Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De feiten en het verloop
het bedrijf [naam BV] wordt gerund door de schuldenaar en [naam A]’, ‘
Ik heb mijn baas, [schuldenaar] ook toentertijd aangesproken op het feit dat er kennelijk door [naam BV] niets is overgemaakt naar [gerechtsdeurwaarder].
Daarop meldde hij die deurwaarder is gek, ik regel dat wel even voor jou’ en ‘
Ik heb vanochtend nog contact gehad met [schuldenaar], mijn baas bij [naam BV]’. Daarnaast heeft de curator telefonisch contact gehad met [naam C] die nog geld tegoed had van [naam BV]. [naam C] heeft de curator medegedeeld dat hij alleen met de schuldenaar te maken heeft gehad en zelfs nog nooit van [naam A] had gehoord. De curator heeft ook de e-mailcorrespondentie van [naam C] met de schuldenaar over achterstallig loon voor uren die hij voor [naam BV] heeft gemaakt, aan de rechtbank overgelegd. Voorts heeft de curator kopieën van twee e-mails van respectievelijk [naam D] en [naam E] overgelegd, waarin zij beide verklaren tijdens hun werk voor [naam BV] enkel met de schuldenaar contact te hebben gehad en dat hij degene was die [naam BV] leidde. Ook heeft de curator telefonisch contact gehad met[naam F] van [bedrijf], de grootste opdracht opdrachtgeven van [naam BV]. Zij heeft verklaard dat alle zaken via de schuldenaar liepen en dat hij ‘heer en meester’ was bij [naam BV]. De curator heeft de rechter-commissaris er daarnaast op gewezen dat de website van [naam BV] vrijwel identiek is aan de website van zijn eerdere transportbedrijf.