ECLI:NL:RBGEL:2015:8295
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van verzoekers tegen het Hof Arnhem in belastingprocedure
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 30 november 2015 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van twee verzoekers tegen 'het Hof Arnhem'. De verzoekers, die betrokken zijn bij een belastingprocedure, hebben hun wrakingsverzoek ingediend omdat zij menen dat de rechtspraak hen schade heeft berokkend en zij niet onafhankelijk behandeld kunnen worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker sub 2, de zoon van verzoekster sub 1, geen partij is in de belastingprocedure en daarom niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. Verzoekster sub 1 heeft haar wrakingsverzoek gericht tegen 'het Hof Arnhem', terwijl de procedure aanhangig is bij de rechtbank en niet bij het gerechtshof. De rechtbank overweegt dat een wrakingsverzoek ontvankelijk moet zijn en gericht moet zijn tegen de rechter die de zaak behandelt. Aangezien verzoekster sub 1 niet kan aangeven wie de behandelend rechter is, en het verzoek niet voldoet aan de wettelijke vereisten, wordt ook haar verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besluit om af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoek, gezien de duidelijke niet-ontvankelijkheid van beide verzoekers. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.