Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoekers], verzoekers,
Biomassacentrale Zutphen B.V..
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 2 februari 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de bouw van een biomassacentrale in Zutphen. De vergunning was verleend aan Biomassacentrale Zutphen B.V. door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen op 31 oktober 2014. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening zijn dat de omgevingsvergunning onrechtmatig is en dat de bouw niet kan plaatsvinden zonder een andere planologische regeling.
De voorzieningenrechter overweegt dat de procedure voor een voorlopige voorziening niet bedoeld is om een oordeel te geven over de rechtmatigheid van het besluit, maar om onomkeerbare situaties te voorkomen in afwachting van de bodemzaak. De rechter stelt vast dat de derde-partij heeft aangegeven dat de bouw niet voor april 2016 zal beginnen, waardoor er op dit moment geen spoedeisend belang is voor de verzoekers om de bouw te beletten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af als kennelijk ongegrond, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond en ook de gevolgen van een voorziening voor andere procedures niet voldoende zijn om een spoedeisend belang aan te nemen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.