ECLI:NL:RBGEL:2015:6830
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van artikel 55 CAO Bouwnijverheid in relatie tot huisvesting en kostenvergoeding voor arbeidsmigranten
Op 5 november 2015 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een zaak tussen de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en een uitzendonderneming. De zaak betreft de uitleg van artikel 55 van de CAO Bouwnijverheid, specifiek in relatie tot de vergoeding van huisvestingskosten voor arbeidsmigranten die door de uitzendonderneming in Nederland te werk worden gesteld. FNV verzocht de kantonrechter om vast te stellen of de uitzendonderneming verplicht is om de kosten van huisvesting te vergoeden aan de arbeidsmigranten, en of uitruil van loon voor huisvestingskosten toegestaan is. De uitzendonderneming betwistte deze verplichtingen en vroeg om verduidelijking van de interpretatie van de CAO-bepalingen.
De rechtbank oordeelde dat de uitleg van FNV niet kon worden gevolgd, omdat deze zou leiden tot onredelijke kosten voor de uitzendonderneming en niet in lijn was met de bedoeling van de CAO. De kantonrechter concludeerde dat de uitzendonderneming de kosten van huisvesting niet hoeft te vergoeden, mits de huisvesting in de buurt van de werkplek wordt aangeboden. Tevens werd vastgesteld dat uitruil van loon voor huisvestingskosten onder bepaalde voorwaarden is toegestaan. De vorderingen van FNV werden afgewezen, en de uitzendonderneming werd in het gelijk gesteld met betrekking tot de voedingstoelage, die niet verschuldigd was aan de arbeidsmigranten.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van CAO-bepalingen en de verantwoordelijkheden van uitzendondernemingen ten aanzien van arbeidsmigranten, vooral in de bouwsector. De beslissing benadrukt de noodzaak voor duidelijke afspraken en transparantie in de arbeidsrelaties met arbeidsmigranten.