1. Mevrouw [eiser] is sinds eind augustus 2012 bij ons in behandeling wegens acute posttraumatische stress met suïcidale intenties. (…)
2. Wij zagen een wanhopige uiterst labiele vrouw, die enerzijds met moord en wraakgevoelens rondliep en anderzijds zichzelf van het leven wilde beroven. Daarbij had zij voor zichzelf al een einde gepland;
3. De diagnoses die wij stelden waren:
As I: 309.81 Posttraumatische stress-stoornis (hoofddiagnose)
312.30 Stoornis in de impulsbeheersing NAO
309.4 Aanpassingsstoornis, met gemengde emoties/gedragsstoornis
As II: 799.9 Diagnose op AS II uitgesteld
As III: V71.09 Geen diagnose toestand op As III
As IV: 10 Problemen binnen de primaire steungroep
80 Problemen met justitie/politie of met de misdaad
As V: GAF-score: 35
4. Patiënte was te instabiel voor traumabehandeling en werd depressief, dus eerst is ingezet op voorkomen van allo- en suïcide. (…)
5. De behandeling bestaat nog steeds uit suïcidepreventie. Wel is gestart met therapie gericht op verbetering van de stemming, zingeving en vermindering van alcoholgebruik. Traumabehandeling kan door onder 4 genoemde factoren niet aanvangen, maar blijft geïndiceerd. Patiënte wordt om de week op ons spreekuur gezien. De huisarts heb ik verzocht om de GGZ in Arnhem paraat te laten staan voor crisissituaties,
6. Voor zover ik kan nagaan had patiënte geen van bovengenoemde klachten en was zij alleen verwikkeld in relationele problemen.