ECLI:NL:RBGEL:2014:6430

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 september 2014
Publicatiedatum
10 oktober 2014
Zaaknummer
258957
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot Erkenningsregeling in Aanbestedingsrecht: Eiseres niet gekwalificeerd door TenneT

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Pools bedrijf, eiseres, en TenneT TSO BV, een Nederlandse elektriciteitstransporteur. Eiseres had een aanvraag ingediend voor toelating tot de Erkenningsregeling van TenneT, die vereist was voor deelname aan aanbestedingsprocedures voor de levering van substation automation en protection equipment. TenneT weigerde echter de aanvraag van eiseres, omdat deze niet voldeed aan de gestelde technische eisen en referenties niet duidelijk waren gekoppeld aan de gevraagde categorieën. Eiseres heeft hiertegen in kort geding geprocedeerd, maar de voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen. Eiseres ging in hoger beroep, maar het gerechtshof vernietigde de eerdere beslissing en oordeelde dat eiseres onvoldoende gelegenheid had gehad om haar referenties adequaat te presenteren. TenneT werd opgedragen om de aanvraag opnieuw te beoordelen, maar ook na deze herbeoordeling bleef TenneT bij haar standpunt dat eiseres niet gekwalificeerd kon worden. In de onderhavige procedure vorderde eiseres schadevergoeding van € 400.000,00 en stelde dat TenneT onrechtmatig had gehandeld door haar niet toe te laten tot de Erkenningsregeling. De rechtbank oordeelde dat TenneT niet onrechtmatig had gehandeld, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij voldeed aan de technische eisen en dat de referenties niet aan de vereisten voldeden. De vorderingen van eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/258957 / HA ZA 14-74
Vonnis van 17 september 2014
in de zaak van
de vennootschap naar Pools recht
[eiseres],
statutair gevestigd te [plaats],
eiseres,
advocaten mrs. P.H.L.M. Kuypers en T.A. Schäfers te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNET TSO BV,
gevestigd te Arnhem,
2. de vennootschap naar Duits recht
TENNET TSO GMBH,
gevestigd en kantoorhoudende te Bayreuth (Duitsland),
gedaagden,
advocaten mrs. J.F. van Nouhuys en C.R.V. Lagendijk te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en TenneT genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de akte wijziging van eis
  • het tussenvonnis van 28 mei 2014
  • het proces-verbaal van comparitie van 7 juli 2014
- de pleitaantekeningen van TenneT
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een Pools bedrijf, dat zich bezig houdt met de levering en installatie van apparatuur voor het schakelen, beheren en beveiligen van stroomkringen.
2.2.
TenneT is elektriciteitstransporteur in Nederland en een groot deel van Duitsland.
2.3.
Op 31 december 2011 heeft TenneT een aankondiging van de instelling van een (nieuwe) erkenningsregeling gepubliceerd.
2.4.
De erkenningsregeling betreft de levering van ‘substation automation’ (stationsautomatisering) en ‘protection equipement’ (beveiligingsapparatuur) ten behoeve van de besturing en beveiliging van de hoogspanning infrastructuur van TenneT in Nederland en Duitsland. Die hoogspanningsinfrastructuur vormt een netwerk dat bestaat uit knooppunten en verbindingen. Aan weerszijden van een verbinding bevinden zich schakelvelden in hoogspanningsstations. Een schakelveld is een verzameling componenten die gezamenlijk aan één zijde een verbinding aan en uit kan zetten. Via de schakelvelden kan het transport van elektriciteit worden bestuurd. Voor het Nederlandse netwerk van TenneT geldt dat op elk hoogspanningsstation op ieder moment besturing van de schakelvelden mogelijk moet zijn vanuit landelijke besturingscentra. Voor het Duitse netwerk van TenneT geldt dat alle schakelvelden op een hoogspanningsstation niet alleen lokaal per schakelveld, maar ook op stationsniveau moeten kunnen worden bestuurd. Naast de mogelijkheid het elektriciteitsnetwerk te besturen, dient de infrastructuur ook te zijn beveiligd.
2.5.
Er zijn zes categorieën (die Nederland, Duitsland of beide landen betreffen) waarvoor een erkenning kan worden gevraagd. In vraag 2.1.2. is in het bij die vraag aangehechte word document “QS SSA PROT specifications for each lot 20111227” per categorie met een technische beschrijving (een uittreksel van de volledige specificaties die bij de daadwerkelijk opdrachtverlening worden gesteld) uiteengezet aan welke functionele en specifieke technische eisen de producten moeten voldoen. Na erkenning kunnen leveranciers deelnemen aan aanbestedingsprocedures waarop de erkenningsregeling van toepassing is.
2.6.
In de erkenningsregeling is onder meer het volgende opgenomen:
Qualification procedure
2.1.3.
Q:
26.g) General rules
The following general rules apply in the context of this qualification procedure and the calls for tenders that occur on the basis of this qualification system.
(…)
4. In order to evaluate the application for qualification, TenneT reserves the right to require further documentation and documentary evidence, in addition to the aforementioned templates appended to the survey questions on the Negometrix platform, for the sole purpose of clarifying the application;
(…)
References
3.3.5.
Q:
3.3.5.
The candidate is required to perform the contract(s) or agreement(s)/framework agreement(s) as stated in question 2.1.2. As evidence of this ability, the candidate must submit references of projects in which substation automation and protection equipment was dilivered in European countries. The references concern projects that were executed in the last five years. TenneT reserves the right to check the references that are provided. TenneT requires the following project references:
1. three references for category 1
2. three references for category 2
3. three references for category 3
4. three references for category 4
5. three references for category 5
6. three references for category 6
The following requirements apply to submitted project references:
- The format of each reference must conform to
Template 5a;
- All references for a category must be comparable to the nature of the contract as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category;
- No single reference may exceed one A4 sheet;
- Each reference must be fully completed.
2.7.
[eiseres] heeft op 30 januari 2012 voor de categorieën 1 t/m 5 een verzoek tot erkenning ingediend. Op het modelformulier Template 5A heeft [eiseres] haar referenties vermeld.
2.8.
Per e-mailbericht van 18 februari 2012 heeft TenneT [eiseres] onder meer bericht:
TenneT is not able to qualify your company for any of the requested categories in the Qualification System Substation automation and Protection equipment.
(…)
3.3.5.
References for category 1 to 5: it is not clear from the submitted references that the product or product range (as mentioned in the answers 3.3.5) can fulfil the technical requirements of category 1, 2, 4 and 5.
(…)
Please give more detailed information about the product range and the technical data regarding the technical requirements (see document ‘QS SSA PROT specification for each lot 20111227’) to demonstrate that the product or product range can fulfil the technical requirements of category 1, 2, 4 and 5.
We request to correct your Application to Qualify to enable to assess to qualify.
(…)
Your answers need to be submitted on the Negometrix platform by Friday 24 February 2012 at 12.00 hour latest, for TenneT to be able to qualify your company in time to receive the first Request for Proposal.
2.9.
Per e-mailbericht van 23 februari 2012 heeft een lid van de raad van bestuur van [eiseres] TenneT hierop een reactie gegeven.
2.10.
TenneT heeft [eiseres] bij brief van 6 maart 2012 bericht dat [eiseres] niet gekwalificeerd kan worden voor de erkenningsregeling.
2.11.
[eiseres] heeft vervolgens bij brief van 12 maart 2012 aan TenneT haar bezwaren tegen de beslissing tot gunning geuit en intrekking van de beslissing gevorderd. Hiertoe is TenneT niet overgegaan. Verdere correspondentie tussen de partijen heeft hierin geen verandering gebracht.
2.12.
[eiseres] heeft vervolgens een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Arnhem. Bij vonnis van 16 april 2012 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [eiseres] afgewezen.
2.13.
[eiseres] is van dit vonnis in hoger beroep gegaan. Bij arrest van 15 januari 2013 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, het vonnis van 16 april 2012 vernietigd. Het hof was van oordeel dat [eiseres] onvoldoende gelegenheid had gehad om haar referenties weer te geven op de “Template 5a references” omdat hierop te weinig ruimte was. Het hof oordeelde verder dat de e-mail van 18 februari 2012 van TenneT aan [eiseres] onvoldoende duidelijk en concreet was, waardoor [eiseres] niet had kunnen opmaken welke informatie per categorie van de in de erkenningsregeling genoemde producten of productrange van haar werd verlangd en hoe deze nader door TenneT gewenste informatie zich verhield tot de door haar reeds ingediende Template 5a en de daarin opgenomen referenties. Volgens het hof was het verder onduidelijk of van elk in de referentieprojecten genoemde producten nadere technische informatie werd verlangd of slechts van één product per categorie waarvoor [eiseres] deelname aan de erkenningsregeling wenste. De beslissing van het arrest luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
(…)
- beveelt TenneT de e-mail van 18 februari 2012 en de brief van 6 maart 2012 aan [eiseres] in te trekken;
- beveelt TenneT, indien zij nadere informatie van [eiseres] wenst, schriftelijk, binnen 10 dagen na betekening van dit arrest, aan [eiseres] kenbaar maakt welke informatie over welke producten en/of productrange ten aanzien van welke categorie en in het licht van welke door [eiseres] gegeven referentieprojecten zij van [eiseres] wenst te ontvangen, alvorens zij opnieuw kan beslissen op het verzoek van [eiseres] tot deelname aan de erkenningsregeling en daarbij een termijn van 5 dagen aan [eiseres] geeft voor een reactie;
- beveelt TenneT binnen 10 dagen na ontvangst van de reactie van [eiseres] op bedoelde brief het verzoek van [eiseres] tot deelname aan de erkenningsregeling te beoordelen, deze beoordeling schriftelijk aan [eiseres] kenbaar te maken, onder het stellen van een termijn van 15 dagen waarbinnen [eiseres] tegen die beslissing in rechte bezwaar kan maken;
- beveelt TenneT, indien zij geen nadere informatie van [eiseres] wenst alvorens op haar verzoek tot deelname aan de erkenningsregeling te beslissen, binnen 10 dagen na betekening van dit arrest een nieuwe beslissing op dat verzoek tot deelname aan de erkenningsregeling te nemen en binnen deze termijn die beslissing schriftelijk aan [eiseres] kenbaar te maken, onder het stellen van een termijn van 15 dagen waarbinnen [eiseres] tegen die beslissing in rechte bezwaar kan maken;
- verbiedt TenneT totdat de bedoelde 15 dagen na de beslissing op het verzoek tot deelname van [eiseres] zijn verstreken bovendien geen offertes binnen het toepassingsbereik van deze erkenningsregeling, categorie 1 tot en met 5, te vragen of opdrachten binnen het toepassingsbereik van deze erkenningsregeling, categorie 1 tot en met 5, te verlenen dan wel daartoe strekkende gunningsbeslissingen te nemen;
bepaalt dat TenneT een dwangsom verbeurt van € 10.000,- per dan indien zij na betekening van dit arrest niet voldoet aan één van de hiervoor bedoelde veroordelingen, zulks met een maximum van € 100.000, -;
(…)
2.14.
