Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 17 februari 2015 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, staat de vraag centraal of de inschrijving van Jos Scholman Groen B.V. (hierna: Scholman) voor een aanbesteding door de gemeente Apeldoorn ongeldig is. De eiser, Grontmij Nederland B.V. (hierna: Grontmij), betwist de geldigheid van de inschrijving van Scholman, omdat deze in haar plan van aanpak heeft verwezen naar de uitvoering van het werk door middel van boringen, in plaats van de in het bestek voorgeschreven betonduikers. Grontmij stelt dat dit een afwijking van het bestek inhoudt en dat Scholman daarom niet besteksconform heeft ingeschreven.
De gemeente Apeldoorn heeft echter gesteld dat Scholman wel degelijk conform het bestek heeft ingeschreven, ondanks de suggestie van boringen in het plan van aanpak. De gemeente heeft aangegeven dat Scholman in haar inschrijfbiljet alle posten van het werk heeft voorzien van een prijs en dat de inschrijving rechtsgeldig is. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het enkele feit dat Scholman in haar plan van aanpak een alternatief heeft gesuggereerd, niet betekent dat de inschrijving ongeldig is. De rechter heeft vastgesteld dat Scholman de inschrijving heeft gedaan met een prijs die is gebaseerd op de uitvoering conform het bestek.
De vorderingen van Grontmij zijn afgewezen, en Grontmij is veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft geoordeeld dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel en dat Scholman niet in een gunstiger positie is gemanoeuvreerd ten opzichte van andere inschrijvers. De gemeente heeft bevestigd dat zij zal toezien op de uitvoering van het werk conform het bestek. Dit vonnis benadrukt het belang van besteksconformiteit in aanbestedingsprocedures en de rol van de rechter in het beoordelen van geschillen rondom aanbestedingen.