ECLI:NL:RBGEL:2015:7718

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 december 2015
Publicatiedatum
11 december 2015
Zaaknummer
293842
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot conservatoir eigen beslag wegens misbruik van recht

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 3 december 2015, hebben verzoekers een verzoek ingediend om conservatoir beslag te mogen leggen op een vordering die gerequestreerde op hen heeft, voortvloeiend uit een eerder vonnis van 25 november 2015. Dit vonnis had de verzoekers veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 63.182,- aan gerequestreerde. Verzoekers stelden dat zij vorderingen op gerequestreerde hadden, die hen in staat zouden stellen om beslag te leggen op het bedrag dat zij aan gerequestreerde verschuldigd waren.

De voorzieningenrechter overwoog dat een dergelijk beslag de tenuitvoerlegging van het vonnis frustreert. Verzoekers dienden naar behoren te motiveren waarom het leggen van eigen beslag kort na het wijzen van het vonnis noodzakelijk was, maar dit was niet gebeurd. Tijdens een telefonische hoorzitting gaf de advocaat van verzoekers aan dat het beslag nu aangewezen was omdat er met de veroordeling een beslagobject voorhanden was. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat dit onvoldoende was.

Bovendien bleek dat de vorderingen die verzoekers nu opvoerden, pretense vorderingen waren uit of van voor 2009, die niet in reconventie waren ingesteld. Er was niets gesteld of gebleken dat dit niet mogelijk was geweest. De vorderingen werden pas na het veroordelend vonnis opgevoerd, wat de indruk wekte dat het verzoek was gedaan om aan de veroordeling tot betaling te ontkomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek tot eigen beslag misbruik van recht was en wees het verzoek af.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/293842 / KG RK 15-1108
Beschikking van de voorzieningenrechter van 3 december 2015
in de zaak van

1.[verzoekster] ,

wonende te Hoevelaken, gemeente Nijkerk,
2.
[verzoeker],
wonende te Hoevelaken, gemeente Nijkerk,
verzoekers,
advocaat mr. J.W. Menkveld te Utrecht,
en
[verweerder],
wonende te Hoevelaken, gemeente Nijkerk,
verweerder,
advocaat mr. E.M. van Zelm te De Bilt.

1.De beoordeling

Ter beoordeling ligt voor het verzoek beslag te mogen leggen ten laste van gerequestreerde op de vordering die gerequestreerde op verzoekers heeft op grond van een tussen partijen gewezen vonnis op 25 november 2015. De voorzieningenrechter overweegt als volgt:
Verzoekers zijn bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van deze rechtbank van 25 november 2015 veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 63.182,- aan gerequestreerde. Verzoekers wensen thans beslag onder zichzelf te leggen op hetgeen zij aan gerequestreerde zijn verschuldigd ingevolge dat vonnis. Daartoe stellen zij vorderingen op gerequestreerde te hebben. Een dergelijk beslag frustreert de tenuitvoerlegging van het vonnis. Van verzoekers mag in zo’n geval worden verwacht dat zij naar behoren motiveren waarom een eigen beslag kort na het wijzen van dit vonnis nodig is. Dat hebben zij niet gedaan in het verzoekschrift. Daarop is de advocaat van de verzoeker telefonisch gehoord. Als reden is opgegeven dat beslag nu aangewezen is omdat met de veroordeling van verzoeker tot betaling thans een beslagobject voorhanden is. Dat volstaat niet. Wat opvalt is dat het gaat om pretense vorderingen uit of van voor 2009. Die vorderingen zijn niet in reconventie ingesteld, terwijl niets gesteld of gebleken is waaruit volgt dat dit niet kon. De vorderingen worden nu ineens, na een veroordelend vonnis, opgevoerd. Aan het verzoek kleeft het odium dat dit gedaan wordt met het doel om aan de veroordeling tot betaling te ontkomen. Daarvoor is eigen beslag niet bedoeld. Eigen beslag om die reden is misbruik van recht. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2015.