Bij brief van 25 januari 2013 heeft TenneT, voor zover van belang, het volgende aan [eiseres] geschreven:
TenneT refers to the decision of the court of appeal of the 15th of Januari 2013. Because of this decision TenneT withdraws the e-mail of TenneT to [eiseres] of 18th February 2012 and withdraws the letter of TenneT to [eiseres] dated 6th of March 2012.
(…). The conclusion of the (re)assessment is that TenneT has not received suitable information to verify if whether products mentioned in the provided references fulfil the requirements stated in the technical description of the specific category of the qualification system.
(…)
Suitability requirement of the qualification system: references
(…)
4. For the qualification system, TenneT employs the following division into categories of substation automation and protection equipment:
Category 1: substation automation equipment for TenneT TSO B.V., more specific different types of bay controllers
Category 2: substation automation equipment for TenneT TSO GmbH, more specific all equipment for the Substation Automation System (SAS)
Category 3: substation automation equipment for TenneT TSO B.V. and TenneT TSO GmbH
Category 4: substation automation equipment for TenneT TSO B.V. for the future program
“secondary renovations 150/110kV substations 2013”, more specific different types of bay controllers in a simplified version
Category 5: substation automation equipment for TenneT TSO B.V. for circuit breaker branches (e.g. 3/2 branch of 4/3 branch)
Category 6: protection equipment for high voltage substations
The delivery of substation automation and protection equipment may include (for all categories):
- programming of bay controllers and/or protection relays
- support in case of commissioning bay controllers and/or protection relays
- maintenance and services in case of disturbances
- all possible services related to the operation of substation automation and protection equipment
For each category the qualification system consists a technical description of all requirements to qualify in the at question 2.1.2 attached document (word document QS SSA PROT specifications for each lot 20111227).
5. One of the conditions to qualify is that tenderers deliver three references (question 3.3.5. of the Qualification System) for each category. It is explicitly mentioned that all references for a category must be comparable to the nature of the contract as described under the aforementioned question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. To verify whether the tenderer is able to deliver the equipment in the specific category according to the technical description for that category, TenneT requires references from which clearly can be concluded that the tenderer has successfully supplied products that fulfil the technical description for the specific category. According to the decision of the court of appeal of the 15th of January 2013 this assessment method is in accordance with the European procurement Directive and Dutch procurement law.
6. [eiseres] submitted an application for the categories 1 up to 5 and including.
7. [eiseres] provided eleven (11) references and stated that each of these references relate to the categories 1,2,3,4 and 5 and one (1) reference that relates to categories 1,2 and 3. As stated in the aforementioned question 3.3.5 all references for a category must be comparable to the nature of the contract as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. Since the required substation automation equipment and the solutions and the requirements of each category are different, it is necessary that [eiseres] explicitly states which reference refers to which category. [eiseres] failed to explicitly state which reference refers to which category. Therefore we would like [eiseres] to provide for each reference the information that is necessary to conclude that the reference is comparable to the nature of the contract for that specific category, as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category.
(…)
9. With respect to the products to which the references refer, [eiseres] did not provide enough information about the characteristics of the products that were supplied in those cases. Therefore it was not possible for TenneT to verify whether the delivered products, mentioned in the references, fulfilled the requirements of the technical description of the specific category (mentioned in chapter 2.1.2. of the qualification system), and therefore [eiseres] has not proven that it has succefully supplied products that fulfilled the requirements set by TenneT.
10. For qualification it is necessary to receive more suitable information about the products to which the references of [eiseres] refer to. Information with which TenneT will be able to verify whether the products mentioned in the references fulfilled the requirements of the technical descriptions of the categories 1,2,3,4 and 5. TenneT emphasises that it is important to be able to conclude
that the products/systems that has been delivered to the specific principals fulfil the requirements of the technical descriptions of the categories 1,2,3,4 and 5, because TenneT only wants to buy ‘proven technology”. It is not enough that the products/systems to which the references refer can or could (by further adjustments, modifications or different settings) fulfil the requirements of the technical description of each category and it is not enough to explicitly state that the mentioned products (can) fulfil the mentioned requirements.
Category 1
11. As stated before, please explicitly state which reference refers to category 1.
(…)
13. Please provide further and suitable documentation, in any format (for example technical reports of independent institutes, technical product handbooks, system manual, product documentation, commercial product brochures e.a.) that [eiseres] wishes to submit, based on which TenneT can assess that the products to which the references of [eiseres] refer and which products were delivered to the respective clients, fulfil the aforementioned requirements of the technical description of category 1.
Category 2
14. As already mentioned, please explicitly state which reference refers to category 2.
(…)
22. Please provide further and suitable documentation, in any format (for example technical reports of independent institutes, technical product handbooks, system manual, product documentation, commercial product brochures e.a.) that [eiseres] wishes to submit, based on which TenneT can assess that the products to which the references of [eiseres] refer and which products were delivered to the respective clients, fulfil the aforementioned requirements of the technical description of category 2.
Category 3
23. Category 3 is a combination of category 1 and 2 and therefore TenneT refers to the above mentioned statements and requested information. Qualification for category 1 and 2 leads to qualification for category 3.
Category 4
24. As stated before, please explicitly state which reference refers to category 4.
(…)
26. Category 4 consists the same requirements as category 1, but without the requirement of a modular assembly. TenneT requests [eiseres] to prove that the products of the references which are related to category 4 fulfil the requirements as listed in paragraph 13 above.
Category 5
27. As stated before, please explicitly state which reference refers to category 5. TenneT requests references to a contract where [eiseres] supplied substation automation equipment for circuit breakers branches (e.g. 3/2 branch of 4/3 branch) separately.
28. For the products of category 5 TenneT has the same requirements as in category 1. TenneT requests [eiseres] to prove that the products of the references which are related to category 5 fulfil the requirements as listed in paragraph 13 above.
Conclusion:
29. Based on the published requirements it was not possible to qualify [eiseres]. [eiseres] did not fulfil the conditions to qualify (yet). Nevertheless it is still possible for [eiseres] to qualify.
30. For qualification it is necessary that [eiseres] states explicitly
within 5 workdayswhich reference refers to which category.
31. Furthermore [eiseres] has to provide more suitable documentation and information, as detailed before in this letter,
also within 5 workdays, about the products to which the references of [eiseres] refer, so that it is possible for TenneT to verify whether these products fulfil the requirements of the technical description of the specific category.
32. If it is not possible to provide suitable documentation based on which TenneT can conclude that the references are comparable to the nature of the contract for each category – as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category – it is possible for [eiseres] to request Kema, or any other recognised European body or institute which comply with applicable European standards, to test and to assess whether the products to which the references of [eiseres] refer to fulfil the requirements of the technical description of the categories 1 up to 5 of the Qualification System Substantion Automation and Protection Equipment of TenneT. (…).
2.15.
Bij brief van 1 februari 2013 heeft [eiseres] hierop geantwoord. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
The nature of 11th reference project, concerning Upgrading the Management of Energy sector – “Supervisory Control and Data Acquisition (SCADA) system for Electricity Authority of North Cyprus, despite the fact that the delivery covered the equipment fulfilling your requirements, diverges from the individual Categories; kindly please do not take it into consideration.
(…)
In its judgment of 15 January 2013, the Court of Appeal ordered under section 6, second bullet, that the information TenneT may ask from [eiseres] is restricted to questions about which products and/or product range relate to which category and which information, in the light of the references provided by [eiseres], TenneT wishes to receive. This is the scope of questions.
[eiseres] does not consider itself bound by TenneT’s requirement as stipulated in paragraph 10 regarding ‘proven technology’ in relation to the references supplied during the initial tender. The requirement of ‘proven technology’ was not part of in the initial tender documentation and is therefore a new requirement. At this stage, TenneT cannot introduce new requirements.
(…).
2.16.
Bij brief van 11 februari 2013 heeft TenneT [eiseres] bericht dat [eiseres] niet wordt toegelaten tot de erkenningsregeling. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
(…)
3. TenneT regrets to inform [eiseres] that TenneT is not still able to qualify [eiseres], because [eiseres] did not provide suitable information to assess if the references are within the scope of the technical description of the categories. It remains impossible to verify whether [eiseres] is able to deliver the equipment in the specific category according to the technical description for that category.
(…)
5. As stated in the question 3.3.5 of the qualification system all references for a category must be comparable to the nature of the contract as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. Since the required substation automation equipment and the solutions and the requirements of each category are different, which is also evident from the different technical requirements of each category, it is necessary that [eiseres] explicitly states which reference refers to which category. For example, Categories 1 and 2, consists different (essential) technical requirements and it is not possible that a reference relates simultaneously to category 1 and category 2. A supplied product in a reference can only fulfil the technical descriptions of one category at the time. For example: A car can be delivered with two doors and with four doors, but once a car is delivered it can only have been delivered with two doors
orwith four doors.
6. Although TenneT in its letter of the 25th of January several times asked [eiseres] to explicitly state which reference refers to which category, [eiseres] refused to do so. As a result TenneT is not able, for each category, to verify if the reference is comparable to the nature of the contract as describes under the aforementioned question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. Moreover, by making the impossible statement that the references match all categories [eiseres] shows that she has not tried to proof with references that her products were used in the right circumstances and conditions. For this to verify TenneT needs to know what category each reference refers to. This verification is important, for instance, to assess what protocol was used for each delivered system. [eiseres] states: “…and with redundant communication in IEC 60870-5-101, DNP 3.0, IEC 60870-5-104.”(see page 2, paragraph 2, letter of 1 Febuary 2013). This is misleading, because it is not possible to use all three protocols for the same purpose in one system at the same time.
(…)
2.17.
Hierna zijn [eiseres] en TenneT met elkaar in dialoog gegaan om te bezien of [eiseres] op andere wijze kon aantonen dat zij aan de gestelde eisen voldeed. Bij brief van 2 mei 2013 heeft TenneT de voorwaarden neergelegd waaronder zij kan instemmen met een bezoek aan Polen teneinde te beoordelen of [eiseres] voldoet aan de eisen voor kwalificatie.
2.18.
Op 17 en 18 juni 2013 heeft TenneT twee referentieprojecten in Polen en een proefopstelling op het terrein van [eiseres] bezocht. Op de proefopstelling heeft TenneT testen kunnen uitvoeren.
2.19.
Bij brief van 30 oktober 2013 heeft TenneT [eiseres] wederom bericht dat zij niet kan worden toegelaten tot de erkenningsregeling. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
(…)
4. One of the conditions to qualify is that tenderers deliver three references (question 3.3.5. of the Qualification System) for each category. It is explicitly mentioned that all references for a category must be comparable to the nature of the contract as describes under the aforementioned question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. (…)
(…)
6. [eiseres] provides references and stated that each of these references relates simultaneously to the categories 1,2,3,4 and 5 and one (1) reference that relates simultaneously to categories 1, 2 and 3. As stated in the aforementioned question 3.3.5 all references for a category must be comparable to the nature of the contract as described under question 2.1.2 and within the scope of the technical description for that category. Since the required substation automation equipment and the solutions and the requirements of each category are very different, it was according to TenneT necessary that [eiseres] explicitly stated which reference refers to which category. During the conference call on 18 April 2013 [eiseres] stated that all provided references fulfil the requirements of the technical description of all categories. According to TenneT it is not possible that a bay controller fulfils the requirements of category 1 and 2 at the same time, but [eiseres] persisted that the bay controllers of [eiseres] are implemented in a way that it fulfils the requirements of category 1 until 5 simultaneously. [eiseres] offered TenneT to bring a visit to the references of [eiseres] so that TenneT can verify it in order to believe it. The representatives of TenneT visited [eiseres] and the references on 17 and 18 June 2013. The protocol of the reference visit is enclosed to this letter.
(…)
Conclusion:
9. Based on the findings as mentioned in paragraph 7 and 8, TenneT is unable to conclude that the provided references fulfil the requirements of the technical description of the categories 1 up to 5. Only fragments of the several categories could be found in the references. The references for a category however must be comparable to the nature of the contract and within the scope of the technical description for the specific category (question 2.1.2 of the qualification system). During the visits of the references, only a few requirements could be verified. Based on the findings in chapter 6.3.1. and 6.3.2, the assessment team is unable to conclude that the references has fulfilled the requirements of the categories of TenneT in the references. The references do not fulfil the requirements, because:
(…)
10. Based on the published requirements it is therefore unfortunately not possible to qualify [eiseres] for any category of the qualification system Substation Automation and Protection Equipment EU-183. [eiseres] did not fulfil the conditions to qualify.
(…).

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat en na wijziging van eis - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1a. primair, de gunningsbeslissingen d.d. 11 februari 2013 en 30 oktober 2013 nietig te verklaren en voor recht te verklaren dat TenneT door deze besluiten, althans één of meerdere van deze, onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld, althans,
1b. subsidiair, de gunningsbeslissingen d.d. 11 februari 2013 en 30 oktober 2013 te vernietigen en voor recht te verklaren dat TenneT door deze besluiten, althans één of meerdere van deze, onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld,
en voorts, gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot:
2. betaling aan eiser van een bedrag van € 400.000,00, ter vergoeding van de schade die eiser heeft geleden, lijdt en nog zal lijden ten gevolge van de onrechtmatige daad van TenneT,
3. voor recht te verklaren dat gedaagden de veroordeling(en) c.q. (het) bevel(en) in het arrest d.d. 15 januari 2013 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet is c.q. zijn nagekomen;
4. gedaagden te veroordelen een bedrag van € 100.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2014 aan eiseres te betalen;
5. gedaagden te veroordelen in de proceskosten, nakosten en de wettelijke rente over deze kosten.
3.2.
[eiseres] heeft zich, samengevat, op het standpunt gesteld dat TenneT jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld doordat TenneT de aanbestedingsrechtelijke beginselen van transparantie en gelijke behandeling heeft geschonden, TenneT een beoordelingssystematiek heeft toegepast die in strijd is met het bestek, TenneT [eiseres] heeft benadeeld c.q. andere eisen heeft gesteld ten opzichte van andere inschrijvers, TenneT de precontractuele goede trouw heeft geschonden en TenneT haar gunningsbeslissingen onvoldoende heeft gemotiveerd. Hierdoor is [eiseres] ten onrechte niet op de shortlist opgenomen en is zij de kans misgelopen om opdrachten binnen te halen en winst te maken. Ex aequo et bono vordert [eiseres] een schadevergoeding van € 400.000,00 van TenneT met het voorbehoud van eisvermeerdering. Daarnaast is [eiseres] van mening dat TenneT de veroordeling(en) in het arrest van 15 januari 2013 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet is nagekomen. In de eerste plaats heeft TenneT bij brief van 25 januari 2013 vragen gesteld waarmee zij, vanwege de aard en omvang van deze vragen, buiten het kader is getreden van hetgeen het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het arrest van 15 januari 2013 heeft bepaald. Ten tweede heeft TenneT offertes gevraagd c.q. opdrachten verleend binnen het toepassingsbereik van de erkenningsregeling vóór het verstrijken van de termijn van 15 dagen na de beslissing op het verzoek tot deelname, te weten 30 oktober 2013.
3.3.
TenneT voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

rechtsmacht

4.1.
[eiseres] is een in Polen gevestigde vennootschap naar het recht van Polen. Haar vordering is ingesteld tegen een in Nederland gevestigde gedaagde (gedaagde sub 1). De Nederlandse rechter komt krachtens artikel 2 EEX-Verordening (EG Verordening nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000) rechtsmacht toe, nu gedaagde sub 1 haar vestiging in Nederland heeft. De rechtbank Gelderland is relatief bevoegd, gelet op de vestigingsplaats van gedaagde sub 1 te Arnhem. Wat betreft de rechtsmacht ten aanzien van gedaagde sub 2, gevestigd te Duitsland, wordt overwogen dat de bevoegdheid van de rechtbank om kennis te nemen van de vorderingen jegens haar gebaseerd kan worden op artikel 6, aanhef en onder 1 EEX-Verordening, nu sprake is van een nauwe band tussen gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 en tussen de vorderingen in het algemeen, zoals artikel 6, aanhef en onder 1 EEX-Verordening vereist.
toepasselijk recht
4.2.
Uit de door partijen ingenomen standpunten leidt de rechtbank af dat zij (stilzwijgend) hebben gekozen voor de toepasselijkheid van Nederlands recht.
inhoudelijk
4.3.
In artikel 3.3.5. van de aanbestedingsstukken, geciteerd in rechtsoverweging 2.6, heeft TenneT voorgeschreven dat de inschrijvers, om te bewijzen dat zij aan de technische eisen zoals gesteld in vraag 2.1.2 kunnen voldoen, referenties van projecten waarin ‘substation automation’ (stationsautomatisering) en ‘protection equipement’ (beveiligingsapparatuur) is geleverd in Europese landen, moesten indienen. Het gaat hier om projecten die in de laatste vijf jaar voor inschrijving door de inschrijver zijn uitgevoerd. Tennet heeft zich daarbij het recht voorbehouden om de opgegeven referenties te controleren. Per ingeschreven categorie moesten inschrijvers drie referentieprojecten opgeven. Bovendien moesten de opgegeven projectreferenties voldoen aan de volgende voorwaarden. De referenties moesten conform ‘Template 5A’ worden ingediend, alle referenties met betrekking tot een categorie moesten overeenkomen met de aard van het contract zoals beschreven in vraag 2.1.2 van de bij de aanbestedingsstukken behorende ‘Technical description’ en binnen de reikwijdte van de technische beschrijving van de desbetreffende categorie vallen, een enkele referentie mocht niet meer dan één A-4tje innemen en elke referentie moest compleet zijn.
4.4.
[eiseres] heeft terecht niet betoogd dat de aanbestedingsstukken op dit punt onduidelijk zijn. TenneT heeft de hierboven genoemde eisen op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze geformuleerd zodat elke behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de juiste draagwijdte van deze eisen heeft kunnen begrijpen en op dezelfde manier heeft kunnen interpreteren. Op grond van hetgeen in 2.6 onder 3.3.5 is geciteerd, is duidelijk dat TenneT referenties wilde van projecten waarin apparatuur die aan de technische eisen voor de diverse categorieën voldeed, is toegepast. [eiseres] had dan ook moeten begrijpen dat de referenties en de technische specificaties die in vraag 2.1.2 van de ‘Technical description’ zijn genoemd aan elkaar gekoppeld waren en dus niet los van elkaar konden worden gezien. De inschrijver moest bij inschrijving dus inzicht geven in en desgewenst aantonen dat de producten voldeden aan: 1. de door TenneT gestelde technische specificaties voor de desbetreffende categorie en 2. per categorie op drie projecten met succes waren toegepast. Het betoog van [eiseres] dat bij een erkenningsregeling de geschiktheid van de inschrijver centraal staat en dat een beoordeling van technische kanten van de producten pas aan de orde is op het moment dat de opdracht vast staat, gaat dan ook niet op.
4.5.
Voor toelating tot de Erkenningsregeling was, naast het voldoen aan de technische eisen, dus van belang dat de inschrijver kon laten zien dat hij de producten conform de voorgeschreven specificaties per categorie op drie referentieprojecten daadwerkelijk in praktijk had toegepast. [eiseres] verwijst in haar dagvaarding in zijn algemeenheid naar de door haar overgelegde (deels omvangrijke) producties. De rechtbank kan, zonder een nadere toelichting, die ontbreekt, uit de door [eiseres] overgelegde producties niet afleiden dat [eiseres] op enig moment inzichtelijk heeft gemaakt dat zij de producten conform de in de Erkenningsregeling verlangde technische specificatie op drie referentieprojecten per categorie daadwerkelijk in praktijk heeft toegepast. Ook ter zitting is niet duidelijk geworden of [eiseres] de producten wel daadwerkelijk in de praktijk heeft toegepast conform de voorgeschreven technische specificaties. De reactie van [eiseres] in haar brief van 1 februari 2013 geciteerd in 2.6, slot, duidt erop dat zij van mening is dat zijn geen ‘proven technology’ hoefde aan te bieden. [eiseres] stelt wel steeds dat haar producten aan alle technische specificaties kunnen voldoen, en dat zou ook best zo kunnen zijn, maar dat was niet het criterium voor toelating tot de Erkenningsregeling. Tegenover de gemotiveerde betwisting van TenneT heeft [eiseres] dan ook onvoldoende duidelijk gemaakt uit welke door haar aan TenneT toegezonden stukken TenneT had moeten afleiden dat [eiseres] haar producten, conform de voorgeschreven specificaties, daadwerkelijk op drie referentieprojecten per ingeschreven categorie in de praktijk had toegepast.
4.6.
[eiseres] heeft zich verder op het standpunt gesteld dat TenneT haar niet gelijk heeft behandeld met de andere inschrijvers. Volgens [eiseres] zouden twee inschrijvers zijn toegelaten tot de Erkenningsregeling zonder dat TenneT aan die inschrijvers vragen heeft gesteld. Dat terwijl Template 5a volgens [eiseres] onvoldoende ruimte bood om de gevraagde informatie op te geven. Volgens TenneT klopt het dat aan een aantal inschrijvers geen aanvullende vragen zijn gesteld. Het gaat hier volgens TenneT om inschrijvers die op Template 5a elektriciteitsstations van TenneT als referentieprojecten hebben opgegeven, wat [eiseres] als zodanig niet heeft weersproken. TenneT was daarom al bekend met deze producten en referentieprojecten en hoefde hier dus geen vragen over te stellen. Vast staat dat TenneT niet eerder met producten van [eiseres] heeft gewerkt en dat zij de door [eiseres] opgegeven referentieobjecten niet in bezit heeft. Van gelijke gevallen, die gelijk behandeld zouden moeten worden, is dan ook geen sprake.
4.7.
Ten slotte zou TenneT volgens [eiseres] de precontractuele goede trouw hebben geschonden. Hieromtrent wordt overwogen dat TenneT in de brief van 25 januari 2013 (zie rechtsoverweging 2.14) uitgebreid heeft uitgelegd waarom zij [eiseres] niet kon toelaten tot de Erkenningsregeling. In deze brief heeft zij duidelijk aangegeven welke informatie zij nog van [eiseres] verlangde. In de brief van 1 februari 2013 van [eiseres] aan TenneT antwoordt [eiseres] echter dat zij zich niet gehouden acht verdere informatie over referentieprojecten te verstrekken omdat dit verder zou gaan dan de vragen die TenneT ingevolge het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden mocht stellen. Ook maakt deze informatie volgens [eiseres] geen deel uit van de oorspronkelijke eisen van de Erkenningsregeling. Zoals hierboven in rechtsoverwegingen 4.4 is geoordeeld zijn de referenties en de technische specificaties aan elkaar gekoppeld in die zin dat de referenties betrekking moesten hebben op projecten waarin de voor de diverse categorieën gevraagde apparatuur overeenkomstig de gevraagde specificaties is toegepast. Dat betekent dat het wel degelijk op de weg van [eiseres] had gelegen om deze informatie te verstrekken. Nadat TenneT bij brief van 11 februari 2013 [eiseres] had meegedeeld dat zij niet werd toegelaten tot de erkenningsregeling, zijn partijen met elkaar in dialoog gegaan. TenneT heeft toegelicht dat zij wilde bezien of [eiseres] wellicht op een andere wijze kon aantonen dat zij aan de gestelde eisen van de Erkenningsregeling kon voldoen. In overleg met [eiseres] heeft TenneT vervolgens een bezoek gebracht aan twee referentieprojecten in Polen en aan een de proefopstelling van [eiseres], waar zij ook metingen heeft verricht, zonder dat daaruit geconcludeerd kon worden dat [eiseres] aan het gevraagde voldeed. Aldus heeft TenneT er alles aan heeft gedaan om zich ervan te overtuigen dat [eiseres] aan de gestelde eisen van de Erkenningsregeling voldeed. Meer kon van TenneT niet worden verwacht.
4.8.
Dat TenneT jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld door haar niet toe te laten tot de Erkenningsregeling is, gelet op het hierboven overwogene, dan ook niet gebleken. Voor vergoeding van schade is daarom geen grond. Of [eiseres] daadwerkelijk schade heeft geleden en of de schade in causaal verband staat met de gestelde onrechtmatige daad kan daarom in het midden blijven.
4.9.
Wat betreft het gevorderde onder 3 en 4 (zie hiervoor rechtsoverweging 3.1) staat voorop dat TenneT alleen dwangsommen heeft verbeurd wanneer er in redelijkheid niet aan valt te twijfelen dat zij niet heeft gehandeld conform de geboden, gegeven in het arrest van 15 januari 2013, waarvan de strekking door uitleg moet worden vastgesteld.
4.10.
[eiseres] stelt zich op het standpunt dat TenneT met haar vragen in de brief van 25 januari 2013 buiten het kader is getreden van hetgeen het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het arrest van 15 januari 2013 aan TenneT heeft bevolen en dat TenneT daarom dwangsommen heeft verbeurd. Hieromtrent wordt het volgende overwogen.
4.11.
Voorop staat dat de toelating tot de Erkenningsregeling volgens de regels, zoals beschreven in de aanbestedingsstukken, moest plaatsvinden. De veroordeling van TenneT in het arrest van 15 januari 2013 om, indien zij nadere informatie van [eiseres] wenst, schriftelijk binnen 10 dagen na betekening van het arrest, aan [eiseres] kenbaar te maken welke informatie over welke producten en/of productrange ten aanzien van welke categorie en in het licht van welke door [eiseres] gegeven referentieprojecten zij van [eiseres] wenst te ontvangen, moet dan ook worden gelezen in het licht van de Erkenningsregeling. Dat het hof heeft bedoeld een beperking aan te brengen in de informatie die [eiseres] nog van TenneT mocht vragen ten opzichte van de informatie die volgens de Erkenningsregeling nodig was, valt uit de overwegingen niet af te leiden. Zoals hierboven in rechtsoverweging 4.4 is geoordeeld, zijn de referenties en de technische specificaties aan elkaar gekoppeld. [eiseres] had met betrekking tot deze referenties nog geen bevredigend antwoord gegeven. Het kan dus redelijkerwijs niet anders dan dat TenneT daarom heeft gevraagd.
4.12.
Verder stelt [eiseres] dat TenneT offertes heeft gevraagd, dan wel opdrachten heeft verleend binnen het toepassingsbereik van de erkenningsregeling voor het verstrijken van de termijn van 15 dagen na de beslissing van 30 oktober 2013 op het verzoek tot deelname. TenneT zou dan ook dwangsommen hebben verbeurd. Na het arrest van 15 januari 2013 heeft TenneT (op 11 februari 2013) beslist op het verzoek tot deelname van [eiseres]. [eiseres] heeft hiertegen (binnen de termijn van 15 dagen) geen rechtsmiddelen ingesteld. [eiseres] heeft het verweer van TenneT dat na de beslissing van 11 februari 2013 sprake was van een nieuwe aanvraag, onvoldoende weersproken. Aangenomen moet dan ook worden dat hetgeen zich na 11 februari 2013 heeft afgespeeld niet valt binnen de reikwijdte van het arrest van 15 januari 2013. TenneT heeft dan ook geen dwangsommen verbeurd.
4.13.
De slotsom is dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen.
4.14.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van TenneT worden begroot op:
- griffierecht 3.829,00
- salaris advocaat
5.160,00(2,0 punten × tarief € 2.580,00)
Totaal € 8.989,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van TenneT tot op heden begroot op € 8.989,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp, mr. F.M.Th. Quaadvliet en mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2014.
Coll. MBR