Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 24 juli 2014
[X], te [Z], eiser,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Enschede, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
MKB-winstvrijstelling in de Memorie van Toelichting (TK, 2005-2006, 30 572, nr. 3,
pp. 8-9), voor zover van belang, het volgende vermeld:
MKB-winstvrijstelling heeft de vorm van een vrijstelling van 10% van de belastbare winst van ondernemers die voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek. Het gaat hier om een tegemoetkoming die parallel oploopt met de winst en daarmee in feite neerkomt op een tariefverlaging.
In de reguliere situatie zou het pand tot het vermogen van de BV behoren en zou de BV worden geconfronteerd met de beperking in de fiscale afschrijving op het gebouw. Maar zowel in de reguliere situatie als in de geschetste situatie van terbeschikkingstelling profiteert de BV, en daarmee indirect ook de directeur-grootaandeelhouder, wel van de tariefverlaging in de vennootschapsbelasting. Ik zie daarom geen aanleiding voor een wijziging op dit punt.”
Voorts kan de directeur grootaandeelhouder volgens de wetgever profiteren van tariefverlaging(en) in de vennootschapsbelasting. De fiscale wetgever, die een ruime beoordelingsvrijheid toekomt, heeft met artikel 3.79a van de Wet IB 2001 niet een met het verdragsrecht strijdige regeling getroffen. De keuze van de wetgever om de vrijstelling te beperken tot ondernemers in de zin van artikel 3.4 van de Wet IB 2001 is niet kennelijk onredelijk.
Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;