Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 816,--
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderde de curator in kort geding een voorschot op het faillissementstekort van Ibas Ede B.V. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er sprake was van onbehoorlijk bestuur door de gedaagde, die als enig aandeelhouder en bestuurder van Ibas Ede B.V. verantwoordelijk was voor de gang van zaken binnen het bedrijf. De curator stelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor het faillissementstekort, dat voorlopig was begroot op € 5.448.747,32. De gedaagde voerde aan dat zijn aansprakelijkheid niet vaststond, omdat er nog een cassatieberoep liep tegen een eerder arrest van het gerechtshof. De rechtbank oordeelde echter dat de aansprakelijkheid van de gedaagde als vaststaand moest worden aangenomen, ongeacht de uitkomst van het cassatieberoep. De voorzieningenrechter wees het gevorderde voorschot toe tot een bedrag van € 250.000,--, met de overweging dat de curator een spoedeisend belang had bij de toewijzing, gezien de noodzaak om het faillissement van Ibas Ede af te wikkelen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten.