Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst over de vergoeding van belastingrente. Eiser had een verzoek ingediend om verhoging van het bedrag aan persoonsgebonden aftrek in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2011 en 2012. Dit verzoek werd toegewezen, waardoor de aanslag IB/PVV 2011 werd vastgesteld op nihil en het resterende bedrag aan persoonsgebonden aftrek werd verrekend met het inkomen van 2012. Hierdoor resulteerde de aanslag IB/PVV 2012 in een teruggaaf van € 3.605, maar eiser ontving geen rente over deze teruggaaf.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser recht heeft op vergoeding van belastingrente over de teruggaaf, omdat het verzoek om verhoging van de persoonsgebonden aftrek moet worden opgevat als een aanvulling op de aangifte IB/PVV 2012. De rechtbank oordeelde dat de aanslag IB/PVV 2012 in overeenstemming was met de verbeterde aangifte, en dat aan de voorwaarden voor rentevergoeding was voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst en gelastte de vergoeding van belastingrente over het bedrag van € 3.605.
De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen kosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.