ECLI:NL:RBGEL:2015:1431

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 maart 2015
Publicatiedatum
4 maart 2015
Zaaknummer
AWB - 14 _ 4451
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting en de toepassing van het verlaagde tarief voor woningen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 maart 2015 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting die aan eiseres, [X] BV, was opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht. De naheffingsaanslag, gedateerd op 30 oktober 2013, betrof een bedrag van € 27.900 en was gehandhaafd bij uitspraak op bezwaar van 30 mei 2014. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat het aangekochte pand, gelegen aan de [A-straat 1] te [Z], ten tijde van de juridische overdracht als woning moest worden aangemerkt, waardoor het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting van toepassing zou zijn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het pand ten tijde van de overdracht in gebruik was als kantoorruimte en dat het niet bestemd was voor bewoning. De rechtbank baseerde haar oordeel op de akte van levering en de koopovereenkomst, waarin expliciet werd vermeld dat het pand als kantoorpand werd gebruikt. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheid dat het pand enige tijd leegstond en van oorsprong als stadsvilla was ontworpen, niet afdoet aan de conclusie dat het pand op het moment van overdracht niet als woning kon worden aangemerkt.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarmee de naheffingsaanslag in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke bestemming van onroerende zaken op het moment van juridische overdracht en de criteria die daarbij in acht moeten worden genomen, zoals de bestemming die door de gemeente aan het pand is gegeven en het gebruik van het pand op dat moment.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 14/4451

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 5 maart 2015

in de zaak tussen

[X] BV, te [Z], eiseres

(gemachtigde: drs. [gemachtigde]),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres met dagtekening 30 oktober 2013 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000]) overdrachtsbelasting ten bedrage van € 27.900 opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 30 mei 2014 de naheffingsaanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 3 juli 2014, ontvangen door de rechtbank op 7 juli 2014, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 februari 2015. Namens eiseres is verschenen [A], bijgestaan door drs. [gemachtigde], gemachtigde, mr. [B], mr. [C], [D] en mr. [E]. Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en mr. ir. [F].

Overwegingen

Feiten
1. Aan eiseres is bij akte van 31 augustus 2012 de onroerende zaak (hierna: het pand) gelegen aan de [A-straat 1] te [Z] geleverd. In de akte van levering is onder meer het volgende opgenomen:
" (…)
gebruik
Het verkochte registergoed is door de verkopende partij gebruikt als
kantoorpand.De verkopende partij heeft verklaard niet bekend te zijn met publiek- of privaatrechtelijke belemmeringen ten aanzien van dit gebruik.
De kopende partij is van plan het gekochte registergoed te gaan gebruiken als
woning.
koopsom, voldoening en kwijting
De koopsom voor het registergoed bedraagt € 697.500,00 (…).
Deze koopsom en de daarbij behorende kosten zijn door de kopende partij voldaan door storting op een rekening op naam van de notaris. (…)
kosten en belastingen
1.1.
Deze levering is belast met overdrachtsbelasting, die niet in de hierboven genoemde koopsom is inbegrepen; deze levering is
nietbelast met omzetbelasting.
(…)
1.4
De overdrachtsbelasting is gelijk aan 2% (…) hetgeen gelijk is aan € 13.950,00 (…)
(…)
3.3
De verkopende partij heeft geen veranderingen aan het verkochte registergoed aangebracht na het totstandkomen van de koopovereenkomst. "
2. In de aan de levering ten grondslag liggende koopovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
" (…)
verklaren dat zij op
21 maart 2012een koopovereenkomst hebben gesloten inzake:

Het kantoorpand met ondergrond, erf en tuin, (…), [A-straat 1], (…)

(…)
Bestemming:
Conform het vigerende bestemmingsplan van de gemeente
Utrecht. De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als kantoorgebouw, dit in overeenstemming met het huidig gebruik.
(…) "
3. Voorafgaande aan deze verkoop is het pand door [G] te huur aangeboden. Op [I] is hiertoe destijds onder meer het volgende vermeld:
" (…)
Het kantoorgebouw betreft een statig herenhuis bestaande uit 4 bouwlagen met een zeer grote tuin welke te bereiken is middels openslaande deuren aan de achterzijde.
(…)
De kantoorruimte wordt opgeleverd in de huidige gebruikte staat (…) "
4. Eiseres heeft het pand op 31 augustus 2012, derhalve op dezelfde dag dat het pand aan haar is geleverd, geleverd aan een particuliere partij. In de akte van levering staat onder meer het volgende vermeld:
" (…)
gebruik
Het verkochte registergoed is door de verkopende partij gebruikt als
woning. (…)
Ook de kopende partij is van plan het gekochte registergoed te gaan gebruiken als
woning.
koopsom, voldoening en kwijting
De koopsom voor het registergoed bedraagt € 845.000,00 (…).
Deze koopsom en de daarbij behorende kosten zijn door de kopende partij voldaan door storting op een rekening op naam van de notaris. (…)
kosten en belastingen
1.1.
Deze levering is belast met overdrachtsbelasting, die niet in de hierboven genoemde koopsom is inbegrepen; deze levering is niet belast met omzetbelasting.
(…)
1.3.
Op grond van de koopovereenkomst heeft de kopende partij aan de verkopende partij boven de koopsom een vergoeding van € 13.950,00 betaald, namelijk het door de verkopende partij bij diens verkrijging betaalde bedrag aan overdrachtsbelasting.
(…)
1.5.
De overdrachtsbelasting bedraagt 2% over deze maatstaf (…), hetgeen gelijk is aan € 3.229,00 (…), waarvan € 2.950,00 (…) voor rekening van de kopende partij is en € 279,00 voor rekening van de verkopende partij.
staat van het verkochte registergoed
3.3.
De verkopende partij heeft geen verandering aan het verkochte registergoed aangebracht na het totstandkomen van de koopovereenkomst.
(…) "
5. In de aan de levering ten grondslag liggende koopovereenkomst van 17 juli 2012 staat onder meer het volgende vermeld:
" (…)
artikel 25 overdrachtsbelasting
Uitgegaan wordt van 2% overdrachtsbelasting. Mocht van het geheel of een deel van het gebouw 6% overdrachtsbelasting in rekening worden gebracht komt dit voor rekening en risico van de koper (…)

