ECLI:NL:RBGEL:2015:2586

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
16 april 2015
Zaaknummer
278965
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure en beoordelingssystematiek in kort geding tussen NMC en Provincie Gelderland

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 april 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Nationale Mobiliteitscentrale B.V. (NMC) en de Provincie Gelderland, met als tussenkomende partij Connexxion Taxi Services B.V. De zaak betreft een aanbestedingsprocedure voor openbaar vervoer op afroep in Gelderland, waarbij NMC en Connexxion inschrijvingen hebben ingediend voor het perceel Stedendriehoek. NMC betwist de beoordeling van haar inschrijving door de Provincie en stelt dat de Provincie zich niet heeft gehouden aan de beoordelingssystematiek zoals vastgelegd in het bestek. De Provincie voert aan dat zij beoordelingsvrijheid heeft en niet onjuist heeft gehandeld.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de Provincie zich aan de beoordelingssystematiek moet houden en dat de beoordeling van de ingediende plannen marginaal kan worden getoetst. De rechter concludeert dat de Provincie de inschrijving van Connexxion mogelijk niet op dezelfde manier heeft beoordeeld als die van NMC, wat kan wijzen op een inconsistentie in de toepassing van de beoordelingscriteria. De voorzieningenrechter gebiedt de Provincie om het gunningsvoornemen in te trekken en de inschrijvingen opnieuw te beoordelen aan de hand van de in het bestek vastgelegde beoordelingssystematiek, met een nieuwe beoordelingscommissie. De Provincie en Connexxion worden veroordeeld in de proceskosten van NMC.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/278965 / KG ZA 15-86
Vonnis in kort geding van 10 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NATIONALE MOBILITEITSCENTRALE B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaten mrs. P.F.C. Heemskerk en J.M.E. Yilmaz te Utrecht,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE GELDERLAND,
zetelend te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. M.G.J. van der Velden te Brussel (België),
waarin heeft gevorderd toegelaten te worden als tussenkomende, subsidiair als voegende partij
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONNEXXION TAXI SERVICES B.V.,
gevestigd te IJsselmuiden,
eiseres,
advocaten mrs. J.F. van Nouhuys en C.R.V. Lagendijk te Rotterdam.
Partijen zullen hierna respectievelijk NMC, de Provincie en Connexxion worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging, tevens houdende eis in
hoofdzaak
  • de akte houdende wijziging van eis in hoofdzaak van Connexxion
  • de pleitnota’s van NMC
  • de pleitnota van de Provincie
  • de pleitnota van Connexxion
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Provincie heeft een openbare Europese aanbestedingsprocedure gehouden voor openbaar vervoer op afroep in Gelderland (Aanbesteding Regiotaxi Gelderland 2015-2016, zaaknummer 2014-012833). Daarbij is Gelderland ingedeeld in vijf vervoerspercelen, waaronder het perceel Stedendriehoek.
2.2.
In het bestek voor de aanbesteding is onder meer vermeld:
B.2.3. STAP 3: Beoordelen van de gunningscriteria
Alle inschrijvingen die voldoen aan de stappen 1 en 2 worden beoordeeld op de gunningscriteria.
beoordeling kwaliteit
Voor de beoordeling van de twee subgunningscriteria (implementatieplan en plan van aanpak uitvoering) wordt een deskundige beoordelingscommissie geformeerd, die bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en minimaal vijf leden.(…)
(…)
beoordeling prijs
Op basis van de formule in paragraaf B.5.2 wordt het puntenaantal per inschrijver vastgesteld. (…)
(…)
B.2.4 STAP 4: Totaal beoordeling en gunning
Gunning vindt plaats aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving. (…)
Bij een gelijke totaalscore geeft de laagste prijs de doorslag, dus de inschrijving met de laagste prijs is dan de economisch meest voordelige inschrijving. (…)
(…)
B.3.8 Vertrouwelijkheid
De informatie met betrekking tot dit Bestek en de inschrijvingen wordt vertrouwelijk behandeld en wordt uitsluitend getoond aan het beoordelingsteam, voorzitter en adviseurs die direct bij de aanbestedingsprocedure zijn betrokken, alsmede – desgewenst – het college van Gedeputeerde Staten.
