ECLI:NL:RBGEL:2014:5430
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- H.J. Klein Egelink
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand in verband met autohandel en inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Nijenhuis, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. Eiser ontving van 8 mei 2003 tot en met 26 augustus 2011 bijstand, maar deze werd door verweerder ingetrokken en teruggevorderd op basis van een fraudemelding. Verweerder stelde dat eiser in auto’s handelde en zijn inlichtingenplicht had geschonden door geen melding te maken van de transacties. Eiser betwistte dit en voerde aan dat zijn schizofrenie hem verhinderde om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank oordeelde dat de registratie van kentekens op naam van eiser de veronderstelling rechtvaardigde dat deze voertuigen tot zijn vermogen behoorden. Eiser kon niet aantonen dat hij de voertuigen niet voor eigen gebruik had. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de bijstand over de meeste maanden terecht was, maar dat de intrekking voor februari 2005 onterecht was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor deze maand en droeg verweerder op om een nieuwe beslissing te nemen over de terugvordering. Eiser werd in het gelijk gesteld en verweerder werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht.