ECLI:NL:RBGEL:2014:7425
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van langdurigheidstoeslag na wetswijziging en de gevolgen voor terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van langdurigheidstoeslag op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had een aanvraag ingediend voor langdurigheidstoeslag voor het jaar 2014 en voor de jaren 2006 tot en met 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, verweerder, had de aanvraag voor de jaren 2006 tot en met 2013 afgewezen, met als argument dat door een wetswijziging per 1 juli 2013 het niet meer mogelijk was om langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht toe te kennen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in de periode van 17 mei 2006 tot en met 26 augustus 2013 bijstand ontving naar de norm voor gehuwden en vanaf 27 augustus 2013 als alleenstaande. Eiser had nooit eerder langdurigheidstoeslag aangevraagd. De rechtbank overwoog dat de wetswijziging van 1 juli 2013, die artikel 44 van de Wwb schrapte, de mogelijkheid voor terugwerkende kracht uitsloot. Eiser stelde dat hij recht had op langdurigheidstoeslag over de jaren 2006 tot en met 2013, omdat hij nooit een aanvraagformulier had ontvangen van verweerder. De rechtbank oordeelde echter dat het ontbreken van een aanvraagformulier niet betekende dat eiser niet zelf een aanvraag had moeten indienen.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de toekenning van langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht rechtvaardigden. Ook het beroep op schending van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM werd verworpen, omdat er geen gerechtvaardigd vertrouwen bestond dat de langdurigheidstoeslag over de voorgaande jaren zou worden toegekend. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.