Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 juni 2015
- het verkorte proces-verbaal van comparitie van 15 september 2015,
- de akte van World of Walas met producties,
- de akte van PMR en [gedaagde] met producties.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
onvoorwaardelijkde veroordeling van Walas c.s. tot betaling van € 34.929,94 wegens kosten van juridische bijstand, en voorts
voorwaardelijk, indien de vordering van Walas c.s. in conventie wordt toegewezen, Walas c.s. te veroordelen tot betaling van het bedrag aan [gedaagde] waartoe deze in conventie wordt veroordeeld, een ander te vermeerderen met rente en kosten, nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
in conventie
€ 20.000,00 voor onderhoud en vervanging. Aan het in dit kader gevoerde verweer van PMR en [gedaagde] dat daarmee gegeven is dat het cash flowoverzicht een fictie is zodat daaraan geen betekenis kan worden toegekend, gaat de rechtbank voorbij. Op zichzelf kan met dergelijke vaste bedragen rekening worden gehouden, mits voldoende inzichtelijk is dat deze op reële cijfers zijn gestoeld. Dit laatste is onvoldoende gebleken ten aanzien van het - eveneens fictieve - bedrag van € 20.000,00 per maand waarmee PMR en [gedaagde] rekenen. Dit bedrag moet voor ontoereikend worden gehouden. Dat tot slot in de door Walas c.s. naar voren gebrachte bedragen mogelijk een bedrag van ruim € 100.000,00 aan vloerbedekking is meegenomen, zoals PMR en [gedaagde] hebben aangevoerd, maakt geen verschil. Voor een exploitant van een kantoorgebouw zijn dat immers niet ongebruikelijke kosten van onderhoud en exploitatie.
€ 250.000,00. Het tekort kan in beginsel lager zijn dan de uitkering. PMR en [gedaagde] hebben de hoogte van het gestelde tekort als zodanig echter niet
hierbij aan de bestuurder van Carbon6 B.V., 555 Hudson B.V., Walas Europe B.V. en de Vennootschap(= World of Walas; rb)
, volledige vrijwaring terzake enig tekort dat door voornoemde dividenduitkeringen is/zal ontstaan”