ECLI:NL:RBGEL:2014:6039

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 september 2014
Publicatiedatum
23 september 2014
Zaaknummer
270501
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over aanbesteding Jeugdhulp 2015 door gemeenten in Achterhoek

Op 18 september 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem een vonnis gewezen in een kort geding tussen de stichting GGNet en meerdere gemeenten in de Achterhoek. De stichting GGNet, vertegenwoordigd door advocaten J.J. Rijken en K.H.M. van der Woerdt, vorderde dat de gemeenten de inschrijvingstermijn voor de aanbesteding Jeugdhulp 2015 opschorten. De gemeenten, vertegenwoordigd door advocaten T. van Wijk en M. Baneke, voerden verweer tegen deze vordering. De inschrijvingstermijn voor de aanbesteding zou op 19 september 2014 sluiten, en GGNet stelde dat de voorwaarden voor inschrijving onduidelijk en disproportioneel waren, wat in strijd zou zijn met de beginselen van het aanbestedingsrecht.

De voorzieningenrechter oordeelde dat GGNet een zwaarwegend belang had bij het verkrijgen van een voorlopige voorziening, omdat het risico bestond dat zij een onomkeerbare situatie zou ondervinden voordat de zaak ter beoordeling kon worden voorgelegd. De gemeenten stelden dat de aanbesteding onder grote tijdsdruk stond en voor 1 november 2014 afgerond moest zijn, maar de rechter oordeelde dat dit belang niet zwaarder woog dan het belang van GGNet om haar bezwaren tegen de voorwaarden te laten toetsen.

Uiteindelijk besloot de voorzieningenrechter dat de gemeenten de inschrijvingstermijn moesten opschorten tot twee werkdagen na de uitspraak in het kort geding, dat op 30 september 2014 zou plaatsvinden. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen werden aangehouden tot de behandeling van de hoofdzaak op dezelfde datum. Het vonnis werd uitgesproken door mr. R.J.B. Boonekamp in aanwezigheid van griffier mr. B.J.M. Vermulst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/270501 / KG ZA 14-480
Vonnis in kort geding van 18 september 2014
in de zaak van
de stichting
STICHTING GGNET,
statutair gevestigd te Warnsveld, gemeente Zutphen,
eiseres,
advocaten mrs. J.J. Rijken en K.H.M. van der Woerdt te Amsterdam,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AALTEN,
zetelend te Aalten,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BERKELLAND,
zetelend te Borculo, gemeente Berkelland,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BRONCKHORST,
zetelend te Hengelo, gemeente Bronckhorst,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DOETINCHEM,
zetelend te Doetinchem,
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE OOST GELRE,
zetelend te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre,
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK,
zetelend te Gendringen, gemeente Oude IJsselstreek,
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MONTFERLAND,
zetelend te Didam, gemeente Montferland,
8. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE WINTERSWIJK,
zetelend te Winterswijk,
gedaagden,
advocaten mrs. T. van Wijk en M. Baneke te Nijmegen.
Partijen zullen hierna de stichting en de gemeenten genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van de stichting
  • de pleitnota van de gemeenten.
1.2.
Ten slotte is vanwege de spoedeisendheid vonnis bepaald op 18 september 2014. De overwegingen waarop de beslissing in het vonnis stoelt, worden hieronder weergegeven.

2.Het geschil

2.1.
De stichting vordert samengevat - voor zover in dit stadium van belang dat de gemeenten de inschrijvingstermijn van de aanbesteding opschorten tot één week, althans een goede justitie te bepalen termijn, na de datum waarop bij vonnis zal zijn beslist op de overige vorderingen.
2.2.
De gemeenten voeren verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Het gaat voor zover thans van belang om het volgende. De inschrijvingstermijn van de aanbesteding Jeugdhulp 2015 Achterhoekse Gemeenten sluit op 19 september 2014. GGNet is als aanbieder van GGZ geïnteresseerd in inschrijving. GGNet stelt zich op het standpunt dat de voorwaarden zoals die uit de offerteleidraad en de nota(‘s) van inlichtingen blijken, ofwel ontoelaatbaar onduidelijk zijn of disproportioneel en daarom in strijd met beginselen van aanbestedingsrecht en dus onrechtmatig. GGNet wenst die voorwaarden ter toetsing in kort geding voor te leggen en voorlopige voorzieningen te verkrijgen tot redres. Daartoe heeft zij enkele dagen voor 19 september 2014 een kort geding aanhangig gemaakt. Het is echter niet mogelijk gebleken dat kort geding ten gronde nog voor 19 september 2014 te behandelen en te beslissen. Dat kan pas op 30 september 2014 worden behandeld. De gemeenten zijn niet bereid de sluiting van de inschrijvingstermijn te verlengen tot na de uitspraak. GGNet vordert een voorlopige maatregel die strekt tot veroordeling van de gemeenten tot opschorting van de sluitingstermijn tot na de uitspraak.
3.2.
De beoordeling vergt een afweging van de belangen van GGNet en die van de gemeenten. Heel in het algemeen geldt dat degene die op grond van een spoedeisend belang een voorlopige voorziening vordert er in beginsel een zwaarwegend belang bij heeft dat niet een onomkeerbare situatie reeds is ingetreden voordat hij de zaak ter beoordeling aan de voorzieningenrechter heeft kunnen voorleggen en daarin uitspraak gedaan heeft kunnen worden. De gemeenten hebben zich erop beroepen dat de aanbesteding van de jeugdzorg onder grote tijdsdruk staat en dat die voor 1 november 2014 moet zijn afgerond omdat anders ingrijpen dreigt door het Rijk, zonder dat overigens iemand weet wat dit ingrijpen dan zal inhouden. Bij verlenging van de inschrijvingstermijn dreigt het gehele schema voor de stappen die nodig zijn voor afronding voor 1 november 2014 in de knel te komen. De beginselen van het aanbestedingsrecht vergen in een geval als dit dat GGNet een behoorlijke kans moet krijgen haar bezwaren tegen de gehanteerde voorwaarden vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn te laten toetsen. Tijdsdruk aan de kant van de aanbestedende dienst kan daaraan in beginsel niet afdoen. Op voorhand kan niet worden gezegd dat het standpunt van GGNet ten aanzien van de onrechtmatigheid van de gehanteerde voorwaarden (geheel) ongegrond is. Ter zitting hebben de gemeenten standpunten ingenomen die op zichzelf duidelijkheid over een aantal voorwaarden lijken te verschaffen. Niet duidelijk is echter geworden hoe die standpunten zich verhouden tot datgene wat in de offerteleidraad en in de nota van inlichtingen staat. Het is juist dat indien GGNet zou afzien van inschrijving zij de voorwaarden na de gunning alsnog ter toetsing zou kunnen voorleggen. Omgekeerd is het echter zo dat indien GGNet thans inschrijft en de gunning later alsnog zonder succes ter discussie stelt, zij haar inschrijving gestand zal moeten doen. Karakter heeft er belang bij vooraf duidelijkheid te hebben. Het belang van de gemeenten bij een snelle voortgang moet daarvoor in de gegeven omstandigheden wijken. Verlenging van de inschrijftermijn tot kort na 30 september 2014 laat de gemeenten nog een kleine maand tot 1 november 2014 voor afronding van de aanbesteding. Dat zal de zaken van de gemeenten ongetwijfeld onder enige extra druk zetten, maar het moet haalbaar zijn. Opschorting van de termijn tot een week na de uitspraak gaat echter te ver. GGNet moet in staat worden geacht binnen twee werkdagen na de uitspraak in het kort geding haar inschrijving te completeren.
3.3.
Aldus zal worden beslist. Voor het overige zal elke beslissing worden aangehouden.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
gebiedt de gemeenten de inschrijvingstermijn van de aanbesteding Jeugdhulp 2015 Achterhoekse Gemeenten op te schorten tot twee werkdagen na de datum van de uitspraak in het kort geding dat op 30 september 2014, om 13:00 uur zal plaatsvinden,
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
houdt iedere verdere beslissing (ten aanzien van alle overige vorderingen) aan tot de behandeling van de hoofdzaak op 30 september 2014.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 18 september 2014. De overwegingen waarop het vonnis stoelt, zijn vastgelegd op 22 september 2014.