Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
’s-Gravenhage in haar uitspraak van 29 februari 2012 (ECLI:NL:RBSGR:BW5772) en oordeelt dat de besluiten moeten worden aangemerkt als besluiten ter voorbereiding van privaatrechtelijke rechtshandelingen, als bedoeld in artikel 8:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen geen bezwaar en beroep openstaan. Voorts sluit de rechtbank zich aan bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in zijn arrest van 3 september 2013 (ECLI:NL:GHARL:2013:6675), dat heeft geoordeeld dat niet kan worden aanvaard dat het nuttig effect van het Gemeenschapsrecht van de Europese Unie - in dit geval de aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG en zijn voorgangers alsmede de rechtsbeschermings-richtlijn (89/665/EEG dan wel Richtlijn 2007/66/EG) - wordt aangetast door de mogelijkheid van een aanbestedende dienst om met een enkel eenzijdig aanwijzingsbesluit (…) de facto de gang naar de rechter onmogelijk (…) te maken.
2.034,00(4,5 punt × tarief € 452,00)