ECLI:NL:RBGEL:2014:3655
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
WOB-verzoek inzake rapportages van het Academisch Medisch Centrum
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H. van Drunen, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van Bestuur van het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam. Dit besluit betrof een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om gegevens te verstrekken. Eiseres had op 19 maart 2012 verzocht om alle rapportages die het AMC als vergunninghouder in het kader van de Wet op de dierproeven (Wdp) en het Dierproevenbesluit aan de betrokken ministeries had overgelegd. Het primaire besluit van 25 mei 2012 weigerde een deel van de gevraagde informatie, waarna het bestreden besluit van 7 februari 2013 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en enkele documenten alsnog verstrekte.
Tijdens de zitting op 15 november 2013 werd duidelijk dat de informatie over de jaren 2005 en 2006 niet kon worden verstrekt omdat de wettelijke bewaartermijn was verstreken. Eiseres betoogde dat het enkele feit dat de bewaartermijn was verstreken geen weigeringsgrond was onder de Wob, maar trok deze beroepsgrond in nadat bleek dat de gegevens waren vernietigd. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had aangetoond dat de gevraagde informatie niet meer beschikbaar was en dat de motivering van het bestreden besluit, hoewel onjuist, niet leidde tot een proceskostenveroordeling.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending.