In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 oktober 2015 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend aan een derde-partij voor het legaliseren van een weilandafzetting en een paardenbak op een perceel in de gemeente Zevenaar. Eisers, die zich verzetten tegen dit besluit, hebben beroep ingesteld omdat zij van mening zijn dat de vergunning in strijd is met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning niet voldoende is onderbouwd, met name met betrekking tot de gevolgen voor het Vogelrichtlijngebied "Oude IJssel". De rechtbank oordeelt dat de ruimtelijke onderbouwing niet voldoende aantoont dat de ontwikkeling geen significante gevolgen heeft voor het gebied, en dat de afwijking van het gemeentelijk beleid niet voldoende gemotiveerd is. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers. Tevens dient verweerder het door eisers betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming en de noodzaak om bij het verlenen van vergunningen rekening te houden met de ecologische waarden van beschermde gebieden.