ECLI:NL:RBGEL:2015:3304
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van een zonder vergunning gebouwd ketelhuis en de beoordeling van de dwangsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel. Eiser had een ketelhuis zonder omgevingsvergunning op zijn perceel gebouwd. De rechtbank oordeelde dat verweerder bevoegd was om handhavend op te treden en dat er ten tijde van het bestreden besluit geen concreet zicht op legalisatie bestond. Eiser had betoogd dat handhaving onevenredig was, omdat er een milieuvergunning was afgegeven en het ketelhuis in een toekomstig bestemmingsplan zou worden gelegaliseerd. De rechtbank verwierp dit betoog en stelde vast dat de handhaving in het algemeen belang was. De rechtbank oordeelde ook dat de opgelegde dwangsom van € 50.000 redelijk was, gezien de omstandigheden en de eerdere dwangsom die niet effectief was gebleken. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder hadden moeten nopen om van handhaving af te zien. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van wettelijke voorschriften en de rol van de gemeente in het toezicht daarop.