(…)
B.5.1 Gunningscriteria
Nadat uit de inschrijving is gebleken dat er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn, de inschrijver voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen en hetgeen is opgenomen in de aanbestedingsdocumenten zal de inschrijving verder beoordeeld worden. (…) Voor elke (sub)gunningscriterium worden punten toegekend. De som van de behaalde punten is de totaalscore van de inschrijving op het desbetreffende perceel.
Criterium Sub criterium Maximale
score/weging
Prijs Zonetarief 750
Waarborg kwaliteit, communicatie en Implementatie 50
klantgerichtheid Uitvoeringsfase 200
Totaal 1000
(…)
B.5.3 Waarborgen kwaliteit, communicatie en klantgerichtheid
Voor het onderdeel waarborgen kwaliteit, communicatie en klantgerichtheid zijn maximaal 250 punten te behalen. De score wordt bepaald aan de hand van de door de inschrijver ingediende plannen (Implementatieplan 50 punten en Plan van aanpak uitvoeringsfase 200 punten). (…)
(…)
B.5.4 Implementatiefase
De inschrijver dient een implementatieplan (…) in, ter beoordeling van de beoordelingscommissie (…).
De aanbestedende dienst meet de waarborgen en kwaliteit die inschrijvers kunnen bieden af aan de volgende zaken:
 Risicoanalyse en beheersmaatregelen: de door de inschrijver verwoorde risicoanalyse van de implementatiefase. Hieruit moet blijken dat de inschrijver de ook niet voor de hand liggende risico’s (voor zichzelf en de Opdrachtgever) onderkent en effectieve beheersmaatregelen treft.
 Communicatieproces en datacommunicatiesystemen: de mate waarin en de wijze waarop het communicatieproces en de datacommunicatiesystemen (met het Regiecentrum, eventuele onderaannemers en de Opdrachtgever) voorafgaande aan de start van het vervoer worden ingeregeld en geborgd.
 Juiste en tijdige implementatie: de mate waarin en de wijze waarop relevante toegevoegd waarde ten aanzien van het goed en met name tijdig doorlopen van de noodzakelijke stappen in de implementatiefase wordt aangeboden door middel van concrete statements over de inzet c.q. activiteiten die de inschrijver uitvoert.
De score op het sub criterium implementatiefase wordt als volgt bepaald:
Uitleg Score
Er zijn geen of geen relevante voorstellen voor het extra waarborgen van 0 punten
de kwaliteit van de implementatieperiode ingediend.
Enkele punten zijn beantwoord en/of enkele relevante voorstellen zijn gedaan 10 punten
voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de implementatieperiode die
meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Het merendeel van de punten is beantwoord en biedt relevante en/of concrete 25 punten
voorstellen voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de implementatie-
periode die meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Alle punten zijn beantwoord, maar bieden niet allemaal relevante en/of concrete 40 punten
voorstellen voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de implementatie-
periode die meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Alle punten zijn volledig beantwoord en bieden allemaal relevante en concrete 50 punten
voorstellen voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de implementatie-
periode die meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
B.5.5 Uitvoeringsfase
De inschrijver dient een plan van aanpak voor de uitvoeringsfase (…) in, ter beoordeling van de beoordelingscommissie (…).
De opdrachtgever waardeert een plan van aanpak hoger dat, naast waarborgen die ten aanzien van de kwaliteit en klantgerichtheid zoals opgenomen zijn in het programma van eisen, oplossingen aanbiedt die de kwaliteit, communicatie en klantgerichtheid verbeteren. De aanbestedende dienst meet de extra kwaliteit en klantgerichtheid die de inschrijver biedt af aan de mate waarin en de wijze waarop:
 Interne toetsing: er bij de Opdrachtnemer intern toetsing op kwaliteit en klantgerichtheid van de diensten die specifiek worden uitgevoerd door Regio taxi Gelderland plaatsvindt;
 Verbeterend vermogen:
° navolging wordt gegeven aan de resultaten van klachtenmelding en de klachten
van veel-klagers alsmede klanttevredenheidsonderzoeken;
° de inschrijver zorgt dat klachten over een rit en/of bejegening door de chauffeur
worden voorkomen en de wijze waarop de inschrijver na een gegronde klacht met
interne maatregelen herhaling in de toekomst tracht te voorkomen. In ieder geval
dient de inschrijver hierin loosritten te betrekken;
° de inschrijver zorgt voor een persoonlijke benadering in de klachtenafhandeling
zodat de reiziger zich erkend voelt;
 Lerend vermogen: wordt gewaarborgd dat klachten en ontevredenheid in de toekomst worden voorkomen c.q. de dienstverlening wordt afgestemd op de verwachtingen van de klant en vice versa;
 Continuïteit bij calamiteiten: de continuïteit van het vervoer en de dataregistratie is geborgd in geval van calamiteiten (stroomstoring, uitval centrale, storing in de data uitwisseling met het callcenter, storing in de data-uitwisseling met voertuigen e.d.).
De score op het sub criterium uitvoeringsfase wordt als volgt bepaald:
Uitleg Score
Er zijn geen of geen relevante voorstellen voor het extra waarborgen van 0 punten
de kwaliteit van de uitvoeringsfase
Enkele punten zijn beantwoord en/of enkele relevante voorstellen zijn gedaan 25 punten
voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase die
meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Het merendeel van de punten is beantwoord en biedt relevante voorstellen 75 punten
voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase die
meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Alle punten zijn beantwoord, maar bieden niet allemaal relevante voorstellen 125 punten
voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase die
meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
Alle punten zijn volledig beantwoord en bieden allemaal relevante voorstellen 200 punten
voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase die
meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding.
(…)
C.12.9 Boeteregelingen
(…)
Dataprotocol boeteregeling
Het uitwisselen van statusmeldingen en het functioneren van het dataprotocol is van groot belang voor het goed functioneren van Regiotaxi Gelderland. Het is de basis waarop het systeem Regiotaxi Gelderland rust. Het dataprotocol wordt gehanteerd en werkt of werkt niet. Dat is een meetmoment voor aanvang van het vervoer (1-6-2015). Indien het protocol niet werkt op 1-6-2015 en het probleem is niet voor 1-7-2015 opgelost, kan opdrachtgever een boete opleggen van maximaal € 25.000,- voor iedere maand na 1-7-2015 waarin het dataprotocol niet werkt. Voor het opleggen van deze boete is geen ingebrekestelling vereist, een schriftelijke melding van opdrachtgever volstaat.’
2.3.
Onder meer NMC en Connexxion hebben ingeschreven voor gunning van perceel Stedendriehoek. Bij brief van 4 februari 2015 heeft de Provincie aan NMC medegedeeld dat zij voornemens is de opdracht met betrekking tot perceel Stedendriehoek te gunnen aan Connexxion. Bij de brief was onder andere de navolgende scoretabel gevoegd met betrekking tot perceel Stedendriehoek.
Criterium
Subcriterium
Maximale score
Score
Winnaar
Nat.mob.
Centrale
Prijs
Zonetarief
750
750
716,53
Waarborgen kwaliteit, communicatie en klantgerichtheid
Implementatie
50
40
40
Uitvoeringsfase
200
200
125
Totaal
1000
990
881,53
2.4.
Tot de in het geding gebrachte stukken behoren voorts de rapporten van het beoordelingsteam van de Provincie met betrekking tot de door NMC en Connexxion ingediende implementatieplannen en plannen van aanpak voor de uitvoeringsfase.

3.Het geschil

3.1.
NMC vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van de Provincie in de proces- en nakosten met rente, de Provincie op straffe van een dwangsom te gebieden,
het gunningsvoornemen van 4 februari 2014 met betrekking tot het perceel Stedendriehoek in te trekken;
de implementatieplannen en plannen van aanpak van Connexxion en NMC voor het perceel Stedendriehoek opnieuw te beoordelen met inachtneming van dit vonnis en deze herbeoordeling uit te laten voeren door een nieuw aan te wijzen onafhankelijke beoordelingscommissie;
binnen 14 dagen na dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter bekend te maken termijn, een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken voor het perceel Stedendriehoek, onder vermelding van een nieuwe Alcatateltermijn.
3.2.
De Provincie en Connexxion voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.3.
Connexxion vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in het incident
1. dat haar wordt toegestaan tussen te komen in de procedure tussen NMC en de Provincie, dan wel dat het haar wordt toegestaan om zich in die procedure te mogen voegen aan de zijde van de Provincie;
in de hoofdzaak
2. NMC niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans de vorderingen af te wijzen;
3. de Provincie te verbieden de opdracht met betrekking tot het perceel Stedendriehoek aan een ander te gunnen dan aan Connexxion, voor zover de Provincie de opdracht nog wenst te gunnen, en om NMC, voor zover nodig, te gebieden om te gehengen en te gedogen dat de opdracht wordt gegund aan Connexxion, althans de Provincie te verbieden de overeenkomst met betrekking tot perceel Stedendriehoek op te zeggen en, voor zover nodig, te gebieden te gehengen en te gedogen dat de opdracht wordt uitgevoerd door Connexxion;
4. met veroordeling van NMC en de Provincie in de proces- en nakosten met rente.
3.4.
NMC en de Provincie voeren verweer. Hierna wordt, voor zover van belang, nader ingegaan op de stellingen van partijen.

4.De beoordeling

in het incident tot tussenkomst, subsidiair voeging

4.1.
NMC en de Provincie hebben geen verweer gevoerd tegen de tussenkomst van Connexxion. Connexxion heeft een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang om als tussenkomende partij in het geding te komen, omdat zij de inschrijver is aan wie de provincie voornemens is de opdracht te gunnen. Connexxion zal daarom worden toegelaten als tussenkomende partij. NMC en de Provincie zullen in de kosten van dit incident worden veroordeeld. De kosten in incident zullen aan de zijde van Connexxion worden begroot op nihil.
in de hoofdzaak
4.2.
Het spoedeisend belang bij de vorderingen is genoegzaam gegeven nu dit kort geding een aanbestedingsprocedure betreft.
4.3.
De Provincie heeft het beoordelingsrapport van de inschrijving van NMC in het geding gebracht, maar afschrift daarvan alleen aan NMC verstrekt en niet aan Connexxion, die zich erop heeft beroepen dat haar dat stuk is onthouden. NMC heeft bezwaar gemaakt tegen de afgifte van haar beoordelingsrapport aan Connexxion. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op het bepaalde in B.3.8 van het bestek, dat inschrijvingen vertrouwelijk worden behandeld, op artikel 2.57 Aanbestedingswet 2012, dat vertrouwelijk verstrekte informatie niet openbaar wordt gemaakt, en op artikel 2.26.7 ARW 2012, dat gegevens betreffende de gunningsbeslissing niet worden medegedeeld als openbaarmaking ervan de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen schaden.
4.4.
Dat beroep slaagt niet. Connexxion is partij geworden in deze procedure. Het beginsel van hoor en wederhoor brengt met zich mee dat alle partijen in beginsel over dezelfde gedingstukken moeten beschikken. In dit geval is er geen reden daarvan af te wijken. Het gaat hier niet om de inschrijving of andere stukken die NMC zelf heeft verstrekt waaruit gegevens omtrent haar bedrijfsvoering blijken, maar om een beoordelingsrapport dat door de Provincie is opgemaakt van de inschrijving van NMC. Daarbij komt dat NMC wel over het beoordelingsrapport beschikt dat de Provincie heeft opgemaakt van de inschrijving van Connexxion. NMC baseert haar vorderingen ook op een vergelijking van de beide beoordelingsrapporten met betrekking tot het implementatieplan en het plan van aanpak voor de uitvoeringsfase. Een vergelijking van de beoordelingsrapporten laat volgens NMC zien dat de Provincie de inschrijving van Connexxion niet op dezelfde manier heeft beoordeeld als die van NMC, waarbij de Provincie zich niet heeft gehouden aan haar eigen kenbaar gemaakt toetsingskader. Een evenwichtige beoordeling van dat standpunt van NMC en het verweer daartegen van Connexxion en de Provincie vergt dat beide beoordelings-rapporten onderdeel moeten kunnen uitmaken van het partijdebat. De voorzieningenrechter heeft daarom ter zitting met overeenkomstige toepassing van artikel 85 Rv en lid 4 daarvan in het bijzonder, beslist dat met het beoordelingsrapport van de inschrijving van NMC geen rekening zal worden gehouden ten nadele van Connexxion tenzij ook haar een afschrift daarvan wordt verstrekt. De Provincie heeft Connexxion vervolgens een afschrift gegeven.
4.5.
De kern van het betoog van NMC komt – zoals overwogen – erop neer dat de Provincie zich niet heeft gehouden aan de door haarzelf in het bestek bekend gemaakte beoordelingssystematiek met betrekking tot de onderdelen implementatieplan en plan van aanpak. NMC heeft dat betoog gevoerd aan de hand van haar beoordelingsrapport en dat van Connexxion.
