Uitspraak
Intrum Justitia Nederland B.V.
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
telefoon. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt dat deze zag op het verlenen van telecommunicatiediensten. Dit blijkt onder meer uit de titel van de overeenkomst ‘overeenkomst voor mobiele telefonie’ alsook uit het telefoonnummer (de simkaart) dat (die) met de overeenkomst ter beschikking werd gesteld. Voorts is van belang dat het deel van de overeenkomst (rechtshandeling) dat ziet op het verlenen van telecommunicatiediensten nog een voor beide partijen zinvolle inhoud heeft, waarmee de door partijen nagestreefde doeleinden nog gedeeltelijk worden gerealiseerd. Ervan uitgaande dat[gedaagde partij] het telefoontoestel wilde gebruiken voor het doel waartoe dergelijke toestellen gewoonlijk dienen, namelijk het onderhouden van contacten met gebruikmaking van een telecommunicatienetwerk, staat het abonnement op netwerkdiensten niet in onverbrekelijk verband met de verwerving van het toestel. Hierbij is van belang dat Intrum onweersproken heeft gesteld dat het mogelijk is bij T-Mobile een abonnement op netwerkdiensten af te sluiten zonder daarbij ook een toestel te nemen van T-Mobile. Het abonnement kan dan ook zelfstandig voortbestaan, indien[gedaagde partij] op andere wijze in zijn behoefte aan een toestel voorziet.
5.Beslissing
- bewijs te leveren van haar stelling dat de bij het aangaan van de tussen partijen gesloten overeenkomst (r.ov. 2.1.) ter beschikking gestelde iPhone 4S een verkoopwaarde had van € 599,00;
- tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat T-Mobile in de met[gedaagde partij] gesloten overeenkomst 10% rente en kosten in rekening heeft gebracht over de verkoopwaarde van de in de overeenkomst genoemde iPhone 4S;