ECLI:NL:RBGEL:2015:1662
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete wegens schending van de inlichtingenplicht in het kader van de WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig buschauffeur die een WAO-uitkering ontving, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een boete van € 2.020,00 opgelegd gekregen wegens schending van de inlichtingenplicht. Het UWV stelde dat eiser in verschillende maanden van 2006 en 2007 vergoedingen had ontvangen die hij niet had gemeld, waardoor hij de inlichtingenplicht zou hebben geschonden. Eiser betwistte dit en stelde dat het voor hem niet duidelijk was dat hij teveel uitkering had ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser in de relevante periode de inlichtingenplicht verwijtbaar heeft geschonden. De rechtbank oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de verwijten van het UWV betrekking hadden op een periode die niet overeenkwam met de periode waarover de boete was vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en de opgelegde boete, en kende eiser een proceskostenvergoeding toe van € 1.704,50.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opleggen van boetes in het kader van sociale zekerheidswetgeving en de noodzaak voor het UWV om voldoende bewijs te leveren voor de opgelegde sancties.