Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser] c.s.
- de pleitnota van Bart's Retail
- de eis in reconventie.
2.De feiten
Bakkerij Bartfranchisenemer op te treden binnen het omlijnde gebied, dat is aangegeven op de als bijlage 1 aan deze overeenkomst gehechte en tevens voor akkoord door partijen geparafeerde kaart/plattegrond, nader ook te noemen het contractsgebied.
3.Het geschil in conventie
- primair, [eiser] c.s. te ontheffen van het non-concurrentiebeding (dat partijen zijn overeengekomen) en
- subsidiair, te bepalen dat het non-concurrentiebeding wordt opgeschort totdat het in de bodemprocedure tussen partijen te wijzen vonnis betreffende de geschillen die in de dagvaarding van dit kort geding zijn beschreven en toegelicht, in kracht van gewijsde is gegaan, dan wel een zodanige maatregel te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie geraden acht.
4.Het geschil in reconventie
- primair, [eiser] c.s. te veroordelen de met Bart’s Retail gemaakt afspraken vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst na te komen en hun volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de ontruiming en oplevering van het gehuurde gelegen aan de Bellestein 71-73 te Ede,
- subsidiair, [eiser]. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een voorschot op de uitstaande betalingsverplichtingen vooralsnog becijferd op een bedrag van € 58.107,38, althans in ieder geval tot het erkende bedrag ad € 53.000,00 (excl. btw) op 5 januari 2014 ten titel van achterstallige huurpenningen, franchisefee en inkoopvergoedingen.
5.De beoordeling in conventie en reconventie
816,00