Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
eiseres in het incident tot tussenkomst, althans voeging,
advocaten mr. E.T. de Jong en mr. drs. R.F.M.E. Gommers te Arnhem.
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging van Tya Horn aan de zijde van de gemeente
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van WBC
- de wijziging/aanvulling van eis van WBC
- de pleitnota van de gemeente
- de pleitnota van Tya Horn.
2.De feiten
5.Visie Uitsluitingscriteria en Ambities
6.Beoordeling
20
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het incident tot tussenkomst, althans voeging van Tya Horn
per onderwerpis expliciet opgenomen in het Verkoopdocument, zodat de gemeente zich hieraan dient te houden en niet in afwijking hiervan een andere wijze van puntentoekenning dient te hanteren. Indien beoogd was de cijfers op elk onderdeel door middel van middeling van individuele cijfers tot stand te laten komen, had het op de weg van de gemeente gelegen om dat expliciet in het Verkoopdocument op te nemen. Dat heeft zij evenwel niet gedaan. Voor de wijze waarop thans de punten zijn toegekend, te weten het nemen van het gemiddelde van zes door de beoordelaars toegekende punten, ontbreekt dan ook ieder aanknopingspunt.
iederonderwerp deskundig dient te zijn. De gemeente heeft, zo is ter zitting toegelicht, een commissie samengesteld van zes personen waarin ten aanzien van ieder onderwerp de nodige deskundigheid aanwezig was. Binnen die commissie dienden de deskundigen met inachtneming van hun eigen deskundigheid tot een beoordeling te komen (en zoals hiervoor reeds onder 4.7. is overwogen op basis van consensus 0, 2, 4 of 5 punten per onderwerp toe te kennen). Het verkoopdocument biedt geen aanknopingspunten om aan te nemen dat elk lid van de beoordelingscommissie individueel deskundig diende/dient te zijn ten aanzien van ieder onderwerp. Een andere opvatting zou de samenstelling van de beoordelingscommissie ook ten zeerste bemoeilijken. Onvoldoende aannemelijk is dan ook geworden dat op dit punt de gemeente in strijd met de in het Verkoopdocument opgenomen bepalingen heeft gehandeld.
nietbekend is. De gemeente heeft niet betwist dat [betrokkene 1] als projectmanager én lid van de beoordelingscommissie als enige op de hoogte was van de prijsaanbiedingen, zodat dit voldoende is komen vast te staan. [betrokkene 1] is ook bij opening van de enveloppen aanwezig geweest en heeft kennis kunnen nemen van de prijzen, waarmee was ingeschreven. Evenmin is weersproken dat [betrokkene 1] als deskundige deel heeft uitgemaakt van de beoordelingscommissie. In het Verkoopdocument is vermeld dat de inhoudelijk deskundigen niet met de prijs bekend zijn, maar in de eerste nota van inlichtingen is vermeld dat voor de projectmanager een uitzondering wordt gemaakt. WBC wist dus op het moment dat zij de eerste (en tweede) nota van inlichtingen van 4 februari 2015, die volgens de gemeente gelijktijdig is gepubliceerd met het Verkoopdocument dat dateert van 5 februari 2015, onder ogen kreeg dat deze uitzondering bestond en had hier desgewenst vragen over kunnen stellen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Daar komt bij dat gesteld noch gebleken is dat [betrokkene 1] de overige beoordelaars op de hoogte heeft gesteld van de ingediende prijzen en/of dat de wetenschap bij [betrokkene 1] op een andere wijze heeft geleid tot het handelen in strijd met het gelijkheids- en/of het transparantiebeginsel. Onvoldoende aannemelijk is dan ook geworden dat de gemeente zich ten aanzien van dit punt niet heeft gehouden aan hetgeen is bepaald in het Verkoopdocument en aanverwante stukken.
816,00