4.6.
De Provincie voert als verweer dat zij bij beoordeling van de ingediende implementatieplannen en de plannen van aanpak beoordelingsvrijheid had. Volgens de Provincie heeft zij bij gebruikmaking van haar beoordelingsvrijheid niet apert onjuist gehandeld.
4.7.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat in het algemeen heeft te gelden dat het aan de aanbestedende dienst is een bij de inschrijving ingediend plan te beoordelen en te waarderen. Daarbij heeft de aanbestedende dienst een ruime beoordelingsvrijheid, waarbij enige mate van subjectiviteit bij de beoordeling onvermijdelijk is. De rechter kan de beoordeling door de aanbestedende dienst – de puntenscore met motivering – slechts marginaal toetsen. Alleen bij evidente onjuistheden is plaats voor ingrijpen.
4.8.
In de onderhavige aanbestedingsprocedure heeft de Provincie onder B.5.4 en B.5.5 in het bestek kenbaar gemaakt hoe punten kunnen worden gescoord voor respectievelijk het implementatieplan en het plan van aanpak. Blijkens de hiervoor in r.o. 2.2 weergegeven bepalingen toetst de beoordelingscommissie van de Provincie de plannen aan de hand van de vermelde zaken achter de bullets onder B.5.4 en B.5.5. Verder zijn onder B.5.4 en B.5.5 van het bestek voor het implementatieplan en het plan van aanpak een vijftal categorieën omschreven, met achter elke categorie een gefixeerd aantal punten. Uit deze systematiek kan niet anders volgen dan dat toetsing van de ingediende plannen aan de hand van de zaken vermeld achter de bullets ertoe moet leiden dat een plan wordt ingedeeld in één van de categorieën, en dat ter bepaling van de categorie waarin een plan valt, gekeken moet worden of het plan voldoet aan de omschrijvingen van de categorieën. De omschrijving van de categorie waaraan het plan voldoet, is de categorie waarin het plan wordt ingedeeld. Het plan krijgt vervolgens de score die achter die categorie is vermeld in het bestek. De Provincie heeft zichzelf door deze beoordelingssystematiek een zekere mate van beoordelingsvrijheid ten aanzien van de ingediende plannen ontnomen. Van de Provincie mag worden verwacht dat zij zich als aanbestedende dienst – kort gezegd – houdt aan deze zelfbinding. De vraag is of dat is gebeurd.
4.9.
In dat verband is het partijdebat in het bijzonder gevoerd over de inschaling van het plan van aanpak van NMC in de één na hoogste categorie die is omschreven in B.5.5, en indeling van het plan van aanpak van Connexxion in de hoogste categorie. Met als gevolg dat NMC 125 punten heeft gescoord voor haar plan van aanpak en Connexxion voor haar plan van aanpak de maximale score van 200 punten heeft gehaald.
4.10.
Zoals is overwogen, dient te zijn voldaan aan de omschrijving van een categorie om het puntenaantal behorend bij die categorie te halen. Dit betekent dat voor de maximale score van 200 punten voor het plan van aanpak, het ingediende plan van aanpak volledig moet beantwoorden aan hetgeen is vermeld achter de vier bullets onder B.5.5, dus dat in het plan moet zijn ingegaan op alle punten die daar worden genoemd, en verder dat het plan in dat verband allemaal relevante voorstellen voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase dient te bevatten die meerwaarde hebben in de context van de onderhavige aanbesteding. Met betrekking tot alle punten (bullets) moeten dus voorstellen zijn gedaan, die ook
allemaalrelevant moeten zijn. Deze beoordelingssystematiek ter verwerving van de maximale score biedt geen ruimte voor de opvatting dat als een plan van aanpak met betrekking tot de punten (bullets) een aantal relevante voorstellen bevat en een aantal voorstellen dat niet relevant is voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase die meerwaarde hebben in de context van de aanbesteding, dan toch de maximale score van 200 punten kan worden behaald.
4.11.
