Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[café 1],
[naam], handelend onder de naam [café 2] (hierna: [derde-partij]),
Procesverloop
Overwegingen
9 juli 2012. Volgens verweerder zijn de vergunningen dan ook verleend in overeenstemming met de door eiseres en [derde-partij] gemaakte afspraken. Van het op eiseres druk uitoefenen om over te gaan tot het vragen van een bindend advies is volgens verweerder geen sprake. Verweerder heeft eiseres enkel gewezen op de omstandigheid dat, gelet op het belang van het Koningsplein als vermaakcentrum, de muziekprogrammering tijdig bekend diende te zijn en heeft eiseres gevraagd, na haar mededeling dat de muziekprogrammering nog niet bekend was, hieromtrent duidelijkheid te verschaffen.
Daarbij staat in de voordracht van de stichting van 4 juni 2012 vermeld dat de voordracht van [derde-partij] betekent dat de stichting adviseert om eiseres niet voor te dragen als vergunninghouder voor de exploitatie van een terras op locatienummer 428. In het hiervoor genoemde
e-mailbericht staat vermeld dat de deelbesluiten zijn genomen conform de voordracht van de stichting. Nu in de primaire besluiten is beslist conform de voordracht van de stichting is de rechtbank van oordeel dat ook hieruit volgt daarmee is beslist op de aanvraag van eiseres. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder tijdig op de aanvraag van eiseres heeft beslist.
16 mei 2012 heeft adviesbureau Flynth een niet-bindend advies uitgebracht. Uit de brief van de stichting van 25 mei 2012 leidt de rechtbank af dat in dit niet-bindend advies kennelijk verschillende opties zijn besproken, maar dat dit advies niet heeft geleid tot een volledige oplossing tussen eiseres en [derde-partij], omdat over de hoogte van de genoegdoening die [derde-partij] aan eiseres zou moeten betalen geen overeenstemming is bereikt. In voormelde brief van 2
5 mei 2012 gaat de stichting er vanwege het belang van de samenwerking (en de omstandigheid dat deze op andere momenten in het jaar geen probleem oplevert) vanuit dat het voor eiseres en [derde-partij] mogelijk moet zijn om op basis van de tweede optie genoemd in het niet-bindend advies (kostenverdeling naar rato) vóór 1 juni 2012 een afspraak te hebben gemaakt. Uit de voordracht van 4 juni 2012 blijkt dat tijdens een gesprek op 30 mei 2012 tussen de stichting, eiseres en [derde-partij] is afgesproken dat het niet-bindend advies wordt uitgebreid teneinde te komen tot een voorstel voor een redelijke genoegdoening, die zal worden gebaseerd op de uitgangspunten behorend bij de tweede optie genoemd in het niet-bindend advies. Bij brief van 15 juni 2012 heeft [derde-partij] een aantal voorstellen gedaan op basis waarvan wat hem betreft tot samenwerking zou kunnen worden gekomen. [derde-partij] heeft voorts aangegeven dat hij, indien eiseres zich in geen van deze voorstellen kan vinden, bereid is tot samenwerking te komen door middel van een bindend advies. Bij brief van
19 juni 2012 heeft eiseres vervolgens ingestemd met het vragen van een bindend advies.
20 juni 2012, 21 juni 2012 en 25 juni 2012 druk op eiseres heeft uitgeoefend in verband met de muziekprogrammering, maakt vorenstaand oordeel evenmin anders, nu eiseres reeds op 19 juni 2012 heeft ingestemd met het vragen van een bindend advies. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet is gebleken van een onzorgvuldige besluitvorming.