Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 februari 2014
- de gelijktijdig genomen aktes van [eiser] en [gedaagde].
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 23 april 2014 een vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser] en de besloten vennootschap [gedaagde]. De rechtbank heeft in dit vonnis een deskundige benoemd om onderzoek te verrichten naar de vraag of het financieel voordelig zou zijn geweest voor [eiser] om zijn onderneming op 31 maart 2010 ruisend in te brengen in een besloten vennootschap, in plaats van de bestaande situatie van een eenmanszaak. Dit onderzoek is van belang in het kader van de vrijvallende herinvesteringsreserve.
De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 19 februari 2014 partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige. [eiser] heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van een voorgestelde deskundige vanwege vermeende partijdigheid. De rechtbank heeft daarop besloten om deze deskundige niet te benoemen en heeft in plaats daarvan een andere deskundige aangewezen, die bereid is om het onderzoek uit te voeren.
De rechtbank heeft de partijen erop gewezen dat zij wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. Tevens is bepaald dat [eiser] een voorschot van € 5.000,- moet betalen voor de kosten van de deskundige. De rechtbank heeft verder aangegeven dat de deskundige binnen twee weken na ontvangst van het voorschot een afspraak moet maken voor het onderzoek en dat de resultaten van het onderzoek in een rapport moeten worden vastgelegd.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht en zal na ontvangst van dit rapport verdere beslissingen nemen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.R. Veerman.