Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Procesverloop
2.Overwegingen
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Gelderland
Op 15 maart 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak betreffende immateriële schadevergoeding na een inhoudelijke uitspraak en heropening van een procedure. De zaak betreft de erfgenamen van de heer [X], die in 2004 is overleden. Zijn echtgenote, mevrouw [B], zette de procedure voort, maar overleed in 2015. De drie kinderen van het echtpaar hebben de erfenis van hun moeder verworpen en stellen geen erfgenamen van hun vader te zijn, omdat er een ouderlijke boedelverdeling was gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen niet zijn verschenen ter zitting, ondanks een uitnodiging, en heeft het verzoek om schadevergoeding bij gebrek aan belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het procesverloop uiteengezet, waarin onder andere de communicatie tussen de betrokken partijen en de rechtbank is beschreven. De rechtbank concludeert dat er geen procesbelang meer is, nu mevrouw [B] is overleden en de kinderen de erfenis hebben verworpen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de verzoeken tot schadevergoeding te honoreren, omdat er geen andere erfgenamen zijn die aanspraak maken op de schadevergoeding. De rechtbank heeft de verzoeken dan ook niet-ontvankelijk verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De rechtbank heeft de beslissing op een duidelijke en gestructureerde manier uiteengezet, waarbij de relevante juridische termen en procedures zijn benoemd.