3.1.De gemeente vordert in conventie dat de voorzieningenrechter
I. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen, Hilzaco en [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] , althans [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen en Hilzaco, althans [gedaagde sub 1] en Slachthuis Nijmegen veroordeelt binnen 24 uur na dit vonnis:
a. schriftelijk aan de gemeente Nijmegen rekening en verantwoording af te leggen van de aanwending van het op 31 juli 2015 door de gemeente aan Slachthuis Nijmegen betaalde deel van de koopsom, groot € 21.000.000,00, vergezeld van een verklaring van een registeraccountant, althans een door de voorzieningenrechter aan te wijzen deskundige, met betrekking tot de (al dan niet) juistheid en de volledigheid van deze rekening en verantwoording en wel aldus dat uit de rekening en verantwoording blijkt hoe het bedrag van € 21.000.000,00 vanaf 3l juli 2015 is aangewend, welke exacte bedragen daaruit of op basis daarvan wanneer, aan wie en onder welke titel zijn betaald, wat de samenhang is met de verplichting het bedrag aan te wenden voor het verplaatsen en voortzetten van de activiteiten naar en op het bedrijventerrein [adres 3] te [woonplaats 3] , waaruit dan vanzelf
volgt welk deel van de € 21.000.000,00 nog niet, al dan niet overeenkomstig het in artikel 5.1 van de Raamovereenkomst bepaalde doel, is besteed en dus nog onder [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen en/of Hilzaco en/of [gedaagde sub 4] en/of [gedaagde sub 5] en/of derden berust met de uitdrukkelijke vermelding van dit bedrag, althans aan de gemeente Nijmegen rekening en verantwoording af te leggen van de aanwending van het
op 31 juli 2015 door de gemeente aan Slachthuis Nijmegen betaalde deel van de koopsom, groot € 21.000.000,00, op een door de voorzieningenrechter te bepalen wijze;
b. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen, Hilzaco en [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] , althans [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen, Hilzaco, althans [gedaagde sub 1] en Slachthuis Nijmegen steeds en in alle gevallen hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500.000,00 ineens en € 50.000,00 voor iedere kalenderdag dat [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen en/of Hilzaco en/of [gedaagde sub 4] en/of [gedaagde sub 5] met nakoming van het onder a. gevorderde in gebreke is en/of blijft, een deel van een dag daaronder begrepen;
II. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen en Hilzaco, althans [gedaagde sub 1] en Slachthuis Nijmegen veroordeelt binnen 24 uur na dit vonnis:
c. op kosten van de gemeente afschrift van alle bescheiden vanaf 31 juli 2015 aan de gemeente te verstrekken aangaande aanwending van het per die datum betaalde deel van de koopsom groot € 21.000.000,00, als onder a. nader bepaald, daaronder begrepen afschriften van bankafschriften, bewijzen van aflossing, waaronder en onder meer begrepen de titels van betaling van de bedragen op de afrekening van de notaris aan ABN AMRO, facturen, andere titels van betaling, overeenkomsten en alle andere bescheiden die betrekking hebben op aanwending van het op 31 juli 2015 door de gemeente betaalde deel van de koopsom vanaf 31 juli 2015;
d. op kosten van de gemeente aan de gemeente afschrift of uittreksel van alle bescheiden te verstrekken, althans daarin inzage te verschaffen, die aantonen of kunnen aantonen dat de financiering van de nieuwbouw (dus verplaatsing naar en voortzetting op het bedrijventerrein [adres 3] te [woonplaats 3] ) onmogelijk zou zijn gebleken vanwege de onmogelijkheid de winstgevendheid structureel te verbeteren met als reden drastisch veranderde marktomstandigheden en het niet realiseren van een exportvergunning naar China, daaronder in ieder geval begrepen
de volledige documentatie van en met betrekking tot de [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen conveniërende financiering op basis van de businesscase die verplaatsing en voortzetting van de activiteiten naar en op het bedrijventerrein [adres 3] te [woonplaats 3] mogelijk moet maken en waarvan de koopsom voor de verwerving van het opstalrecht onlosmakelijk deel uitmaakt van 28 juli 2015 of daarvoor (lichaam van de dagvaarding onder 22);
de na 28 juli 2015 door de financier(s) voorgestelde/opgelegde wijzigingen in die financiering c.q. de daaraan verbonden voorwaarden waaronder bescheiden waaruit blijkt of en wanneer deze wijzigingen door [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen zijn aanvaard (lichaam van de dagvaarding onder 23);
bescheiden/documentatie die aantonen dat [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen zich sedert 2009 hebben ingespannen een exportvergunning naar China te verkrijgen (“Chinawaardig” te worden) waaronder bescheiden waaruit blijkt of, dat en wanneer duidelijk werd dat [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen die exportvergunning niet zouden verkrijgen/niet “Chinawaardig” konden worden (lichaam van de dagvaarding onder 24);
bescheiden die aantonen dat ten aanzien van [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen na 31 juli 2015 sprake zou zijn geworden van drastisch veranderde marktomstandigheden die zich vóór 31 juli 2015 (nog) niet voordeden (lichaam van de dagvaarding onder 25);
bescheiden die aantonen dat het vanwege drastisch veranderde marktomstandigheden en het niet realiseren van een exportvergunning naar China - de door gedaagde aangevoerde redenen - het niet mogelijk zou zijn geweest de
winstgevendheid van [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen structureel te verbeteren en dat daardoor de financiering van de nieuwbouw onmogelijk zou
zijn gebleken (lichaam van de dagvaarding onder 26);
andere bescheiden die (kunnen) aantonen dat [gedaagde sub 1] en Slachthuis Nijmegen eind februari 2016 genoodzaakt waren met onmiddellijke ingang en
zonder aankondiging vooraf hun bedrijfsactiviteiten te staken, althans deze bedrijfsactiviteiten niet voort te zetten en niet te verplaatsen naar en voort te zetten op het bedrijventerrein [adres 3] te [woonplaats 3] ;
e. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen en Hilzaco, althans [gedaagde sub 1] en Slachthuis Nijmegen steeds en in alle gevallen hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt tot betaling van een dwangsom van
€ 500.000,00 ineens en € 50.000,00 voor iedere kalenderdag dat [gedaagde sub 1] en/of Slachthuis Nijmegen en/of Hilzaco met nakoming van het onder c. en/of d. gevorderde in gebreke is en/of blijft, een deel van een dag daaronder begrepen;
III. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen en Hilzaco, hoofdelijk, des dat de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt binnen 24 uur na het wijzen van het te dezen bedoelde vonnis aan de gemeente te betalen een bedrag van € 1.380.000,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 25 februari 2016, althans vanaf 21 maart 2016, althans vanaf de dag van dagvaarding;
IV. [gedaagde sub 1] , Slachthuis Nijmegen, Hilzaco, [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] , steeds en in alle gevallen hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt in de kosten van deze procedure.