ECLI:NL:RBGEL:2015:2168
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- R.J. Jue
- H.P.M. Kester
- G.A. van der Straaten
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van wrakingsverzoek na sluiting van het onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de rechters W.A. Holland, J.M. Klep en G.M.L. Tomassen. Het wrakingsverzoek was ingediend op 9 januari 2015, maar werd pas op 21 januari 2015 door de rechtbank ontvangen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de gewraakte rechters op 22 januari 2015 al uitspraak hadden gedaan in de betreffende zaak. De rechtbank stelde vast dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een rechter te wraken na het wijzen van een schriftelijke uitspraak. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 13 april 2010, waarin werd bepaald dat een wrakingsverzoek tijdig is indien het voor de uitspraak bij het gerecht is ingekomen en de rechters daarvan redelijkerwijs kennis konden nemen. Aangezien het wrakingsverzoek pas na de uitspraak onder ogen van de rechters was gekomen, werd het verzoek afgewezen. De beslissing werd genomen door mr. R.J. Jue als voorzitter, en mrs. H.P.M. Kester en G.A. van der Straaten als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. J.M.M.B. van Eeten. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.