In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over de beëindiging van een langjarige subsidierelatie tussen eiseres, een stichting die kunst- en muziekonderwijs verzorgt, en de gemeenten Wijchen en Groesbeek. De rechtbank behandelt drie zaken, waarbij de gemeenten besluiten hebben genomen om de subsidie per 1 juli 2014 te beëindigen. Eiseres heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, stellende dat de gemeenten onzorgvuldig hebben gehandeld en geen redelijke termijn in acht hebben genomen bij de beëindiging van de subsidierelatie.
De rechtbank oordeelt dat de gemeenten, in overeenstemming met artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht, een redelijke termijn hebben in acht genomen. De rechtbank stelt vast dat de aankondigingen van de gemeenten dateren van april en juni 2013, waardoor er een termijn van meer dan 14 maanden is gerespecteerd voordat de subsidierelatie daadwerkelijk werd beëindigd. Eiseres heeft niet aangetoond dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de personeelsleden die in dienst zijn bij haar, en de rechtbank concludeert dat de gemeenten niet verplicht zijn om wachtgeldverplichtingen te dekken die voortvloeien uit de beëindiging van de subsidierelatie.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst erop dat de gemeenten voldoende tijd hebben gegeven om de verplichtingen jegens het personeel en de leerlingen van eiseres af te wikkelen. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke termijn bij subsidieweigering en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen.