ECLI:NL:RBGEL:2015:4405

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2015
Publicatiedatum
7 juli 2015
Zaaknummer
280834
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht op een computerprogramma en de rol van de maker

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland werd behandeld, vorderde eiser, een voormalig directeur van Service2Fruit Nederland B.V., een verbod op inbreuk op zijn auteursrechten met betrekking tot het online handelsplatform Service2Fruit. Eiser stelde dat hij de maker was van het platform en dat Service2Fruit c.s. zonder zijn toestemming gebruik maakten van de programmatuur. De rechtbank oordeelde dat het niet zonder meer aannemelijk was dat eiser de maker was, gezien het gebruik van standaardsoftware en de wijzigingen die daarop waren aangebracht. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat eiser het auteursrecht op het platform had. Bovendien werd opgemerkt dat eiser mogelijk een stilzwijgende licentie had verleend voor het gebruik van het platform, wat de belangenafweging in het voordeel van Service2Fruit c.s. deed uitvallen. De vorderingen van eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/280834 / KG ZA 15-143 / 57 / 812
Vonnis in kort geding van 28 april 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. R.M.R. van Leeuwen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SERVICE2FRUIT B.V.,
gevestigd te Geldermalsen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SERVICE2FRUIT SERVICES B.V.,
gevestigd te Geldermalsen,
gedaagden,
advocaat mrs. V.V.A. Lipman en F.G.M.M. Alsters te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eiser] en Service2fruit c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiser]
  • de pleitnota van Service2fruit c.s..
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eind 2010 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen de heren [betrokkene 1], [betrokkene 2], een grote commissionair in (hard)fruit en [eiser] over een op te richten online handelsplatform voor het verhandelen van fruit. Op 26 januari 2011 heeft [eiser] aan [betrokkene 1] een presentatie gezonden met daarin de eerste schermafdrukken van een demoversie van het online handelsplatform. Op 7 februari 2011 heeft [eiser] aan TVC (Telers Vereniging Conference) een presentatie gegeven over het online handelsplatform. Ook heeft [eiser] de demo omgeving van het online handelsplatform voor TVC toegankelijk gemaakt.
2.2.
Service2Fruit B.V. (opgericht op 18 juni 2012) is een 100% dochtervennootschap van Service2Trade Holding (opgericht op 20 mei 2011). Service2Fruit B.V. is tevens de moedermaatschappij van Service2Fruit Nederland B.V. (opgericht op 20 mei 2011) en van Service2Fruit Services B.V. (opgericht op 23 januari 2014).
2.3.
In Service2Trade Holding participeren 10 aandeelhouders ieder voor 10% van de geplaatste aandelen. Een van de aandeelhouders, Timakowi B.V., is een vennootschap van [eiser]. Ook [betrokkene 1] en [betrokkene 2] participeren in de holding door middel van hun vennootschappen.
2.4.
Service2Fruit B.V. exploiteert onder de (handels)naam ‘Service2Fruit’ en het gecombineerde woord/beeldmerk SERVICE2FRUIT een online handelsplatform (www.service2fruit.com) waar (hard)fruit afkomstig van de Nederlandse, Belgische en Poolse markt wordt verhandeld. De gebruikers van het platform zijn producenten/telers, handelaren/commissionairs en andere gebruikers zoals dienstverleners. Net als bij een internetmarktplaats als eBay kan op het platform worden geboden op producten en wordt de koop via internet gesloten.
2.5.
Het verdienmodel van Service2Fruit B.V. bestaat eruit dat zij per kilogram product dat via het platform wordt verhandeld een vaststaande commissie krijgt.
2.6.
Andere tot de Service2Trade groep behorende vennootschappen verlenen via het platform ondersteunende diensten (betaaldiensten en kredietfinanciering) aan de gebruikers van het platform.
2.7.
[eiser] is op 1 oktober 2011 op basis van een arbeidsovereenkomst als algemeen directeur in dienst getreden bij Service2Fruit Nederland B.V. [eiser] was tevens statutair directeur van deze vennootschap. In de arbeidsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
13. Intellectueel eigendom
1. Alle bestaande en toekomstige rechten van intellectueel eigendom van de binnen het dienstverband met Werkgever – of de rechtsvoorgangers van de Werkgever – door of door toedoen van de Werknemer, al dan niet zelfstandig, tot stand gekomen diensten, producten en ontwikkelde software – in de ruimste zins des woords – berust bij de Werkgever ongeacht of de intellectuele eigendom is ontstaan gedurende de arbeidsovereenkomst of een periode van een jaar na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, en evenzeer ongeacht of het tot stand brengen of doen brengen van intellectueel eigendom direct of indirect tot de taak van de Werknemer behoort;
2. Door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst draagt de Werknemer alle bestaande en toekomstige rechten van intellectueel eigendom van binnen het dienstverband met de Werkgever – of de rechtsvoorgangers van de Werkgever – door de Werknemer tot stand gekomen diensten, producten en ontwikkelde software – in de ruimste zin des woords – over op de Werkgever;
3. De Werknemer is verplicht elke door hem tijdens de duur van zijn arbeidsovereenkomst gedane uitvinding op het gebied van de werkzaamheid van de Werkgever, onmiddellijk aan de Werkgever mee te delen en voorts al datgene te doen of na te laten dat noodzakelijk of gewenst is voor het bewerkstelligen van de overdracht van de intellectuele eigendom aan de Werkgever;
4. Voor zover de Werkgever niet reeds van rechtswege aanspraak op octrooi, auteursrecht of andere intellectuele rechten ter zake de uitvinding heeft, is de Werknemer, indien de Werkgever dit wenst, verplicht de rechten uit zijn uitvinding voortvloeiend, aan de Werkgever over te dragen;
5. De Werkgever zal binnen redelijke termijn meedelen of hij van dit recht gebruik wenst te maken. In dat laatste geval kan een billijk bedrag worden toegekend aan de Werknemer.
6. Een vergoeding voor deze rechten van intellectueel eigendom wordt geacht te zijn opgenomen in het salaris van de Werknemer. De Werknemer verklaart dat hij geen aanspraak heeft dan wel zal maken op betaling van een aanvullende vergoeding, onder welke titel dan ook.
2.8.
Op 9 oktober 2014 is [eiser] wegens ziekte volledig arbeidsongeschikt geworden. Op 16 oktober 2014 is [eiser] met onmiddellijke ingang geschorst. Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van Service2Fruit Nederland B.V. zijn het voorstel tot bevestiging/bekrachtiging van de schorsing van [eiser] en het voorstel tot zijn ontslag als statutair bestuurder aangenomen.
2.9.
Na een procedure voor de rechtbank is de arbeidsovereenkomst tussen Service2Fruit Nederland B.V. en [eiser] bij beschikking van 22 februari 2015 per 15 maart 2015 ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Service2fruit c.s. te veroordelen om, onmiddellijk na de betekening van dit vonnis, iedere inbreuk op de auteursrechten van [eiser] met betrekking tot het Service2Fruit (basis)-platform, respectievelijk het (voortgezette) gebruik van de bron- en de objectcode als de GUI van dit platform, en de daarop betrekking hebbende bescheiden, dan wel het (laten) verveelvoudigen en/of het (laten) openbaar maken (van delen) van deze programmatuur en/of bescheiden, te staken en gestaakt te houden;
Service2fruit c.s. te veroordelen om, onmiddellijk na de betekening van dit vonnis, iedere vorm van presentatie of anderszins communicatie waarmee de indruk wordt gewekt dat zij of een aan hun gelieerde onderneming de (auteurs)rechthebbende is op het Service2Fruit (basis)- platform, te staken en gestaakt te houden;
Service2fruit c.s. te veroordelen om, binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, de broncode van het Service2Fruit (basis)platform op een daarvoor geschikte drager aan [eiser] te retourneren, respectievelijk ter hand te (laten) stellen en alle (digitale) exemplaren (van delen) van het Service2Fruit (basis)platform die bij hun en/of de aan hun gelieerde ondernemingen in het bezit zijn, op kosten van Service2fruit c.s., definitief te (laten) verwijderen of vernietigen, in het bijzijn van een gerechtsdeurwaarder die, eveneens op kosten van Service2fruit c.s., hiervan een proces-verbaal van constatering zal opstellen en daarvan een afschrift gelijktijdig aan de advocaat van Service2fruit c.s. en die van [eiser] zal zenden;
Service2fruit c.s. te veroordelen om, binnen 5 werkdagen na de betekening van dit vonnis, aan [eiser] een schriftelijke en gedetailleerde verklaring te verstrekken, vergezeld van duidelijk leesbare kopieën van alle relevante bescheiden ter staving van die verklaring, van de NAW-gegeven, inclusief de fax- en telefoonnummer(s) en e-mailadres(sen), van (de contactpersoon bij) alle ondernemingen die van Service2fruit c.s. en/of een aan hun gelieerde onderneming toestemming hebben verkregen om van het Service2fruit c.s. (basis)platform gebruik te maken, dan wel een aanbod, in welke vorm dan ook, hiertoe hebben verkregen;
Service2fruit c.s. te veroordelen om aan [eiser], ten titel van dwangsom, een bedrag van € 100.000,- te betalen voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, of – zulks ter keuze van [eiser] – voor iedere keer, dat (een van) Service2fruit c.s. in strijd handelt of laat handelen met het hiervoor onder sub 1 en/of sub 2 gevorderde, alsmede een bedrag, alsmede een bedrag van € 5000,- te betalen voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, of – zulks ter keuze van [eiser] – voor iedere keer, dat (een van) Service2fruit c.s. in strijd handelt of laat handelen met het hiervoor onder sub 3 en/of sub 4 gevorderde;
Service2fruit c.s. hoofdelijk te veroordelen in de volledige kosten van deze procedure op de voet van artikel 1019h Rv, bestaande uit de gerechtskosten en de andere feitelijk door [eiser] gemaakte kosten, waaronder het volledige salaris en de verschotten van zijn advocaat, dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag ter vergoeding van de redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die [eiser] heeft gemaakt.
3.2.
Service2fruit c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2.
[eiser] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat Service2fruit c.s. inbreuk maken op zijn auteursrecht. [eiser] stelt maker te zijn van het platform Service2Fruit. [eiser] zou de eerste demo versie van het online handelsplatform gedurende de maanden maart tot en met augustus 2011 verder ontwikkeld en vervolmaakt hebben tot het Service2Fruit (basis) platform (hierna: het platform) dat op 1 oktober 2011 door Service2Fruit Nederland B.V. in gebruik is genomen en later ook – na hun oprichting – door Service2Fruit België en Service2Fruit Polen. [eiser] stelt verder dat Service2fruit c.s. zonder zijn toestemming van deze programmatuur gebruik maken, welk gebruik een ongeoorloofde verveelvoudiging en openbaarmaking betreft.
4.3.
Een computerprogramma kan op grond van artikel 10 lid 1, sub 12, Aw een werk zijn waarop auteursrecht bestaat. Een computerprogramma komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking indien het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Indien een computerprogramma zodanig is gewijzigd dat het gewijzigde programma een oorspronkelijk karakter heeft, is ook dat gewijzigde programma een werk als bedoeld in voormeld artikel. Of dat het geval is hangt af van de feitelijke omvang van de bewerkingen.
4.4.
Partijen twisten onder andere over de vraag wie de maker van het platform is. [eiser] stelt dat hij de programmeerwerkzaamheden heeft uitgevoerd, terwijl de heer Olthof die per 1 juni 2011 in dienst was getreden van Service2Fruit Nederland B.V. als directeur ICT de infrastructuur, zoals de bekabeling in de kantoorruimte, verzorgde. Volgens Service2fruit c.s. was dit precies andersom. Het was de heer Olthof die aangesteld was om te programmeren en [eiser] die voor de infrastructuur zorgde. Ook zou volgens Service2fruit c.s. de ICT-afdeling van Service2Trade Holding B.V. een grote bijdrage hebben geleverd. De standpunten van partijen staan op dit punt dus diametraal tegenover elkaar. Omdat een kort geding procedure zich niet leent voor een uitgebreid onderzoek naar de feiten, zou in een bodemprocedure, eventueel aan de hand van een deskundigenonderzoek en/of getuigenbewijs, onderzocht moeten worden wie de programmeerwerkzaamheden ten behoeve van het platform heeft uitgevoerd. Zonder nader onderzoek kan thans aan de hand van het beschikbare bewijsmateriaal niet worden vastgesteld wie de maker van het online handelsplatform is. Uit de overgelegde stukken kan wel worden afgeleid dat [eiser] bij het bedenken en het voorbereiden van het platform betrokken is geweest en demo’s ervan heeft gepresenteerd. Maar op grond daarvan is niet zonder meer aannemelijk dat [eiser] de (uiteindelijke) maker in de zin van de Auteurswet is van de software die per 1 oktober 2011 operationeel was.
4.5.
Daar komt nog bij het verweer van Service2fruit c.s. dat het platform gemaakt zou zijn met een door Service2fruit c.s. aangeschaft standaard softwarepakket van EnuukAuction, welk softwarepakket software biedt voor veilingplatforms. Het platform zou geen eigen broncode hebben, de broncode en de interface van het platform zouden afkomstig zijn van EnuukAuction. Volgens Service2fruit c.s. rusten de rechten hierop dan ook bij de maker van het programma EnuukAction. Werknemers van de ICT-afdeling van Service2Trade Holding B.V., de heren Edwin de Wit en Emanuel Sluis, zouden het softwarepakket van EnuukAuctions verder hebben ingericht, aangevuld en voorzien hebben van stockfoto’s. Het platform zou, zowel qua broncode als qua interface wezenlijk afwijken van de demo die [eiser] in de voorfase in presentaties aan geïnteresseerden heeft laten zien. Die demo zou volgens Service2fruit c.s. niet meer zijn dan een veredelde powerpoint presentatie, samengesteld met het programma Dashcode van Apple. Of het platform wezenlijk afwijkt van de demoversie van [eiser] kan in het bestek van dit kort geding niet worden vastgesteld. Hiervoor is een onderzoek van een deskundige naar de programmatuur nodig. De vraag die gezien de stellingname van Service2fruit c.s. ook rijst, is of het platform wel een oorspronkelijk karakter heeft en aldus te beschouwen is als een werk in de zin van de Auteurswet. Dat is niet zo indien het oorspronkelijke platform was samengesteld uit het gekochte software pakket van EnuukAuction zonder wezenlijke wijzigingen, zoals Service2fruit c.s. stelt. Het kan anders zijn wanneer het platform ten opzichte van de standaard software van EnuukAuction zodanig is gewijzigd dat gezegd kan worden dat het platform een oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Ook op dit punt is een nader onderzoek door een deskundige nodig. Uit de door [eiser] overgelegde schermafbeeldingen van het platform kan een en ander niet worden afgeleid.
4.6.
Daarnaast speelt nog de kwestie dat [eiser] bij de openbaarmaking van Service2fruit c.s. niet als maker van het platform is vermeld. De vraag is dan wie het werk als eerste in de openbaarheid heeft gebracht en of Service2fruit c.s. in dat verband op grond van artikel 8 Aw als maker van het werk moet worden aangemerkt. Deze vraag lijkt bevestigend te moeten worden beantwoord, tenzij de door [eiser] gepresenteerde demo’s reeds eerder als een werk met een eigen, oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker door [eiser] was openbaar gemaakt. Ook dat kan zonder nader onderzoek niet worden vastgesteld. Bij deze stand van zaken zullen de vorderingen van [eiser] worden afgewezen. Op voorhand kan immers niet worden aangenomen dat [eiser] het auteursrecht op het platform heeft.
4.7.
Ook een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Als er veronderstellende wijs van wordt uitgegaan dat [eiser] het auteursrecht op het platform heeft, dan heeft [eiser] aan Service2fruit c.s. kennelijk een niet aan enige voorwaarde verbonden stilzwijgende licentie verleend voor het gebruik van het platform. Een licentie voor onbepaalde duur is in beginsel opzegbaar, maar nu het hele business model van Service2fruit c.s. op het platform steunt en zonder dit platform haar inkomstenbron verdwijnt, zal [eiser] een redelijke opzegtermijn in acht moeten nemen om Service2fruit c.s. in staat te stellen de continuïteit van haar activiteiten te waarborgen. In deze omstandigheden moet aan het belang van Service2fruit c.s. bij het kunnen uitoefenen van hun bedrijf voorrang worden gegeven boven het belang van [eiser].
4.8.
Hetgeen partijen overigens nog over en weer hebben aangevoerd kan verder buiten beschouwing blijven. Nu de vorderingen worden afgewezen kan het bezwaar van Service2fruit c.s. tegen het late indienen van de aanvullende producties door [eiser] worden gepasseerd.
4.9.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. [eiser] heeft het bedrag dat Service2fruit c.s. aan advocaatkosten heeft gevorderd, te weten een bedrag van € 36.836,88, onredelijk hoog genoemd. Overwogen wordt dat deze zaak niet dusdanig omvangrijk en complex is, dat twee advocaten daar samen 121,20 uur aan hadden hoeven te besteden. Er is daarom aanleiding om aansluiting te zoeken bij de indicatietarieven voor IE-zaken. De kosten aan de zijde van Service2fruit c.s. worden dan ook begroot op:
- griffierecht € 613,00
- salaris advocaat
15.000,00
Totaal € 15.613,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Service2fruit c.s. tot op heden begroot op € 15.613,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2015.
Coll. MBR