In deze zaak, die op 7 juli 2014 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Van Driesten Bouw B.V. en Stichting Trivium. Van Driesten, een aannemer, had ingeschreven op een aanbesteding voor de verbouw en gedeeltelijke nieuwbouw van de Airborneschool, die door Trivium was uitgeschreven. Trivium had de aanbesteding echter stopgezet en besloten tot heraanbesteding, zonder Van Driesten uit te nodigen. Van Driesten vorderde in kort geding dat Trivium het werk alsnog aan haar zou gunnen, of in ieder geval dat zij zou worden uitgenodigd voor de heraanbesteding.
De rechtbank oordeelde dat Trivium de aanbesteding terecht had afgebroken vanwege procedurele gebreken en gewijzigde omstandigheden. De gunningscriteria voldeden niet aan de fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht, zoals transparantie en gelijkheid. De rechtbank verwierp het verweer van Trivium dat Van Driesten niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de vervaltermijn niet in de aanbestedingsstukken was opgenomen. Van Driesten had recht op een uitnodiging voor de heraanbesteding, en de rechtbank oordeelde dat Trivium haar niet op basis van eerdere inschrijvingen mocht uitsluiten.
Uiteindelijk werd Trivium veroordeeld om Van Driesten toe te laten tot de heraanbesteding en de datum van inschrijving te wijzigen. Tevens moest Trivium binnen 24 uur na betekening van het vonnis het bestek en overige stukken aan Van Driesten ter hand stellen. De rechtbank legde een dwangsom op voor het geval Trivium niet aan deze veroordelingen voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg.