ECLI:NL:RBGEL:2014:5614

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 juli 2014
Publicatiedatum
2 september 2014
Zaaknummer
265273
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging franchiseovereenkomst en geheimhoudingsbeding in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 juli 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Cristal Cleaning B.V. en een vennootschap onder firma, hierna aangeduid als gedaagden. Cristal Cleaning vorderde nakoming van een vaststellingsovereenkomst die op 30 november 2012 was gesloten, waarin gedaagden zich hadden verplicht tot geheimhouding en het onthouden van negatieve uitlatingen over Cristal Cleaning. De achtergrond van het geschil ligt in een franchiseovereenkomst die in 2008 was gesloten, waarbij gedaagden een stomerij mochten exploiteren onder de formule van Cristal Cleaning. Na een betalingsachterstand en onderhandelingen over beëindiging van de franchiseovereenkomst, werd een vaststellingsovereenkomst gesloten. Gedaagden hebben echter in de media negatieve uitlatingen gedaan over Cristal Cleaning, wat leidde tot de vordering van Cristal Cleaning in kort geding.

De rechtbank oordeelde dat gedaagden gebonden zijn aan de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst, aangezien er geen buitengerechtelijke vernietiging van deze overeenkomst had plaatsgevonden. De rechtbank vond het aannemelijk dat gedaagden herhaaldelijk hun verplichtingen tot geheimhouding en het onthouden van negatieve uitlatingen niet in acht hadden genomen. De vorderingen van Cristal Cleaning werden toegewezen, waarbij gedaagden werden veroordeeld tot nakoming van de beëindigingsafspraken en rectificatie van hun uitlatingen. De rechtbank legde ook dwangsommen op voor het geval gedaagden in gebreke zouden blijven.

De uitspraak benadrukt het belang van het nakomen van afspraken in franchiseovereenkomsten en de gevolgen van het schenden van geheimhoudingsbedingen. De rechtbank wees erop dat de uitlatingen van gedaagden ernstige beschuldigingen bevatten die zonder voldoende bewijs niet geuit hadden mogen worden. Dit vonnis onderstreept de noodzaak voor franchisenemers om zich bewust te zijn van de juridische implicaties van hun uitlatingen en de verplichtingen die voortvloeien uit hun overeenkomsten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/265273 / KG ZA 14-267
Vonnis in kort geding van 15 juli 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CRISTAL CLEANING B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
procesadvocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
1. vennootschap onder firma
[gedaagde sub 1],
kantoorhoudende te [plaats],
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [plaats],
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [plaats],
gedaagden,
advocaat mr. M. Franke te Eindhoven.
Eisende partij zal hierna als Cristal Cleaning worden aangeduid. Gedaagden zullen gezamenlijk worden aangeduid als [gedaagden]. Gedaagde sub 2 zal afzonderlijk [gedaagde sub 2] genoemd worden en gedaagde sub 3 [gedaagde sub 3].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de naderhand aan de zijde van Cristal Cleaning toegezonden producties
  • de op voorhand toegezonden producties aan de zijde van [gedaagden]
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Cristal Cleaning
  • de pleitnota van [gedaagden].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Cristal Cleaning heeft op 15 oktober 2008 met [gedaagden] een franchiseovereenkomst gesloten waarbij [gedaagden] de mogelijkheid kregen tegen vergoeding aan Cristal Cleaning een stomerij te exploiteren volgens een door Cristal Cleaning ontwikkelde en begeleide formule. Tevens is aan [gedaagden] bedrijfsruimte in onderhuur ter beschikking gesteld.
2.2.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de franchiseovereenkomst heeft Bordan accountants en adviseurs een omzetprognose van € 157.000,00 gepresenteerd. De cijfers over 2006 lieten een omzet van € 150.000,00 zien.
2.3.
Tussen 2007 en 2011 is een betalingsachterstand van [gedaagden] aan Cristal Cleaning ontstaan. Partijen zijn naar aanleiding van deze betalingsachterstand in onderhandeling getreden omtrent de voorwaarden voor beëindiging van de franchiseovereenkomst.
2.4.
Op 30 november 2012 hebben partijen overeenstemming bereikt over de beëindiging en overname van de stomerij. Op het moment van totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst waren de omzetcijfers tot en met 2011 bij Cristal Cleaning bekend. [gedaagden] hadden de beschikking over de jaarstukken tot en met 2010.
De afspraken hebben partijen vastgelegd in een tweetal e-mails tussen de advocaten van Cristal Cleaning en [gedaagden], welke vervolgens door partijen zijn ondertekend. Partijen hebben onder meer afgesproken dat Cristal Cleaning de stomerij overneemt voor een bedrag van € 75.000,00 en dat dit bedrag verrekend wordt met de openstaande schuld van € 166.695,40 waarna het resterende deel zal worden kwijtgescholden. In de vaststellingsovereenkomst staat verder onder andere:
“Partijen zullen zich over en weer onthouden van negatieve uitlatingen.”
“(…) dat partijen volledige geheimhouding zullen betrachten aangaande de vaststellingsovereenkomst, de totstandkoming daarvan en/of de gehele correspondentie en afwikkeling dezes welke daaraan is voorafgegaan.”
2.5.
Op 19 november 2012 hebben [gedaagden] aangifte gedaan bij de politie wegens chantage/afpersing door de heer [naam 1], bestuurder van Cristal Cleaning. [gedaagden] stellen in deze aangifte dat zij verplicht werden gesteld de stomerij van de hand te doen tegen een marktwaarde ver onder de getaxeerde waarde, terwijl zij de stomerij absoluut niet wilden verkopen.
2.6.
Op 7 maart 2013 hebben [gedaagden] aangifte gedaan bij de politie wegens oplichting door [naam 1] bestuurder van Cristal Cleaning.
2.7.
Op donderdag 4 september 2013 hebben [gedaagden] zich richting de heer [naam 2] als volgt uitgelaten:
Deze meneer schijnt exact te weten wat Bordan en Cristal Cleaning aan frauduleuze praktijken verrichten.
2.8.
In een e-mail van 7 maart 2014 van de beleidsmedewerker fraude van het arrondissementsparket Oost-Brabant aan [gedaagde sub 3] en cc aan de fraudehelpdesk heeft de betreffende beleidsmedewerker een conceptaangifte gestuurd met het verzoek aan [gedaagde sub 3] dit concept door te nemen en waar nodig aanvullingen of opmerkingen te maken.
2.9.
Op 11 maart 2014 heeft een fraude expert van de Fraudehelpdesk een e-mail aan [gedaagde sub 3] gestuurd. Hij schrijft in deze e-mail dat hij de aangifte heeft gelezen en dat deze aangifte naar zijn gevoel voldoende moet zijn om de politie een onderzoek te laten starten.
2.10.
Per e-mail van 15 mei 2014 van [naam 3] van Eén Vandaag aan de advocaat van Cristal Cleaning is Cristal Cleaning in de gelegenheid gesteld een reactie te geven, naar keuze voor de camera of schriftelijk op een voorgenomen uitzending over franchising waar ook [gedaagden] aan het woord zullen komen. In deze e-mail is voor zover van belang het volgende opgenomen:
In hoofdlijnen zouden wij graag een reactie willen op de volgende zaken:
- Er is informatie achtergehouden in de pre-contractuele fase
- De prognose was veel te rooskleurig
- De geprognosticeerde kosten waren te laag
- De combinatie van deze zaken heeft de familie [gedaagden] in financiele problemen gebracht, en het einde van hun zaak ingeleid.
- De hoge doorloopsnelheid van franchisenemers in, in ieder geval de vestiging in [plaats]. De wisselende transacties, en waarderingen. Welke verklaring is daarvoor te geven?
2.11.
Cristal Cleaning heeft dezelfde dag Eén Vandaag geantwoord dat zij als onderdeel van de schikking met [gedaagden] zijn overeengekomen dat beide partijen geen negatieve mededelingen over elkaar doen en dat zij zich aan deze afspraak wenst te houden. Cristal Cleaning benadrukt dat het hier gaat om een volledig op zich zelf staand incident.
2.12.
In de uitzending van Eén Vandaag van 20 mei 2014 is een item gewijd aan franchisenemers. In deze uitzending komt ook [gedaagde sub 3] aan het woord:
[gedaagde sub 3]: Je gaat er vanuit dat je er tien jaar in blijft en uiteindelijk wordt je na vier jaar, wordt je contract opgezegd, ze proberen je eruit te werken en je bent je bedrijf ben je gewoon in één keer kwijt. Alles wat je ervoor gewerkt hebt en wat je geïnvesteerd hebt, dat ben je kwijt.
Voice over: Ook [gedaagde sub 3] wil ondernemen onder de vlag van een bekende keten. Samen met haar man stapt ze enkele jaren geleden in een stomerij van Cristal Cleaning. Het wordt een nachtmerrie.
[gedaagde sub 3]: Ik heb dagen dat er geregeld deurwaarders aan de deur komen en dat is erg vervelend, zelfs als je kinderen thuis zijn van vakantie, dus het achtervolgt je continue. Het moment dat wij het franchisecontract hebben getekend, hebben wij getekend voor ons leven.
Voice over: [gedaagde sub 3] en haar man investeren flink in de zaak en zij werken hard, maar toch draaien ze verlies. De kosten blijken hoger dan geraamd en de omzet valt tegen. Volgens [gedaagde sub 3] hebben Cristal Cleaning en de accountant bewust verkeerde cijfers gepresenteerd.
[gedaagde sub 3]: Dit is pure oplichting. Dit is gewoon oplichting. Ze gebruiken de accountant om onwaarheden op papier te zetten om vervolgens mensen te lokken om een bedrijf over te nemen dat in principe al technisch failliet is.
2.13.
Op de Facebook pagina van Eén Vandaag hebben mensen reacties geplaatst naar aanleiding van de uitzending van 20 mei 2014. Op 28 mei 2014 heeft [gedaagde sub 3] de volgende reactie geplaatst:
Ik wil alleen even over de brief als reactie van [naam 1]. De franchise gever en directeur. Zal ik niet inhoudelijk op de brief in gaan. Als mensen goed gekeken hebben en vooral hebben geluisterd. Moet dat niet nodig zijn. Maar is het dat deze brief uit [plaats] komt. Kantoor van zoon en enkel mede directeur/zoon. En deze handtekening niet overeenkomst met de ondergetekende. Die de franchise gever en contracten tekend en het beleid als grootaandeelhouder bepaald. Zoals hun accountant kenbaar heeft gemaakt in rechtbank en gerechtelijke stukken.
2.14.
[gedaagde sub 2] heeft op de Facebook pagina van Eén Vandaag, in reactie op een positief bericht van één van de franchisenemers van Cristal Cleaning verklaard:
[naam 4]; ik vind het goed dat je voor je zaak staat maar Is het ook niet je kop in het zand steken voor de (grote) problemen die de meeste (ex) collega’s van jou wel hebben?
2.15.
Op de forumpagina van Zembla heeft [gedaagde sub 3] het volgende bericht geplaatst:
Het belangrijkste is dat er regelgeving komt, zodat dit meer bescherming bied mens mensen de een franchise overeenkomst aangaan. In mijn geval loopt er nu een gerechtelijk onderzoek, waarin al een tussen vonnis is over uitgesproken is, en nadien ook ten beoordeling naar de tuchtraad gaat.
2.16.
[naam 5] heeft de Commissie Economische Zaken van de Tweede Kamer over het geval [gedaagden] geïnformeerd, zij heeft ook kopieën van de door [gedaagden] gedane aangiftes aan leden van de Tweede Kamer verstrekt. In de notitie van de Commissie van 21 mei 2014 is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
Cristal Cleaning (erkend lid NFV, stomerijketen, circa 20 winkels)
Ook bij Cristal Cleaning is sprake van ketens van gedupeerde franchisenemers. Mevrouw W en haar man volgden in 2007 een andere franchisenemer op, waarvan zij pas achteraf hoorden dat zijn winkel verlieslijdend was.
Ook bij Cristal Cleaning stelt de franchisegever een vaste accountant verplicht. Deze accountant waardeerde de onderneming in 2007 op een verantwoorde investering van € 135.000. Dit baseerde hij op een omzetverwachting van € 157.000. (…) Ook mevrouw W en haar man leden direct al verlies. (…) Medio 2012 spraken partijen over een beëindiging van de samenwerking. De verplichte accountant waardeerde de onderneming opnieuw, maar nu ten behoeve van de terugkoop door de franchisegever. Bij eenzelfde omzetniveau kwam de accountant nu opeens uit op € 85.000,= voor dezelfde investeringsposten en bij vergelijkbare omzet- en winstverwachtingen.
Zie bijlage 7.
(…)
2.17.
Cristal Cleaning heeft [gedaagden] meermaals gesommeerd de vaststellingsovereenkomst, meer in het bijzonder het geheimhoudingsbeding en het achterwege laten van negatieve uitlating, na te komen.

3.Het geschil

3.1.
Cristal Cleaning vordert samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Het binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [gedaagden], zowel ieder afzonderlijk als in onderlinge samenhang, te veroordelen tot nakoming van de tussen partijen gesloten beëindigingsafspraken van 30 november 2012, hetgeen behelst dat [gedaagden] zich dienen te onthouden van negatieve berichtgeving over en jegens Cristal Cleaning en dat zij geheimhouding dienen te betrachten ten aanzien van de beëindigingsafspraken en de daarmee samenhangende onderwerpen en correspondentie, onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 ineens, evenals € 2.500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder vallend, dat de inbreukmakende activiteiten voortduren;
II. Het binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [gedaagden], zowel ieder afzonderlijk als in onderlinge samenhang, te veroordelen tot het plaatsen van de volgende rectificatie:
“Wij hebben ten aanzien van de kwestie met Cristal Cleaning uitspraken gedaan, waarvan de juistheid niet is vastgesteld. In het kader van de gemaakte beëindigingsafspraken en de te betrachten geheimhouding mochten wij deze uitspraken ook niet doen. Wij zullen ons in het vervolg aan de afspraken houden en wij zullen ons dan ook onthouden van negatieve berichtgeving over Cristal Cleaning”
te publiceren als volgt:
1. Als bericht op het kijkersforum van Eén Vandaag;
2. Als bericht op de Facebook pagina van Eén Vandaag;
3. Als bericht op het forum (community) van stichting Franchise Wijzer;
4. Als bericht op ieder ander forum waarop Cristal Cleaning haar inbreuk makende berichtgeving heeft gepubliceerd;
5. Per brief aan alle franchisenemers van Cristal Cleaning;
6. Per brief aan de redactie van Eén Vandaag;
7. Per brief aan de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer;
zulks onder verbeurte van een dwangsom van €2.500,00 ineens, evenals € 2.500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder vallend, dat de inbreuk makende activiteiten voortduren;
III. Met hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[gedaagden] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen van Cristal Cleaning zijn erop gebaseerd dat [gedaagden] hun verplichtingen tot geheimhouding en het zich onthouden van negatieve uitlatingen over Cristal Cleaning schenden en dat zij daarvan nadeel ondervindt en in haar eer en goede naam wordt geschaad. Het spoedeisend belang van Cristal Cleaning bij die vorderingen is daarmee voldoende aannemelijk.
4.2.
Tussen de partijen is niet in geschil dat zij ter afwikkeling van de franchiserelatie een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten die is vastgelegd in de correspondentie van hun (toenmalige) raadslieden van 30 november 2012. Evenmin is tussen de partijen in geschil dat tot de voorwaarden van die vaststellingsovereenkomst het hiervoor geciteerde geheimhoudingsbeding en het beding van onthouding van negatieve uitlatingen behoren. De vordering van Cristal Cleaning strekt primair tot nakoming van die verplichtingen.
4.3.
Het standpunt van [gedaagden] komt erop neer dat de vaststellingsovereenkomst met misbruik van omstandigheden, onder invloed van dwaling of door bedrog tot stand is gekomen. In hun visie leidt dat ertoe dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is hen ‘gebonden te achten aan beëindigingsafspraken’. Namens [gedaagden] is desgevraagd ter zitting verklaard dat tot op heden geen buitengerechtelijke vernietiging van de vaststellingsovereenkomst op een van die gronden heeft plaatsgevonden, maar dat zij wel voornemens zijn een bodemprocedure te beginnen waarin zij zich op die vernietigbaarheid zullen beroepen. Bij gebreke van een (buitengerechtelijke) vernietiging bindt de vaststellingsovereenkomst de partijen nog. Daarvan moet in dit kort geding in beginsel worden uitgegaan. Tot op zekere hoogte kan wel op de kans van slagen van een in te roepen vernietiging worden vooruitgelopen, maar het is gezien het standpunt van [gedaagden] nog onzeker of zij werkelijk de vernietigbaarheid van de vaststellingsovereenkomst zullen gaan inroepen. Daarmee zou immers het gehele geschil rondom de financiële afwikkeling weer open kunnen komen te liggen. Dat zou nadelig voor hen kunnen zijn. Gezien de onzekerheid (die zij) daarover (laten bestaan), zou het niet juist zijn in dit geding vooruit te lopen op het antwoord op de vraag of zij gebonden zullen blijven aan het geheimhoudingsbeding en het beding zich van negatieve uitlatingen te onthouden. Beide bedingen vormen een onderdeel van de gehele vaststellingsovereenkomst. Het zou niet juist zijn hen eventueel van beide verplichtingen ontslagen te achten, met de kans dat [gedaagden] er alsnog van zullen afzien de vernietigbaarheid van de gehele vaststellingsovereenkomst in te roepen. Enig aanknopingspunt voor een partiele vernietigbaarheid op het punt van alleen deze verplichtingen is niet geboden.
4.4.
Dat een eventueel beroep op de hiervoor genoemde vernietigingsgronden zal slagen kan overigens in dit kort geding onvoldoende worden vastgesteld. Het beroep op die vernietigingsgronden is in belangrijke mate gebaseerd op de stelling dat de voor het aangaan van de franchiseovereenkomst gepresenteerde omzetprognoses onjuist waren en dat bij het aangaan van de vaststellingsovereenkomst een onjuiste betalingsachterstand is voorgespiegeld. Wat betreft de omzetprognose heeft te gelden dat de vaststellingsovereenkomst juist mede bedoeld was om een einde te maken aan het tussen de partijen toen al bestaande geschil of de onzekerheid over de vraag of Cristal Cleaning onjuiste omzetprognoses had verstrekt. Een beroep op dwaling daaromtrent stuit hierop in beginsel af. Onvoldoende gesteld of gebleken is dat [gedaagden] bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst de toen bekende omzetten over de jaren 2007 tot en met 2012 voor juist hebben aangenomen en dat die achteraf onjuist zijn gebleken. [gedaagden] beschikten ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst in ieder geval over de jaarstukken tot en met 2010. Dat de omzetten die daarin over die jaren staan vermeld achteraf onjuist zijn gebleken, hebben zij niet gesteld. Zij hebben integendeel de uit die stukken blijkende omzetten ten grondslag gelegd aan hun stellingen dat bij het aangaan van de franchiseovereenkomst onjuiste prognoses zijn verstrekt. Dat [gedaagden] de vaststellingsovereenkomst gesloten hebben op basis van een onjuiste aanname over de door hen behaalde omzetten kan dus niet worden aangenomen. Het beroep op dwaling en in zoverre dat op bedrog moet hierop vooralsnog afstuiten.
4.5.
Met betrekking tot het bedrag van de betalingsachterstand waarvan bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst werd uitgegaan, kan thans niet worden vastgesteld dat dit geheel onjuist was, zoals [gedaagden] stellen. Daarvoor zou een uitgebreid nader onderzoek van de administratie nodig zijn waarvoor het kort geding zich niet leent. Daarom kan voorshands niet worden aangenomen dat de (eventuele) beroepen op dwaling en bedrog zullen slagen. Het beroep op misbruik van omstandigheden is vooralsnog onvoldoende gesubstantieerd. Dat [gedaagden] bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst financieel in een benarde positie verkeerden, wil de voorzieningenrechter wel aannemen. Of Cristal Cleaning daarvan misbruik heeft gemaakt, kan thans niet worden vastgesteld. Daarvoor kan ook van belang zijn of Cristal Cleaning moest begrijpen dat de vaststellingsovereenkomst nadelig voor [gedaagden] was. Thans kan niet worden vastgesteld dat dat zo was.
4.6.
Er moet dus vanuit worden gegaan dat [gedaagden] gebonden zijn aan de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst tot het betrachten van geheimhouding en het zich onthouden van negatieve uitlatingen. Die verplichtingen zullen zij moeten nakomen. Het is begrijpelijk dat zij de behoefte hebben publiekelijk aandacht te vragen voor hun franchise-debacle. Dat recht, dat onder andere door art 10 EVRM wordt gewaarborgd, hebben zij ook, maar zij zullen daarbij wel de grenzen in acht moeten nemen van die verplichtingen die zij zelf op zich hebben genomen. Het is voldoende aannemelijk dat zij die verplichtingen herhaaldelijk niet in acht hebben genomen. In zijn algemeenheid kan niet worden bepaald wanneer een uitlating zodanig is dat die als ontoelaatbaar negatief in de zin van het desbetreffende beding moet worden gekwalificeerd. Het gebruik van termen als: “frauduleuze praktijken, ze proberen je eruit te werken en je bent je bedrijf gewoon in één keer kwijt, (pure) oplichting, ze gebruiken de accountant om onwaarheden op papier te zetten om vervolgens mensen te lokken om een bedrijf over te nemen die in principe eigenlijk al technisch failliet is” moet in ieder geval als strijdig met die verplichting worden gekwalificeerd in aanmerking genomen dat de juistheid daarvan niet vast staat. Hoewel er aanknopingspunten zijn voor de gedachte dat de omzetpotentie destijds te rooskleurig is voorgesteld, wettigt dat nog geheel niet de conclusie dat sprake is van “oplichting, frauduleuze praktijken, desbewust lokken om een failliet bedrijf over te nemen” enz. Dat zijn ernstige beschuldigingen die zonder voldoende bewijs van de juistheid daarvan zodanig zijn dat die in strijd zijn met de hiervoor bedoelde verplichting. Dat Cristal Cleaning door het programma Eén vandaag in de gelegenheid is gesteld een reactie te geven en daarvan slechts in beperkte mate gebruik heeft gemaakt, doet hieraan niet af. Cristal Cleaning heeft er belang bij dat zij niet aan zulke verdachtmakingen waarvan de gegrondheid niet vaststaat in dergelijke bewoordingen wordt blootgesteld, mede met het oog op haar positie als (potentieel) franchisegever tegenover haar franchisenemers. Het belang van [gedaagden] hun mening over Cristal Cleaning en haar handelwijze(n) te geven moet daarvoor onder al de hiervoor genoemde omstandigheden vooralsnog wijken.
4.7.
Daarnaast zullen [gedaagden] geheimhouding moeten betrachten omtrent de inhoud en de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Die verplichting kan geen afbreuk doen aan hun bevoegdheid tot het doen van aangifte van strafbare feiten die in hun visie hebben plaatsgevonden. Het staat hen op grond van de verplichting tot geheimhouding niet zonder meer vrij die aangiften dan zelf te verspreiden onder derden die niet met opsporing en vervolging van strafbare feiten zijn belast, zoals kennelijk is gebeurd. Zolang de vaststellingsovereenkomst, die [gedaagden] willens en wetens en met behulp van bijstand van een advocaat zijn aangegaan en waarin op hun eigen verzoek de verplichting is opgenomen tot onthouding van negatieve uitlatingen, niet is vernietigd, zullen zij zich daaraan moeten houden. De vordering onder I zal daarom worden toegewezen zoals hierna weer te geven.
4.8.
Gezien de aard van de uitlatingen ziet de voorzieningenrechter aanleiding voor een beperkte veroordeling tot rectificatie zoals hierna weer te geven, maar alleen voor zover het betreft de uitlatingen in Eén Vandaag, te publiceren zoals onder 1, 2 en 6 van de dagvaarding.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als volgt.
4.10.
[gedaagden] zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cristal Cleaning worden begroot op:
- dagvaarding € 97,52
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.521,52
4.11.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagden] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, zowel ieder afzonderlijk als in onderlinge samenhang, de tussen partijen gesloten beëindigingsafspraken van 30 november 2012 na te komen, hetgeen inhoudt dat [gedaagden] zich dienen te onthouden van negatieve berichtgeving over en jegens Cristal Cleaning en dat zij geheimhouding dienen te betrachten ten aanzien van de beëindigingsafspraken en de daarmee samenhangende onderwerpen en correspondentie, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder vallend, dat de inbreuk makende activiteiten voortduren, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, zowel ieder afzonderlijk als in onderlinge samenhang, de volgende rectificatie te plaatsen:
“Wij hebben ten aanzien van de kwestie met Cristal Cleaning uitspraken gedaan, waarvan de juistheid niet is vastgesteld. In het kader van de gemaakte beëindigingsafspraken en de te betrachten geheimhouding mochten wij deze uitspraken ook niet doen. Bij vonnis van de voorzieningenrechter van de rchtbank Gelderland van 15 juli 2014 zijn wij veroordeeld ons in het vervolg aan de afspraken te houden en ons verder te onthouden van negatieve berichtgeving over Cristal Cleaning”
te publiceren als volgt:
als bericht op het kijkersforum van Eén Vandaag;
als bericht op de Facebook pagina van Eén Vandaag;
per brief aan de redactie van Eén Vandaag;
zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder vallend, dat de inbreuk makende activiteiten voortduren, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, aan de zijde van Cristal Cleaning tot op heden begroot op € 1.521,52,
5.4.
veroordeelt [gedaagden] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2014.