Ingevolge artikel 11, eerste lid, van het Verdrag is op de rijnvarende slechts de wetgeving van één enkele Verdragsluitende Partij van toepassing.
Ingevolge artikel 11, tweede lid, van het Verdrag is op de rijnvarende van toepassing de wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zich de zetel bevindt van de onderneming, waartoe het in artikel 1, sub m) bedoelde schip, aan boord waarvan deze rijnvarende zijn beroepsarbeid verricht, behoort. Indien deze onderneming echter geen zetel heeft op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij, is op de rijnvarende van toepassing de wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zich het filiaal of de vaste vertegenwoordiging van die onderneming bevindt.
Ingevolge artikel 11, derde lid, van het Verdrag is op de rijnvarende, die zijn schip zelf exploiteert, van toepassing de wetgeving van de Verdragsluitende Partij, op het grondgebied waarvan zijn onderneming haar zetel heeft. Indien zijn onderneming geen zetel heeft op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij is op deze rijnvarende, alsmede op iedere andere rijnvarende, die zijn beroepsarbeid aan boord van dit schip verricht, van toepassing de wetgeving van de Verdragsluitende Partij, op het grondgebied waarvan zich de plaats van inschrijving of de thuishaven van dit schip bevindt.
Ingevolge artikel 11, vierde lid,van het Verdrag is op de hulpkracht van toepassing de wetgeving van de Verdragsluitende Partij, op het grondgebied waarvan hij woont.