Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling.
2.De beoordeling
527,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, is op 3 september 2014 een kort geding uitgesproken. De eiseres, Kamar Trading B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Fanty-GT AD, een vennootschap uit Bulgarije, die niet is verschenen. De vordering betreft een verzoek om een voorschot op de door Kamar geleden schade, voortvloeiend uit een internationale koopovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft allereerst de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld, waarbij is vastgesteld dat de rechtbank Arnhem bevoegd is op basis van de overeenkomst tussen partijen en de Europese regelgeving. De rechter heeft geoordeeld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet, waardoor verstek kan worden verleend tegen de niet verschenen gedaagde.
De rechter heeft vervolgens de vordering tot betaling van een voorschot op de schade afgewezen. Dit is gebaseerd op het feit dat het op dat moment niet mogelijk was om de schade te begroten, gezien het voorlopige karakter van de kort geding procedure en de onduidelijkheid over de staat van de betrokken goederen, in dit geval de duwbak Vienna 4. Kamar heeft de mogelijkheid om een bodemprocedure te starten voor een definitieve schadevergoeding. Daarnaast is een dwangsom opgelegd aan Fanty, die kan oplopen tot € 250.000,00, en is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Kamar, die zijn begroot op € 4.433,52. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.