Blijkens de overgelegde beoordelingsrapporten hebben zowel NMC als Connexxion ook voorstellen gedaan in het plan van aanpak met factoren die door de beoordelingscommissie zijn beoordeeld als ‘minder positief of niet positief’. In beide beoordelingsrapporten is vermeld welke factoren het betreft. In het beoordelingsrapport van de inschrijving van Connexxion is daarbij vermeld dat de factoren die in dat rapport zijn beoordeeld als minder positief of niet positief, niet hebben geleid tot puntenaftrek. In het beoordelingsrapport van de inschrijving van NMC staat niet dat de factoren die in dat rapport als minder positief of niet positief zijn beoordeeld niet hebben geleid tot puntenaftrek voor het plan van aanpak. NMC heeft, anders dan Connexxion, dan ook niet de maximale score behaald van 200 punten voor haar plan van aanpak, maar 125 punten.
4.12.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt het niet goed te rijmen met de hierboven weergegeven beoordelingssystematiek dat een plan van aanpak de maximale score krijgt als in dat plan voorstellen zijn gedaan die aspecten bevatten die als minder positief of niet positief zijn beoordeeld. Dat lijkt immers in te houden dat niet alleen maar relevante voorstellen zijn gedaan en aldus niet is voldaan aan de omschrijving van de hoogste categorie. De weergegeven beoordelingssystematiek brengt mee dat de Provincie bij beoordeling van de plannen nauwkeurig aangeeft dat en waarom zij alle factoren die in het plan van aanpak worden genoemd relevant vindt voor het extra waarborgen van de kwaliteit van de uitvoeringsfase en daarmee meerwaarde hebben in de context van deze aanbesteding. Om in de hoogste categorie ingedeeld te worden, is daardoor geen ruimte voor factoren in het plan van aanpak die minder positief of niet positief worden beoordeeld. Nu het aldus maar zeer de vraag is of het plan van aanpak van Connexxion ingedeeld had kunnen worden in de categorie met de hoogste puntenscore, omdat ook haar plan, evenals dat van NMC, volgens de beoordelingscommissie factoren bevat die als minder positief of niet positief zijn beoordeeld, valt dan ook niet uit te sluiten dat de beoordelingscommissie de in het bestek bekend gemaakte beoordelingssystematiek niet juist, althans niet consequent, heeft toegepast en daarmee in strijd met de grondbeginselen van het aanbestedingsrecht heeft gehandeld.
4.13.
Het bovenstaande leidt ertoe dat in beginsel een herbeoordeling zal moeten plaatsvinden aan de hand van de in het bestek bekend gemaakte beoordelingssystematiek. De Provincie en Connexxion voeren aan dat die herbeoordeling achterwege kan blijven omdat volgens hen NMC geen belang heeft bij een herbeoordeling nu zij op prijs lager heeft gescoord dan Connexxion, hun implementatieplannen even hoog hebben gescoord en het plan van aanpak van NMC geen hogere score dan de reeds behaalde 125 punten zal kunnen halen. NMC zal daardoor ook achter Connexxion eindigen als het plan van aanpak van Connexxion 125 punten in plaats van 200 punten scoort bij herbeoordeling. Dat standpunt wordt verworpen. Het is in een geval als dit niet aan de voorzieningenrechter om een prognose te geven van de uitkomst van een integrale herbeoordeling van de ingediende plannen door de beoordelingscommissie.
4.14.
De Provincie en Connexxion voeren daarnaast aan dat NMC geen belang heeft bij herbeoordeling van de inschrijvingen omdat haar inschrijving dan ongeldig zal moeten worden verklaard wegens het niet voldoen aan het bestek, door geen test aan te bieden van het dataprotocol, uit te voeren vóór 1 juni 2015. Ook dat standpunt wordt verworpen. Weliswaar heeft NMC – niet weersproken – geen test van het dataprotocol aangeboden die kan worden uitgevoerd vóór 1 juni 2015, maar uit de aanbestedingsstukken blijkt nergens dat op straffe van verdere uitsluiting van deelname aan de aanbestedingsprocedure een test van het dataprotocol moest worden aangeboden die vóór 1 juni 2015 kan worden uitgevoerd. Het ligt ook niet voor de hand dat een dergelijke test had moeten worden aangeboden. Onder C.12.9 van het bestek is immers een boete gekoppeld aan de werking van het dataprotocol. Dat boetebeding houdt in dat de inschrijver aan wie de opdracht is gegund een boete riskeert van € 25.000,00 als zijn dataprotocol niet werkt op 1 juni 2015 en hij vervolgens niet ervoor zorgt dat uiterlijk op 1 juli 2015 het dataprotocol alsnog werkt. Dit boetebeding veronderstelt dat niet op straffe van uitsluiting van de inschrijving het daarin aangeboden dataprotocol moet zijn getest vóór 1 juni 2015.
