de opnamen geen processtukken zijn in de zin van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechter-commissaris heeft echter geoordeeld dat de auditieve opnamen wel degelijk als stukken waarvan kennisneming is toegestaan kunnen worden beschouwd, ondanks dat ze niet de status van processtuk hebben. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de officier van justitie niet voldoende onderbouwd heeft waarom de opnamen niet verstrekt zouden moeten worden, met name in het licht van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Daarom heeft de rechter-commissaris het bezwaarschrift gegrond verklaard en de officier van justitie opgedragen om de verhoren van de getuigen aan de verdediging te verstrekken. Deze beschikking is gegeven in Arnhem.