artikel 26

Deze akte maakt onlosmakelijk een geheel uit met de aanneemovereenkomst gesloten tussen koper (…) en verkoper [X] BV. "
6. De in de koopovereenkomst bedoelde aanneemovereenkomst ziet op werkzaamheden te verrichten aan de buitenzijde van het pand, zoals beglazing en dakbedekking, ten bedrag van bijna € 24.700, inclusief omzetbelasting. De kopers hebben daarnaast aan de binnenzijde van het pand werkzaamheden laten verrichten ten bedrage van bijna € 180.000, inclusief omzetbelasting. De kopers hebben zich op 1 maart 2013 en op 11 april 2013 laten inschrijven op het adres van het pand.
7. Het pand is namens [H], een vastgoedonderneming van eiseres, door [J] te koop aangeboden. Op internet is hiertoe onder meer het volgende vermeld:
" (…)
Namens [H], een vooraanstaand ontwikkelingsbedrijf, mogen wij thans een grote Stadsvilla aanbieden. Met een diepe voor- en achtertuin en daartussen bijna 345m2 woonoppervlakte, spreken wij over een meer dan bijzonder object.
Het pand dat ruim een eeuw geleden als woonhuis werd gebouwd, deed de afgelopen decennia dienst als advocatenkantoor. De statige voorgevel is gelukkig volledig in tact gebleven, binnen werd e.e.a. geschikt gemaakt voor genoemd gebruik. "
8. Het pand heeft zowel een woon- als een kantoorbestemming.
Geschil
9. In geschil is het antwoord op de vraag of ter zake van de verkrijging van het pand het tarief van 2% overdrachtsbelasting van toepassing is. Meer in het bijzonder is in geschil of het pand ten tijde van de verkrijging daarvan als woning kan worden aangemerkt.
Beoordeling van het geschil
10. Ingevolge artikel 14, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (tekst 2013) bedraagt de overdrachtsbelasting 6%. Ingevolge het tweede lid bedraagt de overdrachtsbelasting 2% voor de verkrijging van een woning.
11. De wetgever heeft de verlaging van de overdrachtsbelasting van 6 naar 2% voor woningen ingevoerd ter bevordering van het eigenwoningbezit en het stimuleren van de woningmarkt (TK 2011-2012, 33 003, nr. 3, p. 36, en Hoge Raad 6 december 2013, 12/05060, ECLI:NL:HR:2013:1434). Blijkens de wetsgeschiedenis wordt in dit kader onder woningen verstaan onroerende zaken die op het moment van de juridische overdracht naar hun aard zijn bestemd voor bewoning. Bij twijfel of een onroerende zaak naar zijn aard bestemd is voor bewoning is mede van belang of de gemeente aan de onroerende zaak een woonbestemming heeft gegeven. Als woning zijn in ieder geval niet aan te merken bedrijfsgebouwen en bedrijfsruimtes (TK 2011-2012, 33 003, nr. 3, pp. 115-116).
12. Uit de hierboven weergegeven vaststaande feiten volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het onderhavige pand ten tijde van de juridische overdracht naar zijn aard bestemd was als kantoorruimte. Zowel uit de verhuurinformatie van [G] als de verkoopinformatie van [J] blijkt dat het pand in gebruik was als en inwendig geschikt was gemaakt voor een kantoorfunctie. Uit de akte van levering blijkt dat sinds de koopovereenkomst geen wijzigingen aan het pand zelf hadden plaatsgevonden, zodat ten tijde van de overdracht van het pand aan eiseres dit nog steeds naar zijn aard bestemd was voor de functie kantoorruimte en dus nog tot de markt voor kantoorruimte behoorde. Eiseres heeft derhalve geen woning maar bedrijfsruimte gekocht. Dat het op het moment van de overdracht al enige tijd niet meer als zodanig in gebruik was, doet aan de aard van de bestemming niet af, evenmin als de omstandigheid dat het pand van oorsprong als stadsvilla is ontworpen en – na een ingrijpende verbouwing die na de overdracht aan eiseres heeft plaatsgevonden – weer in gebruik is genomen als woning. Verweerder heeft derhalve terecht de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd.
13. Gelet op het voorgaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
14. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.F. Germs-de Goede, voorzitter, mr. J.M.W. van de Sande en mr. P.J. Tikken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L. van Benthem, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 5 maart 2015
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.