4.15.
De slotsom is dan ook dat de Provincie het gunningsvoornemen van 4 februari 2015 niet gestand mag doen en dat als de Provincie de onderhavige opdracht nog wenst te gunnen, zij alle inschrijvingen die reeds voldeden aan de stappen 1 en 2 in het bestek, te weten inschrijvingen ten aanzien waarvan reeds door de Provincie is geoordeeld dat geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en dat is voldaan aan de geschiktheids-criteria, opnieuw zal moeten beoordelen. Die beoordeling dient te geschieden op basis van de in de aanbestedingsstukken kenbaar gemaakte beoordelingssystematiek. Voor de zuiverheid zal de herbeoordeling moeten plaatsvinden door een aan de hand van de reeds bekend gemaakte aanbestedingsstukken nieuw te vormen beoordelingscommissie. De samenstelling van de commissie zal verder aan de Provincie worden overgelaten, met dien verstande dat daarin geen personen zitting mogen hebben die in de eerdere beoordelingscommissie zitting hadden. De voorzieningenrechter zal verder bepalen dat de herbeoordeling dient plaats te vinden binnen drie weken na de datum van dit vonnis en dat binnen die termijn een nieuw gunningsvoornemen bekend gemaakt moet worden. Daarbij zal geen dwangsom worden opgelegd. Van de Provincie mag worden verwacht dat zij, als overheid, uitvoering geeft aan gerechtelijke uitspraken, zoals door haar ook is toegezegd. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding te veronderstellen dat de Provincie haar toezegging niet zal nakomen.
4.16.
Voor zover de vorderingen van NMC verder strekken dan de hiervoor onder 4.15 genoemde hierna te treffen maatregelen, zullen die vorderingen worden afgewezen. Dit alles brengt verder mee dat de vorderingen van Connexxion zullen worden afgewezen.
4.17.
De Provincie en Connexxion zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de hoofdzaak worden veroordeeld in hun eigen proceskosten. Daarbij zal de Provincie, zoals gevorderd, worden veroordeeld in de proces- en nakosten met rente aan de zijde van NMC, op de wijze al hierna vermeld. De proceskosten aan de zijde van NMC worden begroot op:
- dagvaarding € 77,84
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.506,84

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In het incident
5.1.
laat Connexxion toe als tussenkomende partij in het kort geding van NMC tegen de Provincie;
5.2.
veroordeelt NMC en de Provincie in de proceskosten in het incident en begroot deze aan de zijde van Connexxion tot op heden op nihil;
in de hoofdzaak
5.3.
gebiedt de Provincie het gunningsvoornemen van 4 februari 2015 terzake het perceel Stedendriehoek in te trekken;
5.4.
veroordeelt de Provincie om, in geval zij perceel Stedendriehoek nog wenst te gunnen, binnen drie weken na heden in de onderhavige aanbestedingsprocedure de inschrijvingen ten aanzien waarvan zij reeds had geoordeeld dat daarop geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en dat die voldoen aan de geschiktheidscriteria, opnieuw te beoordelen aan de hand van de beoordelingssystematiek met betrekking tot de gunningscriteria die reeds kenbaar is gemaakt in de aanbestedingsstukken van de onderhavige aanbestedingsprocedure, welke herbeoordeling dient te worden uitgevoerd door een nieuwe beoordelingscommissie, samen te stellen overeenkomstig hetgeen met betrekking tot de samenstelling van de beoordelingscommissie reeds is kenbaar gemaakt in de aanbestedingsdocumenten van de onderhavige aanbestedingsprocedure;
5.5.
gebiedt de Provincie na de herbeoordeling als bedoeld onder 5.4 uiterlijk drie weken na heden een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken voor perceel Stedendriehoek onder vermelding van een nieuwe alacateltermijn;
5.6.
veroordeelt de Provincie en Connexxion ieder in de eigen proceskosten, en veroordeelt de Provincie voorts in de proceskosten van NMC die tot op heden worden begroot op € 1.506,84, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.7.
veroordeelt de Provincie in de nakosten van NMC, te begroten op € 131,00 voor nasalaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van dit vonnis heeft plaatsgehad, met € 68,00, en te vermeerderen met de wettelijke rente over € 199,00 met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2015.
Coll: MJD