Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde],
1.De procedure
2.De feiten
“Uitvaartverzorging. Het verzorgen van uitvaarten in Arnhem en omstreken, alsmede het zorgdragen voor terminale zorg in huiselijke sfeer (hospice)”.
“Uitvaartverzorging. Het regelen, organiseren en begeleiden van uitvaarten, inclusief de nazorg aan nabestaanden. Tevens verzorging en vervoer van overledenen.”
Uitvaartzorg. Het bedrijf heeft een nieuw jasje gekregen qua logo en huisstijl, maar behoudt de persoonlijke werkwijze van voorheen.
dezelfde ledenkorting!
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het verzorgingsgebied, aangegeven in artikel 2 van deze overeenkomst, niet direct of indirect betrokken zijn bij een bedrijf of financiële dan wel andere zakelijke belangen hebben bij activiteiten die soortgelijk zijn aan de door franchisenemer in het kader van deze overeenkomst uitgeoefende activiteiten en/of de Yarden-formule’. Dat is een kwestie van uitleg van het beding waarvoor de Haviltex-maatstaf geldt. Hoewel uit de tekst van het beding niet precies blijkt in welke gevallen sprake is van werkzaamheden in het Verzorgingsgebied die onder artikel 14.3 van de overeenkomst vallen, brengt een redelijke uitleg van de bepaling in dit artikel met zich mee dat De Passage Holding, De Passage Uitvaartverzorging en De Passage Veenendaal geen uitvaarten mogen verzorgen van personen die binnen het Verzorgingsgebied hun laatste woonplaats hebben gehad en ook geen uitvaarten mogen verzorgen in het Verzorgingsgebied, ook niet wanneer de overledene buiten het Verzorgingsgebied zijn laatste woonplaats heeft gehad. In beide situaties vindt immers concurrentie plaats met de Yarden Franchise ondernemer binnen het Verzorgingsgebied en een andere opvatting zou het non-concurrentiebeding ook gemakkelijk onhanteerbaar maken. De partijen hebben verder geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan geoordeeld moet worden dat zij de bepaling anders hebben moeten of mogen